Het jongste Jugendreport Natur laat zien dat de algemene kennis van kinderen over de natuur ten opzichte van 2000 fundamenteel verslechterd is. Zo bleek van de ruim 1.250 ondervraagde schoolkinderen in 2016 nog maar 35% te weten dat de zon in het oosten opkomt. Dat blijkt geen gewoon weetje meer. In 2000 dacht al 10% dat de zon in het noorden opkomt, een percentage dat in 2016 opgelopen bleek tot 18%.

Een ander feitje dat kinderen niet meer vanzelfsprekend kennen, is hoeveel eieren een kip legt. Nog maar 19% wist het juiste antwoord te geven dat een kip 1 ei per dag legt. In 2010 was dat nog 32%. Er blijken zelfs kinderen te zijn die denken dat er 'turbokippen' bestaan die tot wel 10 eieren per dag leggen.

Er blijken zelfs kinderen te zijn die denken dat er 'turbokippen' bestaan die tot wel 10 eieren per dag leggen
De focus van het onderzoek lag op het bos. Maar 12% van de ondervraagde kinderen wist een juist antwoord op de vraag te geven om 3 vruchten te noemen die in het bos of aan de bosrand groeien. Het meest genoemd waren bramen, frambozen, bosbessen of 'bosvruchten'. Noten (beukennootjes) en paddenstoelen werden al veel minder genoemd. 24% van de kinderen kon geen enkele eetbare vrucht uit het bos noemen. Bij de onjuiste antwoorden noemden de kinderen vooral het gewone fruit zoals ze dat uit de supermarkt kennen: appels, peren, druiven maar ook bananen, mango, kokosnoten, citroenen, ananas en honingmeloen.

De onderzoekers zeggen te schrikken van de conclusie dat kinderen niet meer weten welke eetbare planten in het bos groeien, maar al evenmin dat fruit niet zomaar vanzelf van de bomen valt, maar door telers in boomgaarden, kassen of velden geproduceerd worden. Ook ontbreekt bij de kinderen het inzicht in de vruchten die bij ons groeien en welke uit verre (tropische) oorden geïmporteerd worden.

Opvallend genoeg is de teruglopende kennis over het bos niet in verband te brengen met het feit dat kinderen tijd in de bossen komen. De afgelopen 10 jaar blijven de cijfers over bosbezoekjes vrij constant; ongeveer 3 op de 5 kinderen zegt wekelijks of minstens 1 keer per maand in het bos te komen. Wel wordt het bos 'enger'. In 1997 wilde 69% nog wel in de vrije natuur overnachten, in 2016 was dat 49%. Alleen het bos in vond in 1997 53% fijn, in 2016 nog maar 29%.

De onderzoeksgroep bestond voor 51% uit stads- en 49% uit plattelandskinderen.
Dit artikel afdrukken