Afgelopen vrijdag sprak Ruud Huirne, directeur Food en Agri van de centrale Rabobank in Utrecht, voor klanten van zijn bank in Assen. Hij vertelde daar dat hij veel reacties had gekregen op zijn uitspraken dat er met spoed een noodplan - dat in de boerenvolksmond 'een Deltaplan' ging heten - moest komen om Nederland te behoeden tegen de melk- en mestoverschotten die het gevolg zijn van de productiewoede van melkveehouders. Hij ging zover de situatie te vergelijken met de varkenssector die als collectief speelbal is geworden van internationale prijsvorming en geen buffers meer heeft om de fluctuaties op te vangen. Melkveehouders reageerden boos. Ze hebben door de slechte marktprijzen op dit moment weinig cash op hun lopende rekening, maar ze hebben nog meer dan genoeg vermogen in hun bedrijven zitten. Ze voelen zich nog rijk.

Vorige week liet Huirne's tweede man Marijn Dekkers al weten dat zijn baas de soep niet zo heet had willen opdienen. Ik schreef er een stukje over, dat Dekkers wat te scherp vond omdat hij nooit had gezegd dat het nood- of Deltaplan dat de bank met EZ had willen ontwikkelen 'een geintje' was geweest. Dat schreef ik ook niet. Ik schreef dat het bloedserieus was geweest, maar nu een beetje wegsjoemeld werd omdat de boeren er beledigd door waren geweest.

In Assen zei Huirne het volgende:

ruud huirne_fragment DvhN


Boeren moeten een beetje normaal doen en ophouden zwaar te investeren in een lage kostprijs. Toch doen ze dat allemaal omdat anders de melk van hun individuele bedrijf internationaal gezien te duur wordt. Met andere woorden, wie allemaal tegelijk investeert in een lage melkprijs oogst een marktprijs die onder de kostprijs uitkomt door het overaanbod. Dat zorgt tegelijk voor zoveel milieuschade dat de overheid regels gaat maken die de kostprijs nog verder opjaagt boven de marktprijs. In het geval van de fosfaatrechten die nu actueel zijn, lijken die rechten uit te komen op zo'n €4.000 per koe.
Met 1.000 boeren valt te praten over 'niet te gek doen'. Die 18.000 gaan allemaal hun eigen gang en krijg je niet in één zaal
Aangezien de circa 18.000 melkveehouders die Nederland nog altijd telt, niet met elkaar overleggen over wie hoeveel opschaalt, gebeurt dit soort dingen keer op keer.

Ruilverkaveling in bankbeheer
Zonder overleg kunnen boeren niet ophouden met gek doen. Vanuit haar kredietportefeuille heeft de bank zicht op wat de boeren als groep doen en gaat daar dus grip op houden. De bank heeft geleerd van haar onoplettendheid in het verleden. Die heeft immers geleid tot de situatie die ontstaan is. Dat is wat Huirne eigenlijk zei.

Daar komt nog iets bij: er zijn teveel te bedrijven met een hoge kostprijs die internationaal gezien geen toekomst heeft, zodat er dus een heleboel moeten verdwijnen. Die wil de bank liefst niet allemaal tegelijk op de markt hebben. Als dat gebeurt, zakt de markt voor over te nemen boerderijen in en komt de bank te zitten met oninbare leningen. Bovendien zou ze de dekkingswaarde van in de melkveehouderij uitstaande kredieten fors moeten afwaarderen, zodat de bank DNB zou moeten vertellen dat ze minder solide is.

Wie snel kan denken, begrijpt nu wat Rabobank in het meest ideale geval zou willen: een ruilverkaveling in eigen hand. Die moet op een beheersbare manier - pak m beet - tussen de 1.000 en 3.000 melkveehouderijbedrijven overlaten. Die zullen heel veel groter zijn dan het huidige gemiddelde bedrijf, maar in totaal wat minder dieren houden. Zo krijg je een lage kostprijs waar onze multinationale zuivelafzet mee uit de voeten kan, zonder de markt met mest- en melkoverschotten te verpesten. Met 1.000 boeren valt te praten over 'niet te gek doen'; wellicht lukt dat ook nog net met 3.000. Je kunt hen bereiken en uitleggen wat ze niet moeten doen. Die 18.000 krijg je niet in één zaal en gaan allemaal hun gang.
Hoe dat moet nu Rabo de noodzaak wegsjoemelt na de eerste beledigde boerengeluiden is de grote vraag
Zelfs 10.000 krijg je niet tot rede al breng je hen in 10 zalen bijeen. Toch is de verwachting dat er voorlopig zo'n 16.000 zullen blijven melken. De grootte van de groep melkveehouders en hun ingebakken productie- en groeidrang zorgt voor problemen

Klus klaren
Omdat ons kabinet geen cent Nederlands belastinggeld meer in de uit zijn krachten gegroeide en steeds maar doorgroeiende dierhouderij in ons land wil steken, wil de bank die ruilverkaveling graag zelf organiseren. Via de markt zou het shake-out proces immers een boerenhypotheekcrisis opleveren. En toch moet het gebeuren wil bijvoorbeeld FrieslandCampina internationaal een beetje concurrerend blijven. Een teruggang van de verdiensten uit de zuivel zou de Nederlandse overheid vervelend vinden, want met melkproducten verdienen we een belangrijk deel van het inkomen van de BV Nederland. De overheid zal de bank dan ook graag terwille zijn als ze belooft de klus rond het boerenprobleem goed te zullen klaren.

Hoe dat moet nu Rabo de noodzaak wegsjoemelt na de eerste beledigde boerengeluiden is de grote vraag. Ik durf te voorspellen dat 'doe een beetje normaal' zeggen tegen boeren onvoldoende gaat helpen. Teveel Nederlandse boeren willen allemaal tegelijk winnen. Dat gaat nu eenmaal niet, maar leg een Nederlandse boer maar eens uit waarom hij rustig aan moet doen, terwijl hij zijn collega's niet vertrouwt.
Dit artikel afdrukken