Dit was de achtste aflevering in de serie. Jullie beogen meer aandacht voor dialoog tussen alle schakels van de voedselketen en de burgerij en meer aandacht voor de maatschappelijke aspecten rondom voedselproductie. Als we naar de praktijk kijken, zien we in bijvoorbeeld de melkveehouderij (verdere intensivering) een eerder neo- dan klassiek liberale houding ten aanzien van innovatie. Hoe kijken jullie tegen je bijdrage en het effect daarvan in de afgelopen jaren aan?
Bert van Ruitenbeek: De rol van Nederland als agrarisch productie- en handelsland is enorm, maar heeft zich lange tijd aan het publieke debat kunnen onttrekken. Er waren af en toe emotionele discussies bijvoorbeeld aan de hand van de MKZ crisis, maar het was weinig transparant en slechts een beperkte groep mensen had voldoende kennis en overzicht om het te toetsen. Wij zijn met deze serie begonnen om aan dit democratisch tekort te werken en te zorgen dat landbouw en voeding weer een centrale plaats gaan innemen in het debat. It’s the food! Juist ook omdat de impact van landbouwbeleid maatschappelijk groot is. Of het nou gaat om vluchtelingen, over watermanagement, klimaat, biodiversiteit, gezondheid, tot zelfs geopolitiek aan toe, al deze onderwerpen zijn verbonden met hoe we met onze voedselproductie en handel omgaan. Alleen vanuit breed gedeelde kennis kunnen we vanuit opkomende maatschappelijke vraagstukken opnieuw kijken in hoeverre onze huidige positie als handelsland houdbaar is.

De landbouw kraakt in Nederland onder het gewicht van de jaren '70 en '80. Het dominante denkmodel is nog altijd: ontwikkel hier techniek, pas die hier toe in de praktijk en verkoop die in het buitenland. Hoe kijken jullie als organisatoren aan tegen die houding die de kern vormt van de beroemde Gouden Driehoek waarin overheid, wetenschap en boeren samenwerken?
Landbouw is uitsluitend duurzaam als ze past in de lokale ecologische, sociale, economische en culturele context. Ofwel ook kennis en technologie vraagt altijd een lokale vertaalslag. Dat evenwicht tussen technologie en de belangen daaromheen en de lokale noden en mogelijkheden lopen nogal eens uiteen. Het idee van ‘de wereld voeden’ komt voort uit een veel te smal, eendimensionaal beeld waarbij maximalisatie van opbrengst per hectare en per dier op korte termijn leidend is. De zoektocht is naar een nieuwe balans, tussen economie en ecologie, net zoals de natuur altijd naar een nieuw evenwicht onderweg is. Daarvoor hebben we niet alleen technologen en economen, maar juist ook sociologen en ecologen nodig om integrale kennis op de juiste manier toepasbaar te maken. Onze series dragen hopelijk bij aan verbreding van dat blikveld.

Door vernieuwers in een open dialoog aan gezagdragers te koppelen zoeken we naar een gedeeld perspectief. Ook komende zaterdag
Hoe kijken jullie tegen de concurrentiepositie van die techniekverkopende BV Agri & Food Nederland aan ten opzichte van de concurrentie uit Oost-Europa, Zuid-Amerika, de VS en opkomende kennisleveranciers en -ontwikkelaars uit andere landen? Met andere woorden: waar zit de inspiratie?
De inspiratie zit onder meer in ‘metropool Nederland’ waar je met zoveel mensen leeft op een kleine ruimte en heel creatief moet zijn om functies te combineren. Enerzijds grondgebonden, natuurinclusieve landbouw, anderzijds ook high tech verticale tuinbouw in en rond steden. Nederland is een groot laboratorium met nog steeds een ‘gidsfunctie’ wat betreft voedselproductie. Er komen jaarlijks honderden studenten uit China naar Wageningen. Als wij er in slagen om de balans te vinden die nodig is om gezond voedsel op een klimaatbestendige wijze te produceren met behoud van biodiversiteit en bodemvruchtbaarheid, dan ligt daar net zo’n kans als bij het ‘watermanagement’.

Wat was het effect van de slotsessie van vorig jaar en wat verwachten jullie als effect van de slotsessie van dit jaar?
Onze missie moet vooral zijn om het niveau van de dialoog naar een toekomstbestendige landbouw en voedselketen omhoog te schroeven. De basis voor goede visie en besluitvorming moet worden verbreed en verbeterd. De Academie van de Youth Food Movement is in ‘onze’ schoot ontstaan en dat heeft te maken met het niveau van de inleiders en met de samenhang die we telkens laten zien. Steeds meer mensen raken betrokken bij landbouw en voeding. Qua beleid is onze directe invloed beperkt, maar we hebben er bijvoorbeeld wel aan bijgedragen dat het ministerie van EZ een paar jaar terug de relatie tussen landbouw en geopolitiek heeft gelegd. En dat staatssecretaris Van Dam in zijn Voedselagenda een paragraaf over bodembeleid heeft opgenomen.

We hebben er ook aan bijgedragen dat landbouw en voedsel de afgelopen jaren maatschappelijk veel breder op de radar zijn gekomen, waar het tot dan toe bij milieu vooral over energie en natuur ging en bij gezondheid vooral over medicatie. Acht jaar geleden was onze serie volstrekt uniek, nu zie je overal debatten en lezingen over landbouw en voeding. En het lukt ons steeds om een stap verder te zijn.

We zijn enthousiast dat het steeds weer lukt om uiteenlopende doelgroepen in de Rode Hoed te bereiken: studenten, agrariërs (zowel gangbaar als biologisch), onderzoekers, beleidsambtenaren, mensen uit de agrifood, de banken en soms ook de retail, diëtisten, consultants, teveel om op te noemen. En zowel jong als oud. Mooi toch?

Ook de discussies die op Foodlog worden gevoerd voor en/of na onze debatten zijn belangrijk om onderwerpen verder uit te diepen

En we zijn nog lang niet klaar. Na alle doorbraken in reductionistisch onderzoek zie je de laatste jaren steeds meer inzichten komen over de samenhang tussen allerlei levensvormen, zoals bijv. communicatie tussen planten via geurstoffen en samenwerking tussen planten en bodemschimmels. Geweldig toch dat we vorig jaar een hele avond hebben gewijd aan bacteriën en dat een volle zaal geboeid bleef luisteren? Die toename van belangstelling voor en meer samenhangende kennis over landbouw en voeding en alles wat daar aan raakt is uiteindelijk de belangrijkste oogst van onze series. Door vernieuwers in een open dialoog aan gezagdragers te koppelen zoeken we naar een gedeeld perspectief. Ook komende zaterdag.

Zaterdag 13 mei vindt in de Rode Hoed in Amsterdam het slotdebat plaats in de achtste serie van It's the Food, my Friend. Het debat begint om 11.00 uur en duurt tot 16.00 uur, de zaal is vanaf 10.30 uur open. Kaarten (inclusief koffie, thee en lunch) kosten €20, €12 voor studenten en zijn online te bestellen.
Dit artikel afdrukken