Het programma krijgt de naam Jong Leren Eten. De overheid stelt jaarlijks €5,7 miljoen euro ter beschikking en stelt daarmee, met provinciale cofinanciering, provinciale uitvoeringsbudgetten beschikbaar. Volgens de staatssecretarissen Martin van Rijn (VWS) en Martijn van Dam (EZ) moeten de middelen worden ingezet voor "concrete lokale en regionale activiteiten zoals bedrijfsbezoeken, boerderijeducatie, schooltuinen en kooklessen."

Bijdrage bedrijfsleven
De bewindslieden zeggen te "investeren in landelijke onderwijsondersteuning via nascholingsvouchers voor docenten. We ondersteunen de ontwikkeling en het aanbod van smaaklessen, een onderwijsloket voor de schoolfruitregeling, gezonde schoolkantines, projecten kinderopvang en consultatiebureaus, schooltuinieren, boerderij-educatie en kooklessen, en vernieuwing van lopende voedselprojecten. Daarnaast vragen we aan het bedrijfsleven een bijdrage, bijvoorbeeld door excursies voor scholen mogelijk te maken via vouchers. Hiervoor worden PPS- constructies opgezet. En een belangrijke rol is voorzien voor provinciale makelaars, die eveneens met cofinanciering door provincies aan de slag gaan, aanvullend op de bestaande inzet van Natuur- en Milieueducatie (NME) en GGD."

Nog weinig concreet over aanpak
De Kamerbrief waarin Jong Leren Eten wordt aangekondigd, neemt veel ruimte om aan te geven dat jonge kinderen niet goed eten, zelf geen eten klaar kunnen maken en dat van thuis ook niet meer mee zouden krijgen. Voorts wijst de brief op de stijgende gezondheidsproblemen onder kinderen door overgewicht en gebrek aan kennis over duurzaam (eet)gedrag. De brief is weinig specifiek over invulling van het onderwijs dat hier verandering moet brengen. De uitvoering zal dan ook pas zichtbaar worden in de samenwerkingen tussen lokale overheden, scholen en bedrijfsleven in de vorm van zogenaamde Publiek Private Samenwerkingen (PPS-en). In het verleden heeft veel kritiek op dergelijke financieringsvormen bestaan, onder meer rond het project Jongeren op Gezond Gewicht. Het kabinet lijkt daar geen bezwaar in te zien.
Dit artikel afdrukken