Honderden boze boeren stonden onlangs op het plein voor de deur van het Brabantse provinciehuis langs de A2 in Den Bosch. Sommigen hadden hun tractoren meegenomen. Spandoeken bevatten leuzen als Boeren Horen Bij Brabant en krakkemikkig rijmende beledigingen van de provinciebestuurder tegen wiens beleid ze kwamen protesteren en die ze eerder al hadden vergeleken met Pol Pot, Mao en Hitler. Over dat beleid ging die dag de vergadering van Provinciale Staten, de Brabantse volksvertegenwoordiging, met Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie.

De Statenzaal waar de vergadering plaatsvond was al vol en wie toch binnen wilde, had voor de andere zaal een rood polsbandje nodig. Het provinciebestuur had voor alle andere belangstellenden een groot scherm op het plein neergezet waarop de vergadering te volgen was, en ernaast een koffiekraampje. Een empathische onderneemster deelde worstenbroodjes uit, vega voor de Partij voor de Dieren en leden van actiegroepen als Megastallen Nee die ook protesteerden, maar dan tegen de boeren. De zichtbare en onzichtbare beveiliging rond het provinciehuis was enorm opgeschaald. Omdat de vergadering nogal lang duurde, liep halverwege de middag het plein leeg: melkveehouders moesten naar huis om de koeien te melken en de varkens en kippen moesten ook verzorgd: de meeste Brabantse boeren hebben een gezinsbedrijf en kunnen zich geen personeel permitteren. Thuis zaten veel boerengezinnen maar ook lokale wethouders en raadsleden, ambtenaren, bezorgde burgers en ondernemers in de agrofoodsector aan de livestream van de Statenvergadering gekluisterd. Ongekend, die belangstelling voor de normaal zo onbekende en onderschatte provinciale politiek. Maar waar gingen alle protesten nou eigenlijk over en wat heeft de rest van Nederland ermee te maken?

In aanloop naar deze dag liepen landelijke media ineens over van (berichten over) mest, ammoniak, stikstof, fosfaat, fijnstof. Ook Q-koortsdoden, longontsteking, schadelijke stoffen in het grondwater, afnemende insectenstand en vogels met te broze botten haalden veelvuldig de krant, radio en tv. Veel reageerders gaven aan begrip te hebben voor de maatregelen die de Brabantse overheid wilde nemen om de veehouderij te dwingen om te verduurzamen nadat de sector zelf daar onvoldoende toe in staat en/of bereid bleek. De aantallen van 27,7 miljoen kippen, 6 miljoen varkens en 700.000 koeien op 2,5 miljoen Brabanders maken de omvang van de overlast en schade inzichtelijk.

Overschreden grenzen
De grenzen van het maatschappelijk en ecologisch toelaatbare zijn duidelijk fors overschreden. Tegelijk vragen boeren aandacht voor hun angst om door de verscherpte eisen die veel investeringen vragen failliet te gaan en zo niet alleen hun broodwinning maar ook hun levensstijl te verliezen. Of dat Nederlanders buiten Brabant erg boeit, is de vraag. Onwetendheid speelt daarin een grote rol. Iedereen eet elke dag, we lopen achter elke nieuwe healthy-foodgoeroe aan, van soft-paleo via Sonja Bakker, Green Happiness en Jamie Oliver naar low-carb maar doen ons evenzeer te goed in all-you-can-eat-vreetschuren en junkfoodjoints.

In de Haagse Schilderswijk gooien ze graag goedkope Nettorama-karbonaadjes op de BBQ. Amsterdamse hipsters kauwen op hun trendy Brandt en Levieborrelworst. Heel Holland bakt, kookt, braadt en wokt wat er in de Hello-Freshmaaltijdbox zit met de Allerhande in de hand en 24Kitchen op de tablet. Mark “oh, wat is het leven fijn als de zon schijnt” Lammers heeft in het bewustzijn van supermarktshoppers inmiddels Harry Meneer van Dalen Piekema vervangen, maar beide gezellige-doorsnee-buurmannen hebben met hun veel-voor-weinig-boodschap Jumbo en AH geen windeieren gelegd. En juist dat veel voor weinig is de oorzaak van het probleem. Niet alleen in Brabant maar overal in Nederland.

Veel voor weinig
Supermarktconcerns en foodmultinationals als Unilever in Nederland maar ook daarbuiten bevechten elkaar op aandringen van hun aandeelhouders om gunst en geld van de consument op zo laag mogelijke prijzen. Dat betekent dat boeren steeds minder krijgen voor hun vlees en melk. Om te overleven moeten ze steeds meer gaan produceren, ook voor de wereldmarkt, dus steeds meer varkens, kippen en koeien gaan houden in steeds grotere stallen. Omdat de overgrote meerderheid van de consumenten vooral blind voor goedkoop en hype gaat in plaats van te vragen naar verstandig geproduceerd voedsel waarvoor de boer een eerlijke prijs krijgt.

De overheid in Den Haag, Brussel en de provincie moet ook andere dan economische belangen behartigen en stelt steeds hogere milieueisen aan die stallen. Consumenten, wakker geworden door Wakker Dier, Milieudefensie en Varkens in Nood, eisen meer dierenwelzijn. Maar goed in de omgeving passende stallen waarin dieren meer hun natuurlijk gedrag kunnen vertonen en dus blijer zijn voordat ze naar de slacht gaan, kosten ook meer geld en dus moeten er meer dieren worden gehouden. Adviseurs van veevoerbedrijven, stallenbouwers en andere toeleveranciers helpen boeren graag: Groter en meer betekent meer omzet en winst voor hen.

