Hun koeien zijn niet voor de melk en niet voor het vlees. Anders dan vele boeren in de Flevopolder houden ze hun grond gezond en verdienen ze toch geld. Hun bedrijf is veel waard, maar eigenlijk waardeloos. Een gesprek met de bijzondere boeren van GAOS.
Op landbouwbedrijf GAOS van Jos Jeuken en Ellen Krul in de gemeente Dronten wordt biologisch-dynamisch gewerkt. Het bedrijf vestigde zich in 1966 in de Flevopolder, destijds de vruchtbaarste grond van Nederland omdat er nog nooit geboerd was op de sedimenten van de oude Zuiderzee. De hoge prijs van de grond leidde bij veel boeren tot een intensief beleid. Veel akkerbouwers proberen zoveel mogelijk producten van hun land te halen. Vanwege hun hoge lasten moeten ze er genoeg financieel rendement uit zien te halen om hun financieringen af te kunnen lossen.
Enkele jaren geleden werd bekend dat de polder door zulk beleid ‘uitgeboerd’ aan het raken is. Door te intensief gebruik van de bodem is die onvruchtbaar aan het raken. Er komen voorlopig nog genoeg wortelen, bloemkolen, spruiten en spinazie vanaf, maar daarvoor zijn kunstgrepen nodig die “enigszins op substraatteelt [de steenwol die in kassen wordt gebruikt, BvdH] in de open lucht beginnen te lijken,” zegt de jonge Stiksma die sinds enkele jaren bij Jeuken en Krul is komen werken.
Jeuken en Krul pakten het anders aan. Zij proberen hun akkers net zo vruchtbaar te houden, en het liefst nog vruchtbaarder te maken, als toen ze er voor het eerst op gingen werken. Veel daarvan gebeurde op gevoel en ervaring. Jeuken: “Veel biodynamische boeren erkennen dat niet alles meet-, weeg-, of telbaar is. Als de groene vingers aanvoelen dat iets goed werkt dan gaan we daarmee verder, ook als we niet precies kunnen verklaren hoe het werkt.”
Andere boeren laten zich doorgaans primair leiden door saldi en daarna pas door bodemvruchtbaarheid. GAOS daarentegen probeert te telen en een goed inkomen te halen uit gewassen die het beste passen bij de bodem en het klimaat. Jeuken: “Wij verbouwen bijvoorbeeld geen voorjaarsspinazie en bloemkool. Daarvoor is extra beregening en bemesting nodig. Dat is niet goed voor de bodemvruchtbaarheid en het dwingt de planten om meer uit de grond te halen dan een goed evenwicht verdraagt. Waar we over dat evenwicht heengaan, trekken we de grens. Dat is de kern van onze manier van boeren. Wij beschouwen een vruchtbare bodem als ons kapitaal. Als we er roofbouw op plegen, teren we in. Als we daarmee lang doorgaan, is onze grond niets meer waard.”
Woestijntje
"Bodemvruchtbaarheid is het samenspel van mijn veestapel in de bodem met mineralen en planten(resten) die zorgt voor de kringloop in de bodem en voor het opnemen en vasthouden van water en nutriënten,” vertelt Jeuken. “Dat uit zich bijvoorbeeld in bewerkbaarheid van de bodem. Wij ploegen nog steeds met 25pk per schaar, net als mijn vader vroeger.” Doordat de bodem minder intensief bewerkt hoeft te worden is de afbraak van organische stof ook minder. De boer met die grote trekker en zijn frees voor en achter die je net zag langsrijden zit vermoedelijk op het gemiddelde van 2% OS (organische-stofgehalte) van gangbare bedrijven hier in de polder. Zonder intensieve bodembewerking houdt hij zijn bedrijf niet overeind en zijn organische kapitaal holt steeds verder achteruit.”
Is dat niet erg biodynamisch en op het gevoel gedacht? “Dat is waar,” zegt Stiksma, “maar ook gangbare boeren maken zich inmiddels zorgen omdat ze niet weten hoelang steeds zwaardere en steeds intensievere ingrepen nog voor voldoende inkomsten kunnen zorgen. Ook gangbare boeren weten hoe belangrijk hun bodem is en zien aan de horizon een woestijntje dat helemaal gemechaniseerd in productie gehouden moet worden. Zodra het wat droger is, moet het beregend worden. Zodra het wat meer regent, blijft het water staan, zodat het afgevoerd moet worden. En natuurlijk moet het met alle mogelijke middelen van voeding worden voorzien. Dat hebben we te danken aan dure grond en zogenaamd efficiënt gebruik ervan. Op den duur is het op en dan ben je uitgeboerd.”
