Wageningen Economic Research (tot voorkort ook bekend als het LEI) schreef afgelopen augustus een rapport voor het Europees Parlement over precisielandbouw en toekomst van landbouw in Europa. Econoom Krijn Poppe werkte mee aan dit document, met een hoofdstuk gewijd aan de economie en de organisatie van digitalisering van de precisielandbouw.

Poppe ziet dat het onderwerp Big Data in de landbouw de laatste 2 jaar meer aandacht krijgt, ook in overkoepelende (boeren)organisaties. ABN Amro gaat mee in deze trend en schreef het rapport Wijzer worden van Smart Farming.

Technologie
De technologie voor het verkrijgen, verwerken en toepassen van Big Data is er al. Toch “overtuigen de belofte van smart farming en de uitgebreide beschrijvingen van technologische mogelijkheden de boer nog niet”, schrijft ABN Amro. “Een heel klein aantal boeren ziet het belang”, zegt Poppe. Met Big Data technologieën kunnen zij hun productiviteit en efficiëntie verhogen en tegelijkertijd milieuschade beperken.

Zo kun je met behulp van satellietbeelden van gewassen uitspraken doen over de gesteldheid van de bodem op verschillende plekken. Data over het weer, de bodem en opbrengsten in combinatie met data van landbouwmachines leiden tot een beter advies over bijvoorbeeld het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Een slimme sensor zet metingen via een slim algoritme om in een bemestingsadviezen.

Big Data in de keten
Een andere toepassing van Big Data is een minder klassieke; het doortrekken van de data door de keten heen, zodat een consument over informatie uit de hele voedselketen kan beschikken. Poppe: “Deze data kunnen zaken garanderen, zoals de herkomst van vlees, het leven van het dier en het voer dat het heeft gegeten. Bedrijven kunnen ook data inzetten om consumenten te steunen in hun productkeuze. De vraag is natuurlijk of een consument dit allemaal wil weten.”

Dé consument bestaat niet, vindt Poppe. Hij denkt dan ook dat er een markt is voor deze toepassingen. Zo kunnen zieke en kritische consumenten bepaalde ingrediënten gemakkelijker vermijden en kunnen geëngageerde consumenten gerichtere keuzes maken met behulp van verkregen informatie.

Marktonderzoek en organisatie
Om door de keten heen echt waarde te kunnen halen uit data is marktonderzoek nodig, denkt Poppe. Waar zitten we op te wachten en waar zit geen toekomst in?
Een andere belemmering om de al beschikbare technologieën te gaan toepassen is organisatie en structuur. “Data van boer Jansen uit Groningen zijn niet zo interessant, gegevens worden pas iets waard als je ze van alle boeren in Groningen hebt”, vindt Poppe. Of als de data uit de melkrobot van boer Jansen ook door de zuivelindustrie of de fokkerij-organisatie kunnen worden gebruikt, al of niet tegen betaling. Daar is organisatie voor nodig, waarschijnlijk in de vorm van platforms die deze data gaan verzamelen en verwerken.

Juist die organisatie is ook belangrijk in het perspectief van Nederland als groot export- en importland. “Binnen een dorp vertrouwen we elkaar nog wel, maar in de internationale handel is het heel belangrijk om data te labelen." Poppe ziet hierin een leidende rol weggelegd voor Nederland. Het is economisch aantrekkelijk om dataplatformen in Nederland te huisvesten, bijvoorbeeld voor het creëren van werkgelegenheid. Met goede platforms is veel geld te verdienen, kijk maar naar Google. Amsterdam heeft een Internet-mainport en Wageningen heeft kennis, dus we zitten op de eerste rang.

Waarde van data
Wat is de waarde van data en hoe wordt die bepaald? Emailadressen worden nu verhandeld en hebben een waarde. Data hebben zelfs verschillende waardes afhankelijk van het al dan niet real-time beschikbaar zijn. “Er is nog niet zo’n markt voor landbouwdata”, vertelt Poppe. Hij verwacht ook niet dat de markt voor landbouwdata als zijnde losse data groot gaat worden. Het zal veelal gaan om data die aan een product vastzitten. Zo is het voor een zuivelfabrikant zeer interessant te weten hoeveel melk met welke kwaliteit er waar vandaan komt; daar wil hij wel voor betalen.

Ook ABN Amro ziet mogelijkheden voor waarde creatie met Big Data. Sector manager Wilbert Hilkers gaf hierop een toelichting tijdens een relatiebijeenkomst op de Dutch Design Week. Hij ziet verschillende verdienmodellen met Big Data. Naast de verkoop van boerderijdata kunnen boeren data gebruiken voor innovatie op de boerderij. Ditzelfde geldt voor verwerkers, toeleveranciers en technologieleveranciers.

Waarde buiten geld
Waarde hoeft zich niet direct te vertalen in geld, denkt Hilkers. Zo kunnen data worden geruild voor data of voor service. Bovendien hebben data een netwerkwaarde wanneer ze de verbinding tussen de boer en de consument verbeteren.

Een voorbeeld hiervan is Hallo Boer!, een van de winnaars van Farmhack. Hallo Boer zorgt ervoor dat je als consument weet wanneer je snijbieten vers van het veld komen of hoe het met de pompoenen van de boer in jouw buurt gaat.

Risico’s
Al deze ontwikkelingen brengen ook risico’s met zich mee. Allereerst commerciële risico’s voor de boer bij het geven van data aan zulke platforms. Een ander belangrijk risico is het Lock-in effect, legt Poppe uit. Hierbij word je gedwongen bij een bepaalde fabrikant of leverancier te blijven, omdat je gegevens gekoppeld zitten aan bepaalde software. Ga je naar de concurrent, dan ben je je data kwijt. Tot slot noemt Poppe nog het cyberrisico met de kans op hacken.

Eigendom
De belangrijkste vraag voor Poppe blijft: van wie zijn die data? Melkrobots en spuitmachines zullen straks ingebouwde systemen hebben voor het meten van gegevens. Zijn de gegevens daarmee automatisch van de melkrobotleverancier of de fabrikant van de spuitmachine, of blijven ze van de boer en kan die ze ook aan zijn adviseurs geven?
Dit artikel afdrukken