Ja, de pijn in het land groeit. Steeds meer mensen zijn zich bewust van de verstilling en verschraling van ‘hun’ landschap en leefomgeving. Ook de grutto, onze Vogel des Vaderlands, blijft roepen. Maar door die pijn heen moet het gaan over nieuwe perspectieven. Het is hoog tijd om een halve eeuw gepolariseerde discussie over de landbouw om te buigen naar nieuwe ‘natuurinclusieve’ perspectieven waar de nadruk veel meer op samenwerking ligt. Naar initiatieven die voorbij de landschapspijn een betere integratie van natuur en landbouw nastreven. Dat zijn we de grutto, maar ook onszelf verplicht.

Kening fan ’e Greide
In juli 2012 zijn we gestart met het burgerinitiatief Kening fan ’e Greide met een aftrap in de Statenzaal te Leeuwarden. Hoe brengen we onze cultuurnatuur en landbouw weer dichter bij elkaar? We stelden voor het eerst vragen over de bredere betekenis van ons cultuurlandschap. Verschraalt met dat landschap ook onze taal en cultuur?

Al gauw was duidelijk dat een verbeterd verdienmodel voor natuurinclusieve boeren een belangrijk speerpunt zou moeten zijn. Immers, de doorgaande schaalvergroting wordt in de sector nog steeds gestimuleerd, terwijl de extensief werkende boer steeds verder klem komt te zitten. Aangejaagd door coöperaties, overheid, banken en internationale markten viel het wegvallende melkquotum vorig jaar als een hosanna over de sector. En nu, een dik jaar later, verkeert de melkveehouderij in een taaie fase. Mestoverschot, lage melkprijs, wegvallende markten en krakende financiering. Een innovatieve sector met uitstraling, maar ook in een spagaat. Een systeem in de kramp. Tijd om in dat systeem meer diversiteit te stimuleren?

Beweging onderop
Maar wat komt er, onderop, veel in beweging! Het woord ‘natuurinclusieve landbouw’ klinkt inmiddels door in de sector en maatschappij. Innovatieve ondernemers roeren zich. Het Boerengilde (een spin-off van het KfeG-netwerk) heeft dit voorjaar met coöperatie NoorderlandMelk een nieuw zuivelproduct Weide Weelde geïntroduceerd met meerwaarde voor boer en weidevogels. In ruim duizend winkels in Nederland kan een consument nu kiezen voor een product dat bijdraagt aan het welzijn van de weidevogel.

Natuurinclusief boeren vraagt serieuze beloning en aandacht van de grote spelers: zuivel, bank, overheid en kennisinstellingen
Boeren op Schiermonnikoog die de ambitie hebben om hun veestapel biologisch te maken (en daarmee te halveren), lossen daarmee onder andere stikstofproblemen in de natuurgebieden op. Tientallen andere boeren hebben bij hun coöperatie aangegeven over te willen stappen naar een biologische bedrijfsvoering. Boer Bartele Holtrop van Rotstergaast werd als ‘natuurintensieve boer’ jong innovatief ondernemer van het jaar in Noord-Nederland. Sinds begin dit jaar zijn er in Fryslân zeven agrarische natuurcollectieven gestart. Of ondernemers als ‘de Streekboer’ die lokale voedselketens bij de consument wil brengen.

En ook zien we maatschappelijke beweging. Zo is er het festival Welcome to the Village dat met een gericht voedselprogramma de bewustwording van kwaliteit en herkenbaarheid van voedsel probeert te vergroten. Er zijn duizenden kinderen die via educatieprogramma’s in het boerenland het verhaal van de kievit en de scholekster leren kennen. Van Hall organiseerde een docentenmiddag voor het agrarisch onderwijs over natuurinclusieve landbouw. Honderden muzikanten werken actief via Birds&Brass aan de relatie tussen landschap en muziek als opmaat richting LWD2018.

In de politieke arena lijkt het thema biodiversiteit z’n plek gevonden te hebben. Er is, met steun van provincie Fryslân, een plan voor een innovatief Living Lab voor natuurinclusieve landbouw gelanceerd. Tientallen openbare bijeenkomsten en doorlopend toponderzoek aan weidevogelpopulaties in Zuidwest-Friesland. We hebben grutto’s gezenderd, ze een naam gegeven. En de aankomst, bij Easterlittens, van grutto (Santa) Amalia door het publiek laten raden. Prachtig, het wemelt van de initiatieven maar het is nog niet genoeg.

