Franse boeren en uitvinders ontwikkelden Aggrozouk, een fietstractor. Zien we die binnenkort op de akkers?
Atelier Paysan, een collectief van kleine boeren en uitvinders in Frankrijk, heeft de Aggrozouk ontwikkeld. Dat is een lichtgewicht skelter waarmee een akkerbouwer fietsend zijn grond kan bewerken. Twee batterijen drijven het gereedschap onder de skelter aan. De fietstractor is niet te koop. Wie ermee wil werken, kan de bouwtekeningen gratis downloaden en het apparaat zelf maken. Atelier Paysan nodigt iedereen uit het ontwerp te verbeteren en zo bij te dragen aan de ontwikkeling van schone en duurzame kleinschalige landbouw.
“Ik moest lachen toen ik dit filmpje zag,” zegt bodemdeskundige Fransjan de Waard. “Je moet me niet vragen of dit de toekomst heeft, want natuurlijk gaan we dit niet allemaal doen. De traptractor geeft eerder een symbolisch out of the box-idee hoe we de landbouw kunnen omgooien.” Die omslag is hard nodig vindt de Waard: “We liggen op ramkoers naar de afgrond. De Nederlandse agrarische sector gebruikt structureel te veel fossiele brandstoffen. Ik vind het belangrijk dat veel meer mensen zich met het voedselsysteem gaan bezighouden en actief onderzoeken hoe het anders kan. De fietstractor geeft een mooi beeld hoe de landbouw zonder fossiel kan.”
Jaap van Wenum, voorzitter Akkerbouw LTO Nederland (Land- en Tuinbouw Organisatie), ziet ook de symbolische waarde: “Zware landbouwmachines veroorzaken bodemverdichting. Hierdoor ontstaan problemen als teruglopende opbrengst en stilstaand water op het land. Slimme, kleine machines zijn hiervoor een oplossing. Deze traptractor sluit aan bij de richting waarin LTO denkt.”
Paul Bodelier, microbieel ecoloog aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), onderstreept dat bodemcompactie zeer nadelige gevolgen heeft voor het bodemecosysteem. “Bodemverdichting en intensieve landbouw beïnvloeden de bodemaggregaten en poriën, en daarmee de connectie tussen bodemorganismen. Juist die connectie en heterogeniteit in de bodem leiden tot complexe maar stabiele voedselwebben en daarmee een stabiele en efficiënte bodem. Geen zware machines op het land is natuurlijk altijd beter. Maar, ik vraag mij wel af of het trapmodel zo efficiënt is.”
De traptractor lijkt vooral geschikt voor de kleinschalige landbouw. “De traptractor is een slimme mechanisatie voor een kleine boer. Vermindering van handwerk houdt de inspiratie in het werk,” zegt de biologische akkerbouwer en groenteteler Jopie Duijnhouwer. Leon Noordam van Novifarm (800 hectare) beaamt dit: “Dit is een mooi initiatief voor zeer kleinschalige (stads)productie of voor gebruik in moestuinen.” Ook de Waard ziet hier kansen: “Mogelijk dat een techniek als de traptractor in kleine kring, op lokaal niveau en met directe afnemers, op zijn plek is. De ontwikkeling van een waaier aan lokale voedselsystemen en arrangementen is gaande en zal zich autonoom voortzetten.”
De kosten van arbeid maken het apparaat weinig geschikt voor Nederland. “De benodigde arbeid kost te veel. Dit houdt meteen in dat dit soort machientjes geschikt is voor lagelonenlanden,” aldus Teun de Jong, voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond. Van Wenum denkt hierover hetzelfde: “Geen consument gaat alleen voor de traptractor een meerprijs betalen. Als een akkerbouwer zich wil onderscheiden moet hij dat doen met andere aspecten, zoals smaak en duurzaamheid.”
Van Wenum ziet geen concreet toekomstperspectief voor de lowtech-traptractor in Nederland. “Het vraagt te veel arbeid en daarvan hebben we te weinig in de landbouw.” De Waard onderschrijft dit probleem: “Er zijn te weinig boeren die willen opvolgen. En het is financieel lastig om een boerenbedrijf over te nemen vanwege de hoge grondprijzen. Maar meer mensgedreven technologie kan wel zorgen voor een meer divers werkaanbod in de landbouw.” Hij geeft hiervoor als voorbeeld nieuwe groepen mensen in Amerika, met name uit de stad, die coöperatief gaan boeren.
De Waard vult aan: “We moeten de kosten van de landbouw niet als losstaand zien, maar het hele systeem holistisch bekijken. Mensen die nu in de onnodige industrie werken, kunnen we beter inzetten op het land. Dat is nog beter voor de gezondheid ook. Consumenten moeten meer betalen voor goed eten uit de buurt. Nu is eten veel te goedkoop, waardoor we het gemakkelijk weggooien. Terwijl onze huizen uitpuilen van spullen die we niet nodig hebben.”
