Verschillende initiatieven om afvalstromen te verkleinen zijn in volle gang. Afvalinzamelaar ROVA is in midden- en oost-Nederland een van de grote initiatiefnemers. Het bedrijf rekent kosten voor het restafval. Zo stimuleert het mensen om zo min mogelijk restafval over te houden en dus beter te scheiden. Een aanvullende tactiek is mensen moeite te laten doen om restafval weg te brengen en juist extra service te bieden voor gescheiden afvalstromen. Beide methodes blijken te werken. Andere gemeentes belonen gewenst gedrag niet met gemak, maar met geld. Zo is ‘Afval Loont’ een aanpak die je geld geeft voor afval dat je gescheiden inlevert.

100-100-100
Naast innovaties zoals de ‘nascheidingsinstallatie’ in Amsterdam die vuilniszakken achteraf doorzoekt op te scheiden afval, zijn er ook gemeentes die experimenteren met 100-100-100. Dat is een actie - eveneens een initiatief van ROVA - om 100 huishoudens 100 dagen 100% afvalvrij te krijgen.'Afvalvrij' is niet helemaal het goede woord. Het gaat vooral over het verminderen van restafval door overig afval beter te scheiden, een uitdaging waar veel winst in te behalen is.

Mijn gemeente doet mee aan 100-100-100, dus ik ook. We zijn nu twee weken bezig. Afval scheiden blijkt een piece of cake. Met voldoende ruimte voor bakken en zakken kost het scheiden weinig moeite. Dat geldt niet overal; afval scheiden gaat een stuk minder goed in wijken met hoogbouw.



Waar een gemiddeld huishouden in Nederland op 9 kilo restafval per week zit, halen wij vanaf het begin al tussen de 1 en 1,5 kilo
Scheiden gaat goed, nu nog minder afval
Waar een gemiddeld huishouden in Nederland op 9 kilo restafval per week zit, halen wij vanaf het begin al tussen de 1 en 1,5 kilo. Uit eerdere initiatieven van 100-100-100 blijkt dit ongeveer de gemiddelde score van de deelnemende huishoudens te zijn. Als we dat volhouden lijken wij het doel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu – in 2020 100 kilo restafval per inwoner per jaar- makkelijk te gaan halen.

Het blijft me een doorn in het oog hoeveel plastic en papier we in een week verzamelen. Als je zoals ik bijna alle boodschappen in de supermarkt doet, verzamel je bergen verpakkingsmateriaal. Dat wil niet zeggen dat het verpakkingsmateriaal nutteloos is; supermarkten hoeven minder groente en fruit weg te gooien als het in plastic verpakt is. Een product als bijvoorbeeld komkommer blijft in zijn strakke plastic sealing veel langer houdbaar. Dat vermindert voedselverspilling. Toch heb ik het idee dat het beter kan.

Gedoe
Een rondje Google levert allerlei tips op om minder verpakkingsmateriaal te gebruiken; met stoffen zakken naar de winkel, houdbare spullen in grootverpakking kopen, zelf je verzorgingsproducten en wasmiddel maken, eigen koekjes bakken, melk tappen bij de boer, met een bijenwasdoek naar de kaasboer. Er zijn heel veel alternatieven te vinden. Het lijkt alleen zoveel gedoe en je moet er flink meer voor rijden. Dat is weer niet goed voor je CO2-uitstoot, zodat het uiteindelijk vermoedelijk lood om oud ijzer of nog erger is.

In Leiden is nu weer een nieuwe pop-up verpakkingsvrije winkel gestart, compleet met dispensers die ze bij de executieverkoop van Bag&Buy hebben gekocht
Verpakkingsvrije winkel
Wat me bijzonder aanspreekt is de verpakkingsvrije winkel. Dat idee sprak meer mensen aan. Zowel Opgeweckt in Groningen als Bag&Buy in Utrecht konden door middel van crowdfunding opstarten. Toch zijn beide winkels weer gesloten vanwege een gebrek aan klandizie. In Leiden is deze week weer een nieuwe pop-up verpakkingsvrije winkel gestart, compleet met de dispensers die ze bij de executieverkoop van Bag&Buy hebben gekocht.

De winkel biedt onder meer havermout, koekkruimels, theesoorten, kruiden, lokaal gekweekte groenten en allerlei soorten peulvruchten. Voor het geval je bent vergeten een verpakking mee te nemen, kun je er ook glazen potjes en katoenen zakken vinden. Het is nog klein, maar initiatiefnemer Jeroen Schrama ziet deze winkel als een opstap naar meer. “Ik denk dat het nog beter zou werken als we een volledig assortiment aan kunnen bieden, zodat je niet eens meer naar de supermarkt hoeft. Maar eerst moeten mensen ons goed weten te vinden.”

Toch kies ik voor mezelf en troost me met het idee dat ik met mijn 1,5 kilo restafval per week het eigenlijk al heel goed doe
Balans vinden
Helaas voor mij is Leiden niet naast de deur. Wat mij dus rest is het vinden van een goede balans. Er zijn 1001 manieren waarop je afval kunt verminderen, maar wil ik dat ook allemaal? Het vraagt tijd en voorbereiding om met tasjes, zakjes, doosjes, potjes en flesjes naar de winkel te gaan. Het vraagt ook meer planning en vaker boodschappen doen, omdat sommige producten minder lang vers blijven.

En dan zijn er nog de dilemma’s waar ik moet kiezen tussen afval en gezondheid. Neem bijvoorbeeld chips. Ik koop altijd een zak met kleine zakjes chips, want eenmaal geopend, blijven chips niet lang lekker. Om ervoor te zorgen dat ik niet op een avond een grote zak chips leeg eet, koop ik dus kleine zakjes. Maar dat levert wel meer afval op dat niet recyclebaar is. Hetzelfde geldt voor andere portieverpakkingen, die weliswaar voedselverspilling beperken, maar de afvalberg vergroten. Toch kies ik voor mezelf en troost me met het idee dat ik met mijn 1,5 kilo restafval per week het eigenlijk al heel goed doe.
Dit artikel afdrukken