"Bij het omrekenen van de hoeveelheid zout per brood naar de hoeveelheid zout per snee is een fout gemaakt. Grand-mère wit van Vlaamsch Broodhuys en Oberlander wit desem van Meesterbakker Roodenrijs bevatten geen 0,8 gram maar 0,5 gram zout per snee. Dit blijven de zoutste broden uit de test en de conclusies van het onderzoek zijn ongewijzigd: 13 van de 30 onderzochte broden bevatten meer zout dan de wettelijke norm."

Dat schreef de Consumentenbond vanmorgen in een persbericht naar aanleiding van het nieuws eerder deze week dat ambachtelijk brood in veel gevallen zouter blijkt dan wettelijk is toegestaan.
Ik sprak vanmorgen met Babs van der Staak van de Bond die me verzekerde dat er alleen een omrekeningsfout was gemaakt en geen meetfout zoals wij gisteravond aanvankelijk hadden gemeld. We pasten daarom de titel van het nieuwsbericht vanmorgen aan (de url laat de oude nog zien), want ze had gelijk. Daarmee blijven de conclusies van het onderzoek staan, stelt ze.

Ambachtelijke bakker Menno 't Hoen verklaarde vanmorgen op Foodlog dat het warenwettelijk toch anders in elkaar zit. 't Hoen: in tegenstelling tot wat de Consumentenbond blijft volhouden, hoef ik met mijn broden op dit moment niet zonder meer aan de norm te voldoen. Dat komt door de aard en benaming van mijn brood. In het aangepaste warenwetbesluit Meel en Brood is het maximaal toegestane zoutgehalte geregeld voor brood met de aanduiding ‘brood, witbrood, bruin brood, tarwebrood en melkbrood’. Er staat expliciet vermeld dat de wettelijke zoutnorm niet van toepassing is op brood met een andere aanduiding dan zojuist genoemd ‘zoals krentenbrood, rozijnenbrood of krentenbol.’

Het gaat dus niet, zoals de Consumentenbond wil doen geloven, om het gebruik van het woord ‘brood’ in een benaming. Immers, ook stokbrood, glutenvrij brood en zelfs Turks brood zijn uitgezonderd. Waarom zou ‘desembrood’ of ‘Frans brood’ dat dan niet zijn?
De bedoeling van de wetgever was waarschijnlijk om het maximale zoutgehalte van ‘ons dagelijks brood’ te reguleren. Krentenbrood, maar ook stokbrood en Turks brood worden niet als dagelijks brood gezien. Dat blijkt ook wel, want wie een Turks brood bij Albert Heijn koopt, krijgt maarliefst 3,5 gram zout per 100 gram brood binnen. Dat is bijna 3x hoger dan mijn oude zoutgebruik, waarop ik door de Consumentenbond zo hard werd aangepakt. En 3,5x de huidige zoutnorm.


Op Bakkerswereld zegt Jan Sander de Bie, directeur van de NBOV (Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemersvereniging) dat hij teleurgesteld is over het optreden van de Consumentenbond. Hij vindt het jammer dat de Consumentenbond zijn onderzoek te eenzijdig naar buiten brengt. De Bie: "de Consumentenbond blijft wel staan achter de uitkomsten van de algehele zoutmeting op droge stof en uiteraard valt daar nog winst te behalen. Daar maken wij ons als sector al jarenlang sterk voor. Maar door op deze manier naar buiten te treden, wordt het imago van de ambachtelijke bakkerij beschadigd en dat kan niet de bedoeling zijn."

Van der Staak vertelde me dat het onderzoek van de Consumentenbond is ingegeven door een lid van de Bond. Het lid proefde een ambachtelijk brood en vond het erg zout. Volgens Dimitri Roels van 't Vlaamsch Broodhuys is ambachtelijk brood voedzamer en heb je er minder van nodig, zodat het best zouter mag. 't Hoen zegt dat een minder zout brood minder verteerbaar is en dat - mede gegeven de warenwettelijke bepalingen - de Consumentenbond niet zo nadrukkelijk en eenzijdig had mogen communiceren. Bakkersland schrijft daar het volgende over: Zijn visie gaat verder en daarmee zwengelt ’t Hoen de discussie aan, die gaat over de gezondheid van brood in veel bredere zin, namelijk de gezondheid en de verteerbaarheid ervan. Een kwestie waarnaar onder leiding van de Universiteit van Maastricht inmiddels grootschalig onderzoek wordt gedaan, om na te gaan in hoeverre brood gezond dan wel ongezond is. Onderzoeker Fred Brouns wil onduidelijkheid daarover wegnemen.
’t Hoen reageert: ‘Het terugbrengen van de hoeveelheid zout zorgt voor een korter bereidingsproces waardoor complexere aroma’s minder makkelijk ontwikkelen en bovendien de verteerbaarheid van het brood afneemt. We hebben inmiddels ons productieproces aangepast om deze effecten te minimaliseren. Ons unieke, zuivere brood blijft dus de kwaliteit en smaak houden die u van ons gewend bent.’ Het terugdringen van het zoutgehalte in brood heeft volgens hem pas zin als ook het zoutgehalte in beleg (vleeswaren, kaas, pindakaas et cetera) wordt teruggebracht.’


Ons dagelijks brood en beleg blijken een manier om vanuit meer-en-minder het gesprek over de gezondheid van voedsel op te spelen vanuit heel verschillende perspectieven. Hopelijk zorgt het onderzoek van Brouns voor de broodnodige feitelijke inzichten over meer en minder vanuit al die perspectieven.
Dit artikel afdrukken