Van Wenum is sceptisch: “We praten al jaren over het verhogen van de prijs, maar in de praktijk komt het er nooit van.” Daarom ziet hij meer in het toepassen van hightech: “Deze traptractor is een lowtech-optie; wij boeren kijken naar hightech. De brancheorganisatie akkerbouw en LTO ondersteunen onderzoek naar autonoom werkende machines. Ik verwacht dat we over vijf jaar autonoom kunnen schoffelen en over tien jaar beginnen met testen van machinaal autonoom oogsten.”
Daarover lijkt Duijnhouwer net zo te denken: “Elektrisch en zelfrijdend hebben de toekomst, bijvoorbeeld robotmaaiertjes die zelfstandig het werk doen en weer naar huis komen als hun accu bijna leeg is. Die kosten veel minder energie dan grote machines.” Bodelier sluit zich daarbij aan: “In het licht van de economie (waar alles om draait natuurlijk) zou ik wel een lichtere en onbemande versie van de traptractor op zonne-energie willen promoten.”
Dit artikel afdrukken
Deze traptractor sluit aan bij de richting waarin LTO denktSymbolisch voor de toekomst
“Ik moest lachen toen ik dit filmpje zag,” zegt bodemdeskundige Fransjan de Waard. “Je moet me niet vragen of dit de toekomst heeft, want natuurlijk gaan we dit niet allemaal doen. De traptractor geeft eerder een symbolisch out of the box-idee hoe we de landbouw kunnen omgooien.” Die omslag is hard nodig vindt de Waard: “We liggen op ramkoers naar de afgrond. De Nederlandse agrarische sector gebruikt structureel te veel fossiele brandstoffen. Ik vind het belangrijk dat veel meer mensen zich met het voedselsysteem gaan bezighouden en actief onderzoeken hoe het anders kan. De fietstractor geeft een mooi beeld hoe de landbouw zonder fossiel kan.”
Jaap van Wenum, voorzitter Akkerbouw LTO Nederland (Land- en Tuinbouw Organisatie), ziet ook de symbolische waarde: “Zware landbouwmachines veroorzaken bodemverdichting. Hierdoor ontstaan problemen als teruglopende opbrengst en stilstaand water op het land. Slimme, kleine machines zijn hiervoor een oplossing. Deze traptractor sluit aan bij de richting waarin LTO denkt.”
Paul Bodelier, microbieel ecoloog aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW), onderstreept dat bodemcompactie zeer nadelige gevolgen heeft voor het bodemecosysteem. “Bodemverdichting en intensieve landbouw beïnvloeden de bodemaggregaten en poriën, en daarmee de connectie tussen bodemorganismen. Juist die connectie en heterogeniteit in de bodem leiden tot complexe maar stabiele voedselwebben en daarmee een stabiele en efficiënte bodem. Geen zware machines op het land is natuurlijk altijd beter. Maar, ik vraag mij wel af of het trapmodel zo efficiënt is.”
Geen consument gaat alleen voor de traptractor een meerprijs betalenVoetwerk is duur
De traptractor lijkt vooral geschikt voor de kleinschalige landbouw. “De traptractor is een slimme mechanisatie voor een kleine boer. Vermindering van handwerk houdt de inspiratie in het werk,” zegt de biologische akkerbouwer en groenteteler Jopie Duijnhouwer. Leon Noordam van Novifarm (800 hectare) beaamt dit: “Dit is een mooi initiatief voor zeer kleinschalige (stads)productie of voor gebruik in moestuinen.” Ook de Waard ziet hier kansen: “Mogelijk dat een techniek als de traptractor in kleine kring, op lokaal niveau en met directe afnemers, op zijn plek is. De ontwikkeling van een waaier aan lokale voedselsystemen en arrangementen is gaande en zal zich autonoom voortzetten.”
De kosten van arbeid maken het apparaat weinig geschikt voor Nederland. “De benodigde arbeid kost te veel. Dit houdt meteen in dat dit soort machientjes geschikt is voor lagelonenlanden,” aldus Teun de Jong, voorzitter van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond. Van Wenum denkt hierover hetzelfde: “Geen consument gaat alleen voor de traptractor een meerprijs betalen. Als een akkerbouwer zich wil onderscheiden moet hij dat doen met andere aspecten, zoals smaak en duurzaamheid.”
