Dat ontdekte onderzoeker Silvia Berciano van de Universidad Autonoma de Madrid, die haar resultaten bekend maakte tijdens een conferentie in Chicago.

Koppeling met genen
Berciano en collega’s analyseerden van 818 mensen het genetische profiel en bekeken hun eetpatroon en eetgewoontes. Ze ontdekten een aantal significante relaties. Zo bleek dat een variant van het gen FTO, het zogenaamde obesitasgen, verband houdt met de inname van groente en vezels. Het eten van chocola bleek samen te hangen met de oxytocine-receptor. Ook voor natrium, magnesium en potassium (gen CREB1), totaal aan vet en enkelvoudige onverzadigde vetzuren (gen SLC6A2) en toegevoegde suikers (gen SLC6A5) waren koppelingen met genen te zien. Verder vonden de onderzoekers dat het gen TAS2R38 verband hield met de middelomtrek en de middel-heup ratio. De oxytocinereceptor bleek naast zijn associatie met chocola ook een link met BMI en middelomvang te vertonen.

Genen leiden ons eetgedrag
Berciano legt uit wat we volgens haar van deze nieuwe ontdekkingen leren. "Genetische variaties tussen mensen zijn geassocieerd met een bepaald gedrag wat we vertonen, wat terug te zien is in ons voedingspatroon", zegt ze. "Hierdoor leren we begrijpen waarom mensen bepaalde keuzes maken in wat ze eten. Met die kennis kunnen we meer persoonlijke diëten ontwikkelen die op de lange termijn makkelijker vol te houden zijn."

Verder zegt ze: "we begrijpen steeds beter hoe voeding het risico op een chronische ziekte kan verminderen, ook als er een genetische aanleg is om die ziekte te krijgen. Omdat de kosten van genetische testen steeds lager worden, kunnen we die testen uitvoeren om voor ieder individu personalized nutrition in te zetten en zo het risico op die ziektes te verminderen."

Oxytocine door chocola of sociale interactie
Aan de hand van een voorbeeld maakt Berciano duidelijk hoe dit kan werken. "De aanmaak van oxytocine geeft ons een prettig, belonend gevoel. Deze beloning is een sterke drijfveer voor gedrag. Mensen met een slecht werkende variant van de oxytocine-receptor hebben relatief meer oxytocine nodig om dat belonende gevoel te krijgen. Als deze mensen heel veel chocola gaan eten om toch die boost te krijgen, kunnen ze aankomen in gewicht. Maar als we weten dat daar een probleem zit, kunnen we zoeken naar een andere manier om de oxytocine-afscheiding kunnen verhogen. Dat kan bijvoorbeeld door sociale interacties, daarbij komt ook oxytocine (het 'knuffelhormoon') vrij. Zulke inzichten bieden een mogelijkheid om meer controle te houden op je voedingspatroon, gewicht en gezondheid."

Het is op dit moment nog vooral toekomstmuziek voordat het echt toegepast kan worden. Dat geeft ook Berciano toe. "De volgende stap is om deze associaties ook te testen bij mensen met andere etnische achtergronden en met mensen met verschillende aandoeningen, om te kijken of de resultaten stand houden." Wel lijkt 'personalized nutrition' weer een stapje dichterbij te komen.
Dit artikel afdrukken