Het Lakenvelderrund wordt bedreigd door regels die de Nederlandse melkveehouders en staatssecretaris Martijn van Dam hebben opgelegd om het milieu tegen de intensieve Nederlandse boer te beschermen. Boer Bert heeft zijn Lakenvelders te koop gezet. Boer Jelle en Geert Boink, dierenarts en voorzitter van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen, zien de toekomst rooskleuriger in.
Eerder deze week luidde Reurt Boelema van Slow Food Nederland de noodklok. De maatregelen die staatssecretaris Van Dam heeft genomen om de milieuvervuiling van de Nederlandse melkveehouderij in te dammen, laten de Lakenvelderkoe uitsterven. Het dier wordt gehouden door mensen die het kenmerkende ras met de witte band over rug en buik in stand willen houden, hoewel dat economisch niet gemakkelijk is.
De nieuwe maatregelen zorgen er echter voor dat zulke mensen tienduizenden euro's bij moeten betalen voor de poep die de beesten produceren. Na het verlaten van de melkquota, zijn Nederlandse melkveehouders meer poep gaan produceren dan het milieu volgens Europese afspraken aankan.
Daar zijn de Lakenvelderboeren niet verantwoordelijk voor. Ze zijn niet meer dieren gaan houden en die zijn niet meer gaan poepen. Hun dieren poepen zelfs minder dan de gemiddelde Nederlandse melkkoe. Toch moeten zij meeboeten voor de overproductie van de intensieve Nederlandse melkkoeienboeren die de Europese milieuregels overtreden. Dat is een probleem voor de Lakenvelder. Het ras telt slechts 3.500 exemplaren. Zoveel heb je er minimaal nodig om het zonder inteelt goed in stand te kunnen houden. Vooral het houden van productieve stieren is van belang.
Conventie inzake Biologische Diversiteit
Maar de dieren worden bedreigd omdat ze als 'gewone koeien' meetellen in de nieuwe regelingen die de hoeveelheid koeienpoep in Nederland moeten terugdringen. Gisteren kwam in het nieuws dat boer Bert Smallegoor uit Doetinchem zijn Lakenvelders verkoopt. Hij heeft ze er als hobby bij, maar als hij €5.000 per dier moet bijbetalen dan moet hij ze wegdoen zegt hij op Omroep Gelderland.
Aanstaande dinsdag spreekt Geert Boink van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen met ambtenaren van staatssecretaris Van Dam over het ontstane probleem. De Lakenvelder en andere oud-Hollandse rassen kunnen verdwijnen als ze niet uitgezonderd worden van de maatregelen die de Nederlandse intensieve veehouderij recht op het milieupad moeten houden.
Even niet goed opgelet
Op TV Oost blijkt ex-cameraman en nu boer Jelle Hidma er al net zo over te denken. Na een loopbaan in Hilversum, investeerde hij de afgelopen jaren in een Lakenvelder veestapel. De nieuwe regelingen dwingen hem opeens geld op tafel te leggen om die te mogen houden, terwijl hij - zoals Boelema me vertelde - "alles doet wat de overheid wil en op geen enkele manier heeft bijgedragen aan het ontstane mestoverschot." Hidma zorgt voor een milieuvriendelijke, extensieve dierhouderij en een korte keten waarin hij Lakenvelders als vleeskoeien op de markt brengt. Waar Boelema zijn verontwaardiging laat doorklinken, hanteert Hidma zelf een rustiger toon. "We hebben nog tot 2018 om iets te doen." Dit komt goed, zegt hij met zoveel woorden op TV Oost.
De staatssecretaris heeft gewoon even niet goed opgelet en had de oude rassen meteen vrij moeten stellen van zijn antipoepmaatregelen. Boink gaat dat dinsdag in Den Haag duidelijk maken. De Conventie van Rio de Janeiro en het GPA geven de Lakenvelder en andere oude rassen een status aparte. Dat stelt hen vrij van de maatregelen die de inmiddels demissionaire staatssecretaris en de moderne boeren getroffen hebben om hun mestoverschot te beperken. De moderne plankgasboer kan om zulke dieren niet heen omdat ze nodig zijn voor de broodnodige biodiversiteit die nu eenmaal niet alleen in sperma- en eicelbanken kan worden diepgevroren en opgeslagen.
Dit artikel afdrukken
De nieuwe maatregelen zorgen er echter voor dat zulke mensen tienduizenden euro's bij moeten betalen voor de poep die de beesten produceren. Na het verlaten van de melkquota, zijn Nederlandse melkveehouders meer poep gaan produceren dan het milieu volgens Europese afspraken aankan.
Daar zijn de Lakenvelderboeren niet verantwoordelijk voor. Ze zijn niet meer dieren gaan houden en die zijn niet meer gaan poepen. Hun dieren poepen zelfs minder dan de gemiddelde Nederlandse melkkoe. Toch moeten zij meeboeten voor de overproductie van de intensieve Nederlandse melkkoeienboeren die de Europese milieuregels overtreden. Dat is een probleem voor de Lakenvelder. Het ras telt slechts 3.500 exemplaren. Zoveel heb je er minimaal nodig om het zonder inteelt goed in stand te kunnen houden. Vooral het houden van productieve stieren is van belang.
Conventie inzake Biologische Diversiteit
Maar de dieren worden bedreigd omdat ze als 'gewone koeien' meetellen in de nieuwe regelingen die de hoeveelheid koeienpoep in Nederland moeten terugdringen. Gisteren kwam in het nieuws dat boer Bert Smallegoor uit Doetinchem zijn Lakenvelders verkoopt. Hij heeft ze er als hobby bij, maar als hij €5.000 per dier moet bijbetalen dan moet hij ze wegdoen zegt hij op Omroep Gelderland.