GAOS is een akkerbouwbedrijf, maar houdt ook koeien. Ze worden sinds kort in een open, ronde stal gehouden van het najaar tot het voorjaar. Het Roundhouse van GAOS is de eerste ter wereld die in hout is uitgevoerd. ’s Zomers lopen de koeien in een natuurgebied. De dieren worden niet gemolken. Dat heeft ook geen zin want het zijn Gasconnes, een oud en robuust ras dat nog uitsluitend om zijn vlees wordt gehouden.
Toch is op GAOS ook de vleesopbrengst van de koeien bijzaak. Alles draait om de mest die op de eigen akkers wordt gebracht. De koeien eten gras van de eigen boerderij. “Onze koeien produceren bedrijfseigen mest. Dat werkt aantoonbaar beter. Het bodemleven herkent de grondeigen mest. Wat elkaar kent, gaat beter met elkaar om,” zegt Stiksma, die zich meer dan Jeuken bezighoudt met de cijfermatige resultaten van hun manier van boeren. “Het levert zo’n 20% meer rendement en houdt het organische-stofgehalte op peil. Waarom het werkt weten we niet precies. Er zijn nog geen duidelijke verklaringen voor, maar toevallig bevestigde het Louis Bolk Instituut pas dat verschillende biodynamische bedrijven die 20% halen.”
In de stal lopen runderen van alle leeftijden door elkaar. Kalfjes drinken bij hun moeder. Stiksma: “De inrichting van de stal zorgt voor een eenvoudige en natuurlijke loop. Dat leidt ertoe dat de rangorde zo veel mogelijk in stand blijft en dat geeft rust in de groep.”
We komen te praten over de waarde van de boerderij van Jeuken en Krul. De grond in de polder is duur. Zelfs de intensief gebruikte hectares gaan gemakkelijk voor meer dan €100.000 van de hand. Misschien is GAOS door de uitstekende bodemkwaliteit nog gemakkelijker en nog wel duurder te verkopen. “Maar,” vertelt Stiksma, “als de grond voor zulke prijzen overgenomen zou moeten worden, dan wordt je ook gedwongen het uit te boeren. Er komt namelijk in geld nooit vanaf wat een gezonde bodem aankan. Geld en gezond boeren in Nederland verdragen elkaar nogal slecht anno 2017.”
Het moet anders vinden de boeren van GAOS. “Als we in Nederland alleen voor Nederland produceren, hoeven we de bodem niet zo uit te putten. Zo gek is die gedachte niet, want tegen de goedkopere productie uit het buitenland kunnen wij toch niet op,” zegt Jeuken.
Dit artikel afdrukken
Enkele jaren geleden werd bekend dat de polder door zulk beleid ‘uitgeboerd’ aan het raken is. Door te intensief gebruik van de bodem is die onvruchtbaar aan het raken. Er komen voorlopig nog genoeg wortelen, bloemkolen, spruiten en spinazie vanaf, maar daarvoor zijn kunstgrepen nodig die “enigszins op substraatteelt [de steenwol die in kassen wordt gebruikt, BvdH] in de open lucht beginnen te lijken,” zegt de jonge Stiksma die sinds enkele jaren bij Jeuken en Krul is komen werken.
Als de groene vingers aanvoelen dat iets goed werkt dan gaan we daarmee verder, ook als we niet precies kunnen verklaren hoe het werktTegen de 'roofbouw'
Jeuken en Krul pakten het anders aan. Zij proberen hun akkers net zo vruchtbaar te houden, en het liefst nog vruchtbaarder te maken, als toen ze er voor het eerst op gingen werken. Veel daarvan gebeurde op gevoel en ervaring. Jeuken: “Veel biodynamische boeren erkennen dat niet alles meet-, weeg-, of telbaar is. Als de groene vingers aanvoelen dat iets goed werkt dan gaan we daarmee verder, ook als we niet precies kunnen verklaren hoe het werkt.”
Andere boeren laten zich doorgaans primair leiden door saldi en daarna pas door bodemvruchtbaarheid. GAOS daarentegen probeert te telen en een goed inkomen te halen uit gewassen die het beste passen bij de bodem en het klimaat. Jeuken: “Wij verbouwen bijvoorbeeld geen voorjaarsspinazie en bloemkool. Daarvoor is extra beregening en bemesting nodig. Dat is niet goed voor de bodemvruchtbaarheid en het dwingt de planten om meer uit de grond te halen dan een goed evenwicht verdraagt. Waar we over dat evenwicht heengaan, trekken we de grens. Dat is de kern van onze manier van boeren. Wij beschouwen een vruchtbare bodem als ons kapitaal. Als we er roofbouw op plegen, teren we in. Als we daarmee lang doorgaan, is onze grond niets meer waard.”
