Herman Kemper begrijpt het gewoon niet meer. Al zeker 25 jaar werkt hij aan biologische kip van Nederlandse bodem. Hij produceert scharrel- en biologische kippen met 2 en 3 sterren van de Dierenbescherming. Met uitloop. Zijn KemperKip werd bij een blindproeverij in Amsterdam door 'kenners' uitverkoren boven de wereldberoemde, dure Bressekip uit Frankrijk. Omdat de vraag naar biologische kip groeit, kan Herman Kemper het met de productie in Nederland niet meer bijbenen. Hij week uit naar het buitenland. Dat knaagde. Het moet toch mogelijk zijn om in Nederland voldoende biologische kippen te fokken? Kemper ontwikkelde een concept, ging op zoek naar een geschikte locatie en kocht na lang zoeken een geschikt perceel aan. In de Achterhoek, een kippenarm gebied.

Zenuwachtig
De vergunningsaanvraag ligt bij de gemeente, er zijn inspraakrondes geweest met de buurtbewoners. En nu, nu het puntje bij het paaltje komt, wordt de gemeente zenuwachtig. Gaat een politieke partij flyeren tegen de 'megakippenstal'. Fulmineert een een columnist over het vogelgrieprisico van de uitloop. Loopt Kemper het risico dat hij straks teruggefloten wordt. Dat is, waarschuwt hij, het einde van de biologische kippenhouderij in Nederland. Want als hij het al niet kan en mag, hoe moet het dan nog wel?

Herman Kemper wilde met met opgeheven hoofd kunnen zeggen: onze KemperKip komt gegarandeerd uit Nederland. Dus ging hij nadenken over het zetten van eigen stallen
Weten wij eigenlijk wel wat we willen?

Opschalen of overstappen
Het verhaal begint zo'n 10 à 15 jaar geleden. KemperKip, marktleider in productie van 2- en 3-sterrenvlees, komt kippen te kort. In die tijd moeten kippenhouders besluiten wat ze met hun stallen doen. Een stal van 500 m2 voor 10.000 kippen was met een redelijke investering - ramen voor daglicht en een uitloop van 2 hectare - om te bouwen tot een biologische kippenstal. Wilde een boer dat niet, dan had hij drie opties. Drastisch opschalen naar minstens 100.000 kippen want ook de slachterijen wilden niet meer afnemen van de kleinere boeren. Een andere invulling aan zijn stal geven. Of stoppen. In de jaren daarna professionaliseerde ook de biologische afzet.

Kemper wist destijds genoeg boeren voor zich te winnen om de overstap te maken. Maar 5 jaar geleden waren er geen overstappers meer. De markt voor biologische kip bleef echter groeien. Herman Kemper wilde met met opgeheven hoofd kunnen zeggen: onze KemperKip komt gegarandeerd uit Nederland. Dus ging hij nadenken over het zetten van eigen stallen.

Rekenen
Dat is nog niet zo vanzelfsprekend. Hij rekent voor: een reguliere stal houdt op 1 m2 20 kippen. Die stal draait 8 rondes op jaarbasis. Iedere meter levert dus 160 kippen per jaar op. In een biologische stal zitten op 1 m2 10 kippen en gaat het om 4 rondes. Een biologische meter levert dus 40 kippen per jaar op. Dat betekent dat de kosten per kip 4 keer zo hoog liggen, want voer/water/systemen van beide stallen zijn gelijk. Bij een nieuwe stal hoort dus meteen de vraag: wanneer kan het uit. Want van 1 stal kun je niet leven - en daar heb je bovendien geen dagtaak aan. Bij 8 à 10 stallen is het lonend fulltime als kippenboer aan de slag te gaan. Dat bracht Kemper uiteindelijk tot zijn plan. Hij wilde op 30 hectare grond 13 stallen neerzetten. Dat is gelijk aan de cyclus, zo kun je iedere week een nieuwe stal opzetten. Met dat uitgangspunt in het achterhoofd ging Kemper op zoek naar een geschikte locatie.

Die vond hij bij Wehl (gemeente Doetinchem in Gelderland). Op een terrein van 30 hectare wil hij daar zijn 13 stallen neerzetten. In een park, waar hij (fruit)bomen en planten gaat neerzetten. De uitlopen zijn afgerasterd, er komen wandelpaden en een informatiecentrum. Kemper maakte een filmpje:



Hij wil op zijn nieuwe boerderij, dat 700 meter ten noordwesten van een woonwijk ligt, zorgplekken gaan bieden. Biologische appels en peren gaan verkopen. Mensen een uitje bieden, vergaderruimte, zichtstallen: dit is de nieuwe kippenhouderij met optimale transparantie.

Bange burgers
Hij sprak met de provincie: laaiend enthousiast. Dit is wat we bedoelen en willen met vernieuwende landbouw. De gemeente: ja! enthousiast. Totdat er in maart dit jaar een bericht in het nieuws kwam over gezondheidsrisico's rondom pluimveehouderijen. Toen waren de rapen gaar. Ineens roken mensen bloed. Ging Gemeentebelangen Doetinchem flyeren. De gemeente werd zenuwachtig en wil alles eerst goed uitgezocht hebben. Mensen hebben het ineens over een 'kippenfabriek', een megastal. Ze willen het zelf kunnen ruiken. Het filmpje is 'te gelikt'. Kemper heft de handen ten hemel. Wat wil je dan?

Als dit niet door mag gaan, verdwijnt de biologische kip straks uit Nederland. Niet dat Kemper zal stoppen, maar hij gaat zijn kip dan wel in het buitenland laten produceren. Dat stuit hem tegen de borst en strookt niet met de biologische gedachte.
Hij legt het nog eens uit. Het aangehaalde onderzoek vond plaats in Tilburg, in een pluimveedicht gebied waar in een straal van 1 kilometer rondom pluimveehouderijen die samen miljoenen kippen houden mensen 11% meer risico liepen op een longontsteking. In Wehl staat de woonwijk op 700 meter, en in een gunstige windrichting. Mensen weten niet waar ze het over hebben, verzucht hij. Een modern kippenbedrijf heeft inmiddels 100.000 kippen op 0,5 hectare. Hij is van plan op zijn 26 hectare 50.000 kippen te gaan houden. Dat is een verhouding van 1 op 100. "Waar hebben we het nog over".

'Wat willen we nou eigenlijk?'
Kemper vraagt zich af of we überhaupt in Nederland nog wel biologische of sterrenkippen kunnen blijven produceren, als het in Wehl al niet mag. Zijn plan drukt op vele goede knopjes: dierenwelzijn, koppeling tussen landbouw en natuur, transparantie tussen boer en burger en het creëren van regionale zorgplaatsen. De provincie staat erachter, de gemeente was om. Als dit niet door mag gaan, verdwijnt de biologische kip straks uit Nederland. Niet dat Kemper zal stoppen, maar hij gaat zijn kip dan wel in het buitenland laten produceren. Dat stuit hem tegen de borst en strookt niet met de biologische gedachte. Waar en waarom gaat het mis? Het is toch heel raar, dat een paar slecht geïnformeerde, bange burgers, zo'n goed plan om zeep zouden kunnen helpen? Wat willen we nou eigenlijk in onze moderne samenleving?

Die vraag leggen we voor aan de Foodlogcommunity. In twee andere artikelen van dit drieluik reageren later vandaag experts op het gebied van volksgezondheid en NGO's, een ethicus en een marketeer.
Dit artikel afdrukken