Een halve minuut. Dat is de tijd die een huisarts nodig heeft om mensen met obesitas te stimuleren om af te vallen. En het werkt.
Dat blijkt uit een onderzoek bij Britse huisartsen. Richtlijnen voor huisartsen schrijven voor dat ze bij mensen met obesitas het gewicht ter sprake brengen. Huisartsen zijn hier vaak huiverig voor omdat ze bang zijn om deze mensen tegen het hoofd te stoten. Engelse onderzoekers bekeken wat de impact zou zijn als huisartsen dit wel zouden doen.
Gerandomiseerd onderzoek
137 Britse huisartsen deden mee aan het onderzoek. Zij screenden obese patiënten(BMI > 30) en gaven een advies van 30 seconden. Er waren twee verschillende adviezen die de huisarts uitbracht. Het ene was een verwijzing naar een speciaal programma voor gewichtsverlies (12 sessies van 1 uur), waarbij de huisarts erop toezag dat de patiënt een afspraak maakte en follow-up bezoeken aanbood. Bij het andere advies besprak de huisarts zelf met de patiënt dat gewichtsverlies zijn of haar gezondheid ten goede zou komen.
1882 mensen namen deel aan de studie, waarvan 940 mensen een verwijzing kregen voor het afvalprogramma en 942 alleen het advies (de controlegroep). 379 mensen volgden daadwerkelijk het afvalprogramma na de verwijzing. 82 mensen die alleen het advies kregen van de huisarts besloten zelf om een afvalprogramma te gaan volgen.
Gewichtsverlies in hele onderzoekspopulatie
Een jaar later waren de mensen die het afvalprogramma volgden gemiddeld 2,5 kilo afgevallen. Ook de mensen die alleen het advies van de huisarts kregen waren minder zwaar; zij waren gemiddeld 1 kilo afgevallen. In de groep die het programma had gevolgd had een op de vier mensen meer dan 5% van het lichaamsgewicht verloren en een op de acht was meer dan 10% lichter geworden.
Slechts 21% van de mensen die advies kreeg en 14% van de mensen die een verwijzing kreeg, hadden helemaal geen actie ondernomen om af te vallen. Alle andere patiënten waren wel met het gewicht aan de slag gegaan.
Praktisch en eenvoudig
De patiënten reageerden over het algemeen positief op het advies of de verwijzing van de huisarts, ook als het overgewicht niet gerelateerd was aan de klacht waarvoor ze bij de huisarts kwamen. 81% van de mensen vond het gepast en behulpzaam dat de arts het gewicht ter sprake bracht. Minder dan 1% van de patiënten vond het ongepast.
De onderzoekers concluderen dat alleen al het benoemen van het probleem mensen stimuleert om op hun gewicht te letten. “Aangezien veel mensen de huisarts minstens een keer per jaar zien en meestal meerdere keren, heeft deze interventie een groot bereik, is praktisch en kan een duidelijke meerwaarde zijn in de strijd tegen obesitas,” schrijven de onderzoekers.
Dit artikel afdrukken
Gerandomiseerd onderzoek
137 Britse huisartsen deden mee aan het onderzoek. Zij screenden obese patiënten(BMI > 30) en gaven een advies van 30 seconden. Er waren twee verschillende adviezen die de huisarts uitbracht. Het ene was een verwijzing naar een speciaal programma voor gewichtsverlies (12 sessies van 1 uur), waarbij de huisarts erop toezag dat de patiënt een afspraak maakte en follow-up bezoeken aanbood. Bij het andere advies besprak de huisarts zelf met de patiënt dat gewichtsverlies zijn of haar gezondheid ten goede zou komen.
1882 mensen namen deel aan de studie, waarvan 940 mensen een verwijzing kregen voor het afvalprogramma en 942 alleen het advies (de controlegroep). 379 mensen volgden daadwerkelijk het afvalprogramma na de verwijzing. 82 mensen die alleen het advies kregen van de huisarts besloten zelf om een afvalprogramma te gaan volgen.
Gewichtsverlies in hele onderzoekspopulatie
Een jaar later waren de mensen die het afvalprogramma volgden gemiddeld 2,5 kilo afgevallen. Ook de mensen die alleen het advies van de huisarts kregen waren minder zwaar; zij waren gemiddeld 1 kilo afgevallen. In de groep die het programma had gevolgd had een op de vier mensen meer dan 5% van het lichaamsgewicht verloren en een op de acht was meer dan 10% lichter geworden.
Slechts 21% van de mensen die advies kreeg en 14% van de mensen die een verwijzing kreeg, hadden helemaal geen actie ondernomen om af te vallen. Alle andere patiënten waren wel met het gewicht aan de slag gegaan.
Praktisch en eenvoudig
De patiënten reageerden over het algemeen positief op het advies of de verwijzing van de huisarts, ook als het overgewicht niet gerelateerd was aan de klacht waarvoor ze bij de huisarts kwamen. 81% van de mensen vond het gepast en behulpzaam dat de arts het gewicht ter sprake bracht. Minder dan 1% van de patiënten vond het ongepast.
De onderzoekers concluderen dat alleen al het benoemen van het probleem mensen stimuleert om op hun gewicht te letten. “Aangezien veel mensen de huisarts minstens een keer per jaar zien en meestal meerdere keren, heeft deze interventie een groot bereik, is praktisch en kan een duidelijke meerwaarde zijn in de strijd tegen obesitas,” schrijven de onderzoekers.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wel jammer dat er niet vergeleken is met een groep die wel geschikt zou zijn voor dit onderzoek maar helemaal geen huisarts heeft gesproken, of wel heeft gesproken maar niet over het gewicht.
Was het feit dat ze een envelop kregen en ze meermalen werden opgemeten voor een onderzoek al genoeg om met het gewicht bezig te zijn en af te vallen, ongeacht of er een huisarts in het spel is en waar over gesproken worden?
Kortom, in plaats van 2 groepen, waren 3 of 4 groepen interessanter geweest. Een extra groep met mensen die wel een envelop kregen en een huisarts spraken en opgemeten werden, maar het niet over het gewicht hebben gehad. En misschien een extra groep van mensen die helemaal geen huisarts spraken.
Neemt niet weg dat aankaarten door een huisarts altijd goed is. Maar dan natuurlijk niet te verwijtend en veroordelend.