Woestijntje
"Bodemvruchtbaarheid is het samenspel van mijn veestapel in de bodem met mineralen en planten(resten) die zorgt voor de kringloop in de bodem en voor het opnemen en vasthouden van water en nutriënten,” vertelt Jeuken. “Dat uit zich bijvoorbeeld in bewerkbaarheid van de bodem. Wij ploegen nog steeds met 25pk per schaar, net als mijn vader vroeger.” Doordat de bodem minder intensief bewerkt hoeft te worden is de afbraak van organische stof ook minder. De boer met die grote trekker en zijn frees voor en achter die je net zag langsrijden zit vermoedelijk op het gemiddelde van 2% OS (organische-stofgehalte) van gangbare bedrijven hier in de polder. Zonder intensieve bodembewerking houdt hij zijn bedrijf niet overeind en zijn organische kapitaal holt steeds verder achteruit.”
Is dat niet erg biodynamisch en op het gevoel gedacht? “Dat is waar,” zegt Stiksma, “maar ook gangbare boeren maken zich inmiddels zorgen omdat ze niet weten hoelang steeds zwaardere en steeds intensievere ingrepen nog voor voldoende inkomsten kunnen zorgen. Ook gangbare boeren weten hoe belangrijk hun bodem is en zien aan de horizon een woestijntje dat helemaal gemechaniseerd in productie gehouden moet worden. Zodra het wat droger is, moet het beregend worden. Zodra het wat meer regent, blijft het water staan, zodat het afgevoerd moet worden. En natuurlijk moet het met alle mogelijke middelen van voeding worden voorzien. Dat hebben we te danken aan dure grond en zogenaamd efficiënt gebruik ervan. Op den duur is het op en dan ben je uitgeboerd.”
Er zijn nog geen duidelijke verklaringen voor, maar toevallig bevestigde het Louis Bolk Instituut pas dat verschillende biodynamische bedrijven die 20% halenBedrijfseigen mest
GAOS is een akkerbouwbedrijf, maar houdt ook koeien. Ze worden sinds kort in een open, ronde stal gehouden van het najaar tot het voorjaar. Het Roundhouse van GAOS is de eerste ter wereld die in hout is uitgevoerd. ’s Zomers lopen de koeien in een natuurgebied. De dieren worden niet gemolken. Dat heeft ook geen zin want het zijn Gasconnes, een oud en robuust ras dat nog uitsluitend om zijn vlees wordt gehouden.
Toch is op GAOS ook de vleesopbrengst van de koeien bijzaak. Alles draait om de mest die op de eigen akkers wordt gebracht. De koeien eten gras van de eigen boerderij. “Onze koeien produceren bedrijfseigen mest. Dat werkt aantoonbaar beter. Het bodemleven herkent de grondeigen mest. Wat elkaar kent, gaat beter met elkaar om,” zegt Stiksma, die zich meer dan Jeuken bezighoudt met de cijfermatige resultaten van hun manier van boeren. “Het levert zo’n 20% meer rendement en houdt het organische-stofgehalte op peil. Waarom het werkt weten we niet precies. Er zijn nog geen duidelijke verklaringen voor, maar toevallig bevestigde het Louis Bolk Instituut pas dat verschillende biodynamische bedrijven die 20% halen.”
In de stal lopen runderen van alle leeftijden door elkaar. Kalfjes drinken bij hun moeder. Stiksma: “De inrichting van de stal zorgt voor een eenvoudige en natuurlijke loop. Dat leidt ertoe dat de rangorde zo veel mogelijk in stand blijft en dat geeft rust in de groep.”
Er komt in geld nooit vanaf wat een gezonde bodem aankanGeld en grond
We komen te praten over de waarde van de boerderij van Jeuken en Krul. De grond in de polder is duur. Zelfs de intensief gebruikte hectares gaan gemakkelijk voor meer dan €100.000 van de hand. Misschien is GAOS door de uitstekende bodemkwaliteit nog gemakkelijker en nog wel duurder te verkopen. “Maar,” vertelt Stiksma, “als de grond voor zulke prijzen overgenomen zou moeten worden, dan wordt je ook gedwongen het uit te boeren. Er komt namelijk in geld nooit vanaf wat een gezonde bodem aankan. Geld en gezond boeren in Nederland verdragen elkaar nogal slecht anno 2017.”