Aanstaande dinsdag spreekt Geert Boink van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen met ambtenaren van staatssecretaris Van Dam over het ontstane probleem. De Lakenvelder en andere oud-Hollandse rassen kunnen verdwijnen als ze niet uitgezonderd worden van de maatregelen die de Nederlandse intensieve veehouderij recht op het milieupad moeten houden.
De moderne plankgasboer kan om zulke dieren niet heen omdat ze nodig zijn voor de broodnodige biodiversiteit die nu eenmaal niet alleen in sperma- en eicelbanken kan worden diepgevroren en opgeslagenBoink vertelt me dat hij goede hoop heeft dat die uitzondering er zal komen. "Nederland heeft in 1992 in Rio de Janeiro de Conventie inzake Biologische Diversiteit ondertekend. In 2007 heeft ons land heeft zich bovendien gecommiteerd aan het FAO Global Plan of Action on Animal Genetic Resources en de Interlaken Declaration (GPA) waarin het allemaal nog wat specifieker benoemd wordt. Het FAO actieplan geeft ons de handvatten om onze overheid op haar verantwoordelijkheid voor het behoud van de zeldzame landbouwhuisdierrassen aan te spreken. Ze zijn essentieel voor een weerbare dierhouderij. Daarom zijn ze bijvoorbeeld ook uitgezonderd van preventieve ruimingen. Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat de staatssecretaris zal begrijpen dat hij deze oude rassen van zijn maatregelen tegen milieuvervuiling moet vrijstellen."
Even niet goed opgelet
Op TV Oost blijkt ex-cameraman en nu boer Jelle Hidma er al net zo over te denken. Na een loopbaan in Hilversum, investeerde hij de afgelopen jaren in een Lakenvelder veestapel. De nieuwe regelingen dwingen hem opeens geld op tafel te leggen om die te mogen houden, terwijl hij - zoals Boelema me vertelde - "alles doet wat de overheid wil en op geen enkele manier heeft bijgedragen aan het ontstane mestoverschot." Hidma zorgt voor een milieuvriendelijke, extensieve dierhouderij en een korte keten waarin hij Lakenvelders als vleeskoeien op de markt brengt. Waar Boelema zijn verontwaardiging laat doorklinken, hanteert Hidma zelf een rustiger toon. "We hebben nog tot 2018 om iets te doen." Dit komt goed, zegt hij met zoveel woorden op TV Oost.
De staatssecretaris heeft gewoon even niet goed opgelet en had de oude rassen meteen vrij moeten stellen van zijn antipoepmaatregelen. Boink gaat dat dinsdag in Den Haag duidelijk maken. De Conventie van Rio de Janeiro en het GPA geven de Lakenvelder en andere oude rassen een status aparte. Dat stelt hen vrij van de maatregelen die de inmiddels demissionaire staatssecretaris en de moderne boeren getroffen hebben om hun mestoverschot te beperken. De moderne plankgasboer kan om zulke dieren niet heen omdat ze nodig zijn voor de broodnodige biodiversiteit die nu eenmaal niet alleen in sperma- en eicelbanken kan worden diepgevroren en opgeslagen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zitten wij met het Brandrode Rund ook mee. We hebben samen met de Lakenvelders een brief aan het ministerie gestuurd.
Tijd tot 2018? Dan biedt mogelijk het aanstaande Wilhelmuskabinet soelaas. Want Nederlands cultuurgoed is vast en zeker lekker. Normaal. Doen.
Ik heb gekscherend wel eens gezegd dat je geen beleid kunt maken voor alleen paarse Milka-koeien. Het gebeurt nu toch echt blijkbaar, ik ben al in mijn arm geknepen. Gek gemaakt door alle juristen gaat ieder zijn specifieke eigen gelijk bevechten. Sommige koeien zijn meer gelijk dan anderen. In 2014 had ik me er iets meer bij voor kunnen stellen dan vandaag...
Wiebren, ik begrijp - denk ik - al je zinnen. Maar deze moet je nog even toelichten: "In 2014 had ik me er iets meer bij voor kunnen stellen dan vandaag..."
Wat ik met 2014 bedoel is dit Dick:
Nu wordt er breeduit geroepen dat iedereen dit had zien aankomen en dat vooraf deugdelijke regelgeving ingevoerd had moeten worden. En iedereen is slachtoffer van deze regels en wil nu een uitzondering voor de eigen unieke situatie.
In de praktijk van bijna alle EU-landen met een mestprobleem (NL, Vlaanderen, Frankrijk, Denemarken, Duitsland oa) wordt naderhand de put gedempt.
De Nederlandse variant is het invoeren van productierechten, zoals die zijn aangekondigd op 2 juli 2015. Voorkomen hiervan lag in 2014, nadat Dijksma op 12 december 2013 een melkveefosfaatreferentie invoerde. Daarover is heel 2014 gedebatteerd in beide Kamers.
Toen hoorde je de pleidooien voor uitzonderen van oudHollandse koeienrassen niet.
Groei na 2 juli 2015 is voor eigen rekening en risico, dus bedrijven die vandaag koeien moeten wegdoen die moeten dat omdat ze er meer hebben dan op die datum. Die groei is er vast niet alleen geweest voor het fokprogramma voor de instandhouding van de zeldzame rassen. Wat in al die pleidooien niet verteld wordt is dat de bewuste bedrijven ook gegroeid zijn, net als de collega's waarover schande gesproken wordt.