Het onderzoek waar Seidell naar verwijst, is al uit 2010. Het analyseerde schilderijen en afbeeldingen van het Laatste Avondmaal. Die maaltijd is door de eeuwen heen een geliefd onderwerp voor kunstenaars geweest. In het boek Last Supper (2000) staan een honderdtal afbeeldingen bij elkaar.

De Amerikaanse voedingswetenschapper Brian Wansink bestudeerde 52 van deze afbeeldingen uit het afgelopen millenium. Een periode waarin de productie, beschikbaarheid, veiligheid, hoeveelheid en betaalbaarheid van eten drastisch toegenomen zijn, schrijven de auteurs in het artikel, gepubliceerd in Journal of Obesity.

De onderzoekers bestudeerden de afmetingen van het brood, de gerechten en de borden op tafel. Op de schilderijen troffen ze vis of paling (18%), lamsvlees (14%) en varkensvlees (7%) aan. Op 46% van de schilderijen was het hoofdgerecht niet herkenbaar. Vervolgens indexeerden ze de afmetingen in relatie tot de gemiddelde grootte van de hoofden op de afbeelding. Een index van 2.0 betekent dan dat het brood op de afbeelding twee keer zo breed is als het hoofd van een gemiddelde apostel.

Daarna zetten ze de afmetingen uit in een tijdsgrafiek. In deze grafiek is de stijgende maat van de relatieve grootte van de porties te zien.

grafiek afmetingen laatste avondmaal

Zoals verwacht nam de afmeting van het afgebeelde voedsel in de loop der tijd toe. De gerechten zijn door de eeuwen heen 69,2% groter geworden, brood 23,1% en de borden op tafel namen met 65,6% in omvang toe.
Jaap Seidell vat de boodschap in zijn tweet samen: Goede vrijdag is steeds beter geworden.
Dit artikel afdrukken