Het moet anders vinden de boeren van GAOS. “Als we in Nederland alleen voor Nederland produceren, hoeven we de bodem niet zo uit te putten. Zo gek is die gedachte niet, want tegen de goedkopere productie uit het buitenland kunnen wij toch niet op,” zegt Jeuken.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Mooie registratie van data.
Ik had niet gedacht dat groenbemesters in een zelfde teeltjaar zoveel droge stof opbrengt.
Even afhankelijk van de teelt dat is duidelijk in je voorbeeld dat er een behoorlijke aanzet tot evenwicht wordt gedaan met groenbemesters.
(en denk ik dan hardop, bijzonder dat we zoveel jaren akkers 'zwart' lieten in "lege maanden").
Fraaie slotzin ;-)
Mineralen balanzen zijn naast interessant denk ook van belang om niet (onverwacht) door een minima grens te zakken voor een essentieel mineraal. Hoe willen jullie dat (blijven / beter) managen naar de toekomst toe?
Hallo Jeroen, al weer een beetje verlaat dooral dat mooie "werk weer buiten.... maar , zoals je al eerder zei: online gesprek is geduldig.
Om nog even terug te komen over de inzet van groenbemesters hier op het bedrijf. Tot half aug zaaien we het reeds beschreven mengsel.
Tot half sept een mengsel van gele mostert, haver, bladramenas. Tot half okt ,zomer rogge met winter erwten .
Ik heb nog even in het logboek gekeken. Het eerste mengsel had afgelopen jaar een d.s / ha van 3400kg bovengronds en ondergronds 940 kg.
Misschien interessant voor je , wat er aan d.s./ ha op dit perceel af en aan gevoerd is in 2016.
Afvoer van bedrijf: poot aardappels 26 000 kg owg 290 = 6500 kg d.s
Aanvoer: 13 000 kg eigenrund vee stalmest compost= 4300 kg d.s
aardappel stoppel resten = 1100 kg d.s.
bijdrage groenbemester =4340 kg d.s.
9740kg aanvoer en 6500kg afvoer =3240kg input d.s. /ha.
Bij de spelt is dit in 2016 geweest:
Afvoer van bedrijf: 4100kg korrel 16% vocht = 3540kg d.s.
blijft op bedrijf 4300 kg stro = 4000kg d.s.
Aanvoer: stoppel resten 1300kg d.s.
bijdrage groenbemester 4340 kgd.s.
5640kg aanvoer en 7540 kg afvoer = 1900 kg output d.s/ ha
Je ziet dat er hier een tekort is wat komt door dat er geen bemesting gegeven is, het ras spelt wat we verbouwen is van een een oud hoog bakwaardig ras dat geen extra bemesting duldt .
Op bedrijfs niveau is er door slim en veel inzet van goede groen bemesters een balans aan/afvoer d.s.
Let wel,h et gaat hier dus om d.s. De mineralen balans is een stuk moeilijker en prijzig om te berekenen . maar zeker ook interessant.
GAOS .......sprookje en werkelijkheid....tegelijk!
Lijkt me logisch dat de M schimmel het effectiefs is bij lage P waarde.
Het is een sprookje dat P uit het heelal komt, zoals eerder gezegd is het "gejat"van de Alpen en uit de Zuiderzee.
De acceptabele mais opbrengst van 30 jaar geleden is heden ten dagen onacceptabel.
Hij was mans hoog ,goed gevuld en deegrijp. Voor een cijferman voldoende input om D.S te achterhalen?
Deze data man is dus benieuwd wat de opbrengst mais per hectare was dat seizoen van het perceel met het P-al getal van 5?
(En Hendrik ook zo te lezen).
Ik had inderdaad 'vergeten' te vragen naar "hoe hoog de maïs" wel is geworden dat jaar.
Mycorrhiza kan alleen maar leveren bij zeer lage bemestingsniveau's. Is er dan nog sprake van een enigszins acceptabele opbrengst vraag ik me dan af. In ieder geval heb ik hier over geen wetenschappelijk begeleide proefvelden experimenten in dit land gezien. Voorlopig beschouw ik dit verhaal daarom nog steeds als een mooi sprookje uit Bio hand.
Die bio collega kwam zeker uit Zeewolde? Zijn fosfaat kwam uit het heelal. Wouter van der Weijden stond er bij en luisterde er naar toen deze boer mij dit vertelde. Al weer een mooi sprookje.