Vanaf 2007 stimuleert het ministerie van Economische Zaken stimuleert de bouw van integraal duurzame stallen in Nederland. Dat zijn stallen en systemen waarin extra duurzaamheidskenmerken zijn toegepast ten opzichte van de reguliere stallen. Vanaf 2009 monitort Wageningen Livestock Research de resultaten.

Op 1 januari 2017 telde Nederland ongeveer 83.400 stallen met rundvee, varkens en/of pluimvee zijn. Het aandeel duurzame stallen bedroeg 13,6%. Dit komt neer op ruim 11.000 stallen. Het ministerie had graag op 14% uit willen komen. Vorig jaar lag het aandeel op 13% (10.700 stallen), meldt Boerderij. Het percentage loopt uiteen van 8% in de rundveehouderij tot 27% in de varkenshouderij en 33,4% in de pluimveehouderij. Op basis van dierplaatsen blijkt dat 19,1% van het rundvee, 40,6% van de varkens en 41,0% van het pluimvee duurzaam gehouden wordt. Het aandeel dierplaatsen in duurzame stallen is daarmee hoger dan het aandeel duurzame stallen, wat dus betekent dat duurzame stallen groter zijn. Daar zorgt naast het aantal dierplaatsen ook het grotere ruimtebeslag per dier voor.

'Integraal duurzaam' is een woord dat veel suggereert. Het betekent dat een aantal verschillende duurzaamheidkenmerken in "onderlinge samenhang zijn verbeterd ten opzichte van de regulier toegepaste stallen of systemen." Het gaat om "stallen en houderijsystemen die het dierenwelzijn verbeteren door het toepassen van maatregelen die verder gaan dan de wettelijke welzijnsnormen en die daarnaast tenminste voldoen aan andere maatschappelijke randvoorwaarden en wettelijke eisen voor milieu, diergezondheid en arbeidsomstandigheden én economisch haalbaar zijn." Met name de laatste eis perkt de suggestie dat integraal 'heel duurzaam' zou betekenen in.
Dit artikel afdrukken