Zodra een huisdier is aangewezen op nierdieet of gewrichtsbrokken staat de biologische sector met lege handen. Dat is geen onwil, maar het gevolg van knellende regels uit Brussel. Hanny Roskam analyseert de dilemma's van een bewuste Nederlander bij het voeren van zijn of haar huisdier.
Ze zijn lang niet zo ingeburgerd als biologisch mensenvoeders, maar ook biologische diervoeders zitten in de lift. Zo is het Nederlandse katten- en hondenvoer Yarrah op steeds meer plaatsen verkrijgbaar en heeft Whiskas een biologische lijn. En ook een aantal buitenlandse merken treedt toe tot de diervoedermarkt, zoals Hermann's uit Duitsland en Orijen Regional Red uit Canada. Een interessante ontwikkeling, zeker nu de biologische veesector groeit en er voldoende reststromen zijn voor de productie van petfood.
Grenzen
Maar de bio-petfoodmarkt loopt tegen grenzen aan. Zodra een huisdier is aangewezen op speciale dieetvoeders staat de biologische sector met lege handen. Vroeg of laat moeten de meeste honden en katten op dieet. Bij gewrichtsklachten, nierklachten en tandklachten bijvoorbeeld. Daarvoor zijn speciale voeders in de handel met verlaagde eiwitgehaltes (bij nierklachten) of met speciale toevoegingen zoals glucosamine (voor gewrichten, schijnt bij dieren toch écht te helpen...) en trifosfaat (lost tandsteen op).
De laatst genoemde toevoegingen gelden volgens de regels voor biologische producten niet als natuurlijk en mogen daarom niet worden toegevoegd. De huisdiereneigenaar met een hart voor dieren ziet zich geconfronteerd met een vervelend dilemma: doormodderen met biologisch met alle dierenartskosten en huisdierleed van dien. Of het huisdier gezond houden en de vermaledijde intensieve veehouderij blijven sponsoren.
Maar op dit moment staan ze met lege handen zodra huisdieren ten prooi vallen aan de meest voorkomende aandoeningen. En de kans is dan zeer groot dat honden- en kattenliefhebbers terugvallen op regulier dieetvoer.
Bijlagen V en VI
Bionext is de brancheorganisatie voor de biologische sector. Woordvoerder Miriam van Bree vragen we of er oplossingen in zicht zijn. Van Bree erkent dat deze problematiek speelt. "Als je gecertificeerd biologisch diervoeder op de markt wilt brengen, ben je allereerst verplicht om 95% biologische ingrediënten te gebruiken. Voor de overige 5 procent ben je bovendien gebonden aan ingrediënten die zijn erkend door de EU."
Er mag een aantal niet-biologische ingrediënten, toevoegingen en hulpstoffen in zitten maar alleen als ze voorkomen in de bijlagen V en bijlage VI van Verordening 889/2008. Neutraceuticals voor honden en katten zoals glucosamine en trifosfaat staan daar niet op.
In theorie kan Brussel nieuwe ingrediënten op de lijst zetten. Van Bree "Dat is alleen een log en traag proces, nog net iets minder dan beton. De Brusselse regels veranderen maar moeizaam. Een land moet een voorstel doen met wijzigingen, met een compleet dossier. Dat kan geen commerciële partij zijn, dus daar zit de eerste drempel. Als duidelijk wordt dat er echt geen alternatief is, kan in Brussel een wijziging worden doorgevoerd."
Bionext kan voor Nederland het lobbytraject verzorgen, maar de belanghebbende moet wel wat geld meenemen. "Een fabrikant of belanghebbende moet betalen voor het lobbytraject want er zijn veel kosten aan verbonden. Ook stemmen wij af op onze achterban welke stoffen de prioriteit hebben."
Dure lobby
Er is een uitweg. De fabrikant kan een product maken dat niet het biologische keurmerk draagt, maar dat met bijvoorbeeld 95 procent biologische ingrediënten is gemaakt. Dat mag dan wél op de verpakking worden vermeld. Van Bree: "Dat is een goede manier voor een producent om de markt te verkennen. Vervolgens weet hij of het zin heeft om een lobbytraject in te zetten voor het opnemen van neutraceuticals in de lijst met toegestane toevoegingen."
Maar een zure appel is het wel. Zeker als je al veel geld hebt geïnvesteerd in een compleet biologische lijn van honden- en kattenproducten en je merknaam hebt verbonden aan het groene EU-vlaggetje. Maar een telefoontje naar Arthur Hartman, de kwaliteitsmanager van het Nederlandse Yarrah leert dat men open staat voor creatieve oplossingen. "We gaan er in elk geval over nadenken."
Dit artikel afdrukken
Grenzen
Maar de bio-petfoodmarkt loopt tegen grenzen aan. Zodra een huisdier is aangewezen op speciale dieetvoeders staat de biologische sector met lege handen. Vroeg of laat moeten de meeste honden en katten op dieet. Bij gewrichtsklachten, nierklachten en tandklachten bijvoorbeeld. Daarvoor zijn speciale voeders in de handel met verlaagde eiwitgehaltes (bij nierklachten) of met speciale toevoegingen zoals glucosamine (voor gewrichten, schijnt bij dieren toch écht te helpen...) en trifosfaat (lost tandsteen op).