Veel boeren richten nu hun pijlen op die overheid, opgejut door hun bestuurders die de aandacht willen afleiden van hun eigen jarenlange struisvogelgedrag. Daadwerkelijke boosdoener Big Food (de grote jongens in de agrofoodsector met hun succesvolle lobbyistenleger in Den Haag en Brussel) lacht intussen in z’n vuistje
Topbestuurders van Rabobank en ABN beseffen al jaren dat dit systeem niet meer vol te houden is. Maar hun lokale vestigingen gingen veel te lang door met het verstrekken van leningen voor schaalvergroting. Om de schade voor de banken te beperken gaan ze nu saneren en afschrijven. Nog redelijk gezonde boerenbedrijven wordt medegedeeld dat er niet meer wordt gefinancierd. En toen kwam ineens de provinciale overheid in Brabant die na jaren vergeefs onderhandelen met Brabantse boerenbestuurders zei: Het kan zo niet langer, het moet milieuvriendelijker en gezonder en als jullie het niet vrijwillig doen, dan regelen wij het. Maar in de schrale markt valt niks extra’s te verdienen voor noodzakelijke nieuwe investeringen. En toen pas werden veel boeren wakker.

Economisch boerenbelang
Op het Brabantse platteland heeft altijd het economische boerenbelang vooropgestaan, veiliggesteld door het lokaal oppermachtige CDA in samenspraak met de plaatselijke afdelingen van de boerenbelangenorganisatie ZLTO en van de Rabobank. De dodelijke Q-koortsepidemie van 2007, de stankoverlast van de steeds groter wordende, industriële veehouderijen en de zorgen over gezondheids- en milieuschade en dierenwelzijn hebben echter ook veel Brabantse burgers en milieubeschermers ertoe gebracht om bij de provinciale overheid aan te dringen op maatregelen. Die er dus nu komen. Veel boeren richten nu hun pijlen op die overheid, opgejut door hun bestuurders die de aandacht willen afleiden van hun eigen jarenlange struisvogelgedrag. Daadwerkelijke boosdoener Big Food (de grote jongens in de agrofoodsector met hun succesvolle lobbyistenleger in Den Haag en Brussel) lacht intussen in z’n vuistje. En z’n aandeelhouders all the way to the bank.

De enige kans voor veel boeren om te overleven zit in de omschakeling van grootschalige bulkproductie naar het maken van niet-inwisselbaar voedsel met meerwaarde. Een groeiende groep boeren begrijpt dat. Die meerwaarde zit bijvoorbeeld in vrolijk loslopende langzamer groeiende varkens, koeien en kippen die gezond, in de eigen omgeving geproduceerd voer krijgen. Op een boerenbedrijf waar de consument zelf kan komen kijken en kopen, recreëren, vergaderen. Waar misschien ook een kinderdagverblijf of een dagopvang voor ouderen of gehandicapten of een educatiecentrum of een kaasmakerij is gevestigd. Waar de boer en boerin hun vee inzetten om natuurgebieden te helpen beheren en de biodiversiteit weer op gang helpen met een paddenpoel of weidevogelbeheer.

Fair trade
Steeds meer boeren beseffen dat ze die kant op moeten of hebben de stap al gezet. De producten van zo’n boerenbedrijf zijn een beetje duurder dan wat je nu betaalt voor anoniem goedkoop geproduceerd spul in de gewone supermarkt of horecatent. Maar als je ze koopt (via websites, in boerderij- en zogenaamde landwinkels of via voedselnetwerken) help je niet alleen die boeren en hun gezinnen aan meer bestaanszekerheid. Je werkt ook actief mee aan een gezondere leefomgeving, een schonere bodem en dito water en meer biodiversiteit. En dan niet alleen in Brabant, want de schade van een uit zijn krachten gegroeide veehouderij in Brabant (en in enkele andere provincies) is merkbaar in heel Nederland.

Geef dus bij je supermarkt en de restaurants waar je eet aan dat je wilt weten waar hun producten vandaan komen, of ze eerlijk zijn betaald en verstandig zijn geproduceerd. Zeg dat je wilt dat supers producten van lokale boeren in hun schappen leggen, met naam en toenaam en productinfo. Dring aan bij politieke partijen, zeker in Den Haag en Brussel, op een eerlijke verdeling van lasten en plichten, zodat ook Big Corporate en Big Banking onderhand eens verantwoordelijkheid moeten gaan nemen. Zeg politiek en bedrijfsleven dat ze boeren moeten helpen om te schakelen naar verstandigere bedrijfsmodellen. Via Facebook en Twitter kan dat gemakkelijk. Alleen al de vragen stellen gaat helpen. En wees bereid om iets meer voor je eten te betalen als je dat kan. Consumentenmacht heet dat. Activisme met je mond, virtuele pen en portemonnee. Fair trade voor boeren maakt ook de rest van de samenleving leefbaarder. Of je nou in Brabant, Amsterdam, Utrecht, de Achterhoek of Groningen woont.

Veerle Slegers is oud-Statenlid van de SP in Brabant en tegenwoordig bestuursvoorzitter van het Centrum voor Europese Samenwerking Portagora. Dit opiniestuk verscheen eerder deze week op Joop.nl.
Dit artikel afdrukken