Onderzoekers van de University of Arizona beschrijven deze nieuwe theorie in het tijdschrift Trends in Neurosciences. Dat beweging belangrijk is voor het brein is al langer bekend. Dit aanpassingsmodel zou ook verklaren waarom dat zo is.

Van aapachtigen naar jagers-verzamelaars
De connectie tussen beweging en brein gaat zo’n twee miljoen jaar terug. Onze vroege voorouders leidden aanvankelijk een relatief passief aapachtig bestaan. Toen we evolueerden tot jager-verzamelaars, kwam daar een actievere leefstijl bij. Omdat jager-verzamelaars op zoek moesten naar voedsel, voerden ze taken uit die tegelijkertijd fysiek en mentaal veeleisend waren.

Die veranderde leefstijl zou tot een aanpassing in het hele lichaam hebben geleid. “We denken dat onze fysiologie zich aanpaste aan de nieuwe leefstijl. Dus niet alleen onze botten en spieren, maar ook ons brein”, vertelt antropoloog David Raichlen. Bij het zoeken naar voedsel zijn verschillende hersengebieden nodig voor de planning, het nemen van beslissingen, onthouden van de omgeving en het oplossen van problemen. “Het zoeken naar voedsel is dus een ongelofelijk complexe taak”, aldus Raichlen.

Moeilijkere taken vragen meer van het brein
De hersengebieden die actief zijn bij deze complexe taken zijn ook de gebieden die het meest profiteren van beweging. Dat zou verklaren waarom mensen cognitief achteruit gaan als ze ouder worden. In die periode van hun leven neemt de fysieke activiteit ook af. “We vinden de achteruitgang van het brein bij het ouder worden een natuurlijk proces, maar misschien is het wel een reactie op het niet genoeg actief zijn”, zegt psycholoog en mede-onderzoeker Gene Alexander.

Raichlen legt het verder uit. “Onze organen reageren op de inspanningen die je levert. Als je sport, passen je hart- en vaten zich aan om beter gehoor te kunnen geven aan het beroep dat op het lichaam gedaan wordt. Als je niet beweegt, past het lichaam zich ook weer aan en vermindert de capaciteit weer. Zo werkt het ook met het brein; als je het niet aan het werk zet, krimpen sommige delen. Zo is er dus een mismatch ontstaan tussen onze relatief sedentaire leefstijl en de manier waarop we zijn geëvolueerd.”

Scherder merkt spontaan op dat na een dergelijke evolutionaire ontwikkeling de huidige abrupte overgang naar een sedentaire leefstijl wel mis moet gaan en tot pathologieën kan leiden
Sporten
Om ons brein fit te houden zouden we dus gebaat zijn bij activiteiten die een combinatie van fysieke en mentale uitdaging met zich meebrengen. Bijvoorbeeld meer bewegen, in een omgeving die we niet kennen en die daarom een nieuwe mentale uitdaging vormt. “Veel onderzoeken naar dit onderwerp vinden plaats op een loopband of een hometrainer, maar dan mis je volgens deze theorie dus een belangrijke gunstige invloed op het brein.”

We vroegen Erik Scherder, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de VU, om commentaar. Scherder vindt de uit het evolutiedenken voortgekomen combinatie van (matig) bewegen en cognitieve inspanning die het brein goed doet uiterst plausibel en zelfs 'leuk'. "Ik ben deze invalshoek nog niet eerder tegengekomen en merk dat het mij triggert om na te denken hoe dit past in mijn eigen denken." Hij merkt spontaan op dat na een dergelijke evolutionaire ontwikkeling de huidige abrupte overgang naar een sedentaire leefstijl wel mis moet gaan en tot pathologieën kan leiden.

Overigens hoef je volgens hem niet te gaan hardlopen in de natuur om je hersenen op peil te houden met nieuwe indrukken en flink te bewegen. "Bij een tochtje door de binnenstad van Amsterdam moet je al zo goed opletten wil je heelhuids je doel bereiken, dat het met je cognitieve inspanning wel goed zit", lacht hij.
Dit artikel afdrukken