Als orthopedisch chirurg ziet Gary Fettke regelmatig diabetespatiënten bij wie een ledemaat afgezet moet worden als gevolg van hun ziekte. Fettke is op de hoogte van het succes van een koolhydraat-arm dieet (Low Carb High Fat of LCHF) bij diabetespatiënten en adviseerde daarom patiënten hun eetpatroon te veranderen. "Ik raad", zegt hij, "mensen aan vooral geraffineerde suikers te laten staan, veel groente te eten en gezonde vetten te gebruiken."

'Handelen buiten het vakgebied'
Fettke ondernam ook pogingen om het voedselbeleid in het ziekenhuis waar hij werkte te veranderen. Na een anonieme klacht van een diëtist heeft de Australian Health Practitioner Regulation Agency (AHPRA) een onderzoek ingesteld naar Fettke. De agency oordeelt dat Fettke "buiten zijn vakgebied heeft gehandeld en niet gekwalificeerd was om specifiek voedingsadvies te geven." Het is hem nu dus officieel verboden zijn patiënten te adviseren over hun voeding.

Voeding als aanvullende therapie
De AHPRA blijkt ook bezorgd dat Fettkes berichten op sociale media verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden en ertoe leiden dat mensen onterecht kunnen denken dat voeding een reguliere behandeling kunnen vervangen. Fettke vindt dit onterecht: "Ik zeg nooit dat een aanpassing in het eetpatroon andere behandelingen kunnen vervangen. Het is een aanvullende therapie naast de bestaande. LCHF is een bewezen effectieve interventie bij diabetes."

"Dit heeft grote gevolgen voor andere gezondheidsprofessionals", zegt Fettke. "Ook verpleegkundigen, tandartsen, apothekers, cardiologen en internisten geven voedingsadvies, terwijl niemand van hen een uitgebreide training in voeding heeft gehad."

Daar heeft Fettke gelijk in. Ook in Nederland geven bewogen artsen dieetadviezen omdat ze ervaren dat ze hun patiënten beter als vernieuwende diëtisten en leefstijlbegeleiders dan als dokter kunnen helpen. Bekende voorbeelden zijn de internisten Hanno Pijl (LUMC) en 'dr. Frank' van Berkum. Hun adviezen werden zeker aanvankelijk niet gedekt door protocollen of andere goed beschreven praktijken waarover consensus binnen beroepsgroepen bestaat, maar blijken in de praktijk duidelijk succesvol.

Dit artikel afdrukken