De laatst genoemde toevoegingen gelden volgens de regels voor biologische producten niet als natuurlijk en mogen daarom niet worden toegevoegd. De huisdiereneigenaar met een hart voor dieren ziet zich geconfronteerd met een vervelend dilemma: doormodderen met biologisch met alle dierenartskosten en huisdierleed van dien. Of het huisdier gezond houden en de vermaledijde intensieve veehouderij blijven sponsoren.
Als je gecertificeerd biologisch diervoeder op de markt wilt brengen, ben je allereerst verplicht om 95% biologische ingrediënten te gebruikenVoor biologische diervoederproducten is het bovendien een bottleneck: willen ze zich uit hun nichemarktpositie losworstelen, dan moeten ze in staat zijn om voor elke levensfase van een dier voeders te verkopen.
Maar op dit moment staan ze met lege handen zodra huisdieren ten prooi vallen aan de meest voorkomende aandoeningen. En de kans is dan zeer groot dat honden- en kattenliefhebbers terugvallen op regulier dieetvoer.
Bijlagen V en VI
Bionext is de brancheorganisatie voor de biologische sector. Woordvoerder Miriam van Bree vragen we of er oplossingen in zicht zijn. Van Bree erkent dat deze problematiek speelt. "Als je gecertificeerd biologisch diervoeder op de markt wilt brengen, ben je allereerst verplicht om 95% biologische ingrediënten te gebruiken. Voor de overige 5 procent ben je bovendien gebonden aan ingrediënten die zijn erkend door de EU."
Er mag een aantal niet-biologische ingrediënten, toevoegingen en hulpstoffen in zitten maar alleen als ze voorkomen in de bijlagen V en bijlage VI van Verordening 889/2008. Neutraceuticals voor honden en katten zoals glucosamine en trifosfaat staan daar niet op.
In theorie kan Brussel nieuwe ingrediënten op de lijst zetten. Van Bree "Dat is alleen een log en traag proces, nog net iets minder dan beton. De Brusselse regels veranderen maar moeizaam. Een land moet een voorstel doen met wijzigingen, met een compleet dossier. Dat kan geen commerciële partij zijn, dus daar zit de eerste drempel. Als duidelijk wordt dat er echt geen alternatief is, kan in Brussel een wijziging worden doorgevoerd."
Bionext kan voor Nederland het lobbytraject verzorgen, maar de belanghebbende moet wel wat geld meenemen. "Een fabrikant of belanghebbende moet betalen voor het lobbytraject want er zijn veel kosten aan verbonden. Ook stemmen wij af op onze achterban welke stoffen de prioriteit hebben."
Dure lobby
Er is een uitweg. De fabrikant kan een product maken dat niet het biologische keurmerk draagt, maar dat met bijvoorbeeld 95 procent biologische ingrediënten is gemaakt. Dat mag dan wél op de verpakking worden vermeld. Van Bree: "Dat is een goede manier voor een producent om de markt te verkennen. Vervolgens weet hij of het zin heeft om een lobbytraject in te zetten voor het opnemen van neutraceuticals in de lijst met toegestane toevoegingen."
Maar een zure appel is het wel. Zeker als je al veel geld hebt geïnvesteerd in een compleet biologische lijn van honden- en kattenproducten en je merknaam hebt verbonden aan het groene EU-vlaggetje. Maar een telefoontje naar Arthur Hartman, de kwaliteitsmanager van het Nederlandse Yarrah leert dat men open staat voor creatieve oplossingen. "We gaan er in elk geval over nadenken."
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Als er geen problemen zijn worden ze wel verzonnen. Zeker gezien wat er gaande is in Afrika: een gotspe.
Theo#1
Je hebt absoluut gelijk..
En alsof het houden van huisdieren op zich überhaupt ‘biologsch’ kàn zijn.
Katten en honden overleefden net als ratten duizenden jaren door achter de horden aan te rennen en zich te voeden met wat men weg gooide.
Het bovenstaande geserveerde probleem is een non-issue.
Mooie echt gebeurde anekdote:
Mijn vrouw komt van Knokke. Komt veel Brusselse kak. Een nichtje van haar werkt bij een gerenommeerde slager. Komt een vrouw ‘nie koet spreek vlaams’ met Fifieke en vraagt om een ‘karkilootje’ (250g) filet pur'. Wel gemalen.
Slager toont een prachtig stuk filet pur. ‘Zo goed, madam ?’
En gaat naar achter en maalt wat mager rood restvlees. Kassa.
Madam trots; Fifieke proeft geen verschil, en een duim voor de slager.
Ik acht het hoogst crimineel filet pur aan een hond te geven.
Ook al bulk je van het geld. Not done.
Mijn achting voor die beenhouwer vloog met sprongen omhoog.
Wat een integere, verstandige man !
Dat mag zo zijn, Hans en Theo. Het hangt echter af van je perspectief: zolang we niet erkennen dat we zelf te veel zijn en biologisch voor de wereld niet uitkan laat staan voor onze huisdieren, dan moet het kunnen voor degenen die hun huisdier net zo bewust - zoals dat woord gebruikt wordt - te voeden als zichzelf. En als er dan inderdaad dieetvoer nodig is, dan moet ook dat biologisch kunnen.
Ik hoorde onlangs van een alternatief: vegetarisch voer voor huisdieren dat toch helemaal voldoet aan alles wat ze nodig hebben. De Nederlandse overheid financiert dat initiatief voor de helft, een Frans diervoederbedrijf voor de andere helft.
Je 2e alinea is nepnieuws Dick.
Kun je dat toelichten, Theo? Het is nl. een feit. Dat maakt jouw opmerking nepnieuws.