Waar zijn de grote spelers?
Want waar zijn de grote spelers? Natuurinclusief boeren vraagt serieuze beloning en aandacht van de grote spelers: zuivel, bank, overheid en kennisinstellingen. Niet alleen voor maatschappelijk belang, maar ook voor eigenbelang. De ontwikkelruimte in Nederland en de markt vragen kwaliteit en passend imago. Tot dusver hebben de grote spelers weinig ruimte geboden voor diversificatie. De boeren worden beloond voor maximalisatie en efficiëntie, maar worden de groene parels in de sector wel voldoende beloond? De ontwikkelingen dagen deze spelers uit actief te worden. Kan melk van natuurinclusieve boeren echt niet, zoals bij weidegang wel gebeurt, beter beloond worden?

De politiek wil graag aan de slag met biodiversiteit, al is het tot dusver vooral met woorden en papier. Resoluties op Europees niveau worden aangenomen om de achterblijvende resultaten van de Europese biodiversiteitsstrategie een positieve optater te geven. Zullen de politici het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouw Beleid vanaf 2020 ook daadwerkelijk durven te vergroenen?

Scherper beleid
De overheden kunnen daarnaast veel scherper beleid maken. Bijvoorbeeld naar grootschalige gebiedsopgaves zoals de onvervangbare veenweidegebieden of de waterschappen op zoek naar waterbufferfuncties. Beide kunnen prima gekoppeld worden aan natuurinclusieve landbouwtoepassingen en daarmee nieuwe verdienmodellen voor landeigenaren creëren. Ze zouden ook CO2-compensatiefondsen kunnen bedenken die klimaatthema’s en gebiedsinnovatie combineren. De rijksoverheid kan ook sturen op kennisprogramma’s die gerichter ingezet worden voor biodiversiteit in de landbouw. Laten we die geprezen innovatiekracht van onze landbouw nu ook eens voor onze biodiversiteit gelden?

Laten we de diversiteit aan oplossingen en mogelijkheden samen vieren
De banken kunnen zich toch sterker inzetten door natuurinclusieve landbouw anders te financieren? Wanneer starten ze met herstructurering van de sector of is hun belang in het bestaande systeem te groot? De boeren hebben hun natuurdoelen sinds 2016 deels ondergebracht in agrarische natuurbeheercollectieven. Daar kunnen ook stap voor stap gebiedscollectieven van gemaakt worden met landschapspartners en bewoners. Sterker geïntegreerd met de burgervraagstukken wat het onderlinge begrip zal vergroten. Ook zou de LTO zich sterker mogen maken deze groep boeren beter te ondersteunen en te erkennen dat de sector baat heeft bij diversifiëring in de zoektocht naar blijvend rendement voor haar boeren.

De kennisinstellingen kunnen op alle lagen in het onderwijs sterker inzetten op het belang van gezonde voedselkwaliteit en duurzame landbouw. De retailers kunnen zich onderscheiden door voedselketens transparant te maken en lokale of thematische productlijnen zichtbaar maken en in te zien dat voor een gezonde consumentenprijs ook een gezonde kostprijs voor de boeren betaald moet worden. De bewoners kunnen hun zorg vertalen naar koopgedrag. Of hun gevoel zichtbaar maken. Afgelopen voorjaar zijn er al drie metershoge grutto’s in het Friese landschap gesignaleerd. Er zijn schilderijen gemaakt en gedichten geschreven.

Doorpakken
Als we de grutto, de boeren en onszelf serieus nemen, dan moeten we hardop durven zeggen dat we nu op een positieve manier door moeten pakken. Dat kan concreet door de natuurinclusieve landbouw te stimuleren en te belonen. Het is onze overtuiging dat alleen door intensief samen te werken, we landschap en natuur beter kunnen verbinden. Van burger, consument, natuurorganisatie, overheid, boer, bank, wetenschapper en muzikant. Als ieder op zijn eiland van principes blijft zitten, dan lossen we deze puzzel in nog geen honderd jaar op. Dat is ook precies wat de grutto ons vraagt: laten we de diversiteit aan oplossingen en mogelijkheden samen vieren.

Dit artikel van Klaas Sietse Spoelstra en Catharinus Wierda verscheen op 15 september in de Leeuwarder Courant.
Dit artikel afdrukken