Meer mensgedreven technologie kan zorgen voor een meer divers werkaanbod in de landbouw.Handen en voeten te kort
Van Wenum ziet geen concreet toekomstperspectief voor de lowtech-traptractor in Nederland. “Het vraagt te veel arbeid en daarvan hebben we te weinig in de landbouw.” De Waard onderschrijft dit probleem: “Er zijn te weinig boeren die willen opvolgen. En het is financieel lastig om een boerenbedrijf over te nemen vanwege de hoge grondprijzen. Maar meer mensgedreven technologie kan wel zorgen voor een meer divers werkaanbod in de landbouw.” Hij geeft hiervoor als voorbeeld nieuwe groepen mensen in Amerika, met name uit de stad, die coöperatief gaan boeren.
De Waard vult aan: “We moeten de kosten van de landbouw niet als losstaand zien, maar het hele systeem holistisch bekijken. Mensen die nu in de onnodige industrie werken, kunnen we beter inzetten op het land. Dat is nog beter voor de gezondheid ook. Consumenten moeten meer betalen voor goed eten uit de buurt. Nu is eten veel te goedkoop, waardoor we het gemakkelijk weggooien. Terwijl onze huizen uitpuilen van spullen die we niet nodig hebben.”
Elektrisch en zelfrijdend hebben de toekomst, bijvoorbeeld robotmaaiertjes die zelfstandig het werk doen en weer naar huis komen als hun accu bijna leeg isLowtech versus hightech
Van Wenum is sceptisch: “We praten al jaren over het verhogen van de prijs, maar in de praktijk komt het er nooit van.” Daarom ziet hij meer in het toepassen van hightech: “Deze traptractor is een lowtech-optie; wij boeren kijken naar hightech. De brancheorganisatie akkerbouw en LTO ondersteunen onderzoek naar autonoom werkende machines. Ik verwacht dat we over vijf jaar autonoom kunnen schoffelen en over tien jaar beginnen met testen van machinaal autonoom oogsten.”
Daarover lijkt Duijnhouwer net zo te denken: “Elektrisch en zelfrijdend hebben de toekomst, bijvoorbeeld robotmaaiertjes die zelfstandig het werk doen en weer naar huis komen als hun accu bijna leeg is. Die kosten veel minder energie dan grote machines.” Bodelier sluit zich daarbij aan: “In het licht van de economie (waar alles om draait natuurlijk) zou ik wel een lichtere en onbemande versie van de traptractor op zonne-energie willen promoten.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"Mensen die nu in de onnodige industrie werken, kunnen we beter inzetten op het land."
Vooral dat woord 'inzetten', wekt een lichte irritatie op bij mij.
Wie zei dat eerder ?
Ben het even kwijt.
Ergens in zuid-oost Azië. Stuurde alle stedelingen naar het platteland.
Daar moest het gebeuren. De nieuwe gezonde staat.
Ik herinner me dat er niet veel van hen terug kwamen..
Verkeerd verwoord. Hans Pollemans heeft gelijk. Maar kom op met die lichte intelligente machines. De ontwikkeling gaat in vergelijking met andere technologie erg traag.
En dichter bij huis, Hans Pollemans. Vertaal arbeidsinzet in het Duits en een ieder begrijpt opeens wat er mis is met de achteloos geformuleerde uitdrukking van heer De Waard.
Wat dacht u van herintroductie van het paard? Kijk de mens kan aan de aarde alleen maar een beetje krabben, voor het echt serieuze werk hadden boeren ooit, na eeuwenlang fokbeleid ossen (Italiaanse Romagnola's of Chianina's, minstens 650-700 kg) en paarden (onze zwaarsten de Franse Percherons en de Britse Clydesdales en niet te vergeten onze Belg, het Zeeuwse trekpaard met een gewicht van 800-1000 kg). Trekvermogen ongeveer 10% van hun lichaamsgewicht. En dan komt er zo'n snotaap met een batterijfiets, eentje dei nog nooit een strenge stief mokt hed en die roept eureka? Voor diep ploegen heb je tussen de 120 kg en 170 kg trekvermogen nodig. Voor een zelfbinder 200 kg en dus hadden wij daarvoor twee belgen nodig. Fantastisch gezicht trouwens.
Maar daarmee is het ook niet allemaal pais en vree.
Door de introductie van paardentrekkracht kwam er enorm veel tijd vrij. Voor journalisten met hightech onzin verhalen en allerlei andere lieden met nog meer ongein. Een ding is zeker met dit stukje speelgoed voor goedgelovigen ken je nog gain brobbel van 't woater of bloazen!
Volgens het AD gaat high tech landbouw de wereld redden. Dat kondigt de krant als volgt aan: "In Dronten wordt diep nagedacht over de boerderij van de toekomst. Als we nu niets doen, is in 2030 drie keer het aardoppervlak nodig om negen miljard mensen te voeden. De oplossing is precisielandbouw, 'big data' en autonome machines."