Personal Tracking tools, van eenvoudige stappentellers en GPS-trackers die bijhouden waar je bent tot Fitbits die al je bewegingen monitoren of apps die al je uitgaven bijhouden, mogen zich in een grote populariteit verheugen. Toch belanden veel van de gadgets na korte of langere tijd in de la. Te confronterend, teveel 'gedoe', te veel data of te weinig motiverend.

Onderzoekers van de University of Washington wilden weten waarom mensen hun tracking tools links laten liggen. Tijdens de International Joint Conference on Pervasive and Ubiquitous Computing (UbiComp 2016), die komende week in Heidelberg wordt gehouden, presenteren ze hun resultaten.

'Gedoe'
De onderzoekers bevroegen 141 gestopte Fitbit-gebruikers. Als redenen om te stoppen, gaven de Fitbitstoppers aan dat ze het 'gedoe' vonden om hun data bij te houden, niet goed wisten wat ze met de informatie aan moesten of er moeite mee hadden de data om te zetten in ander gedrag. Sommigen wisten na een tijdje genoeg om hun activiteiten niet langer te hoeven bijhouden.
Ongeveer de helft voelde zich schuldig dat ze gestopt waren met tracken, een derde had 'gemengde gevoelens' bij het stoppen.

'One-size-fits-all' geldt niet voor feedback
De onderzoekers vermoeden dat fabrikanten met hun one-size-fits-all'-aanpak kansen laten liggen om verschillende soorten gebruikers aan te spreken. Op zoek naar verbetermogelijkheden probeerden ze daarom uit of de manier waarop gestopte gebruikers feedback krijgen over hun prestaties, hen ertoe zou kunnen brengen de Fitbit weer te gebruiken.

Ze lieten hun onderzoeksgroep verschillende visuele weergaven zien van hun eigen, oude Fitbitdata. Daaruit bleek dat gebruikers die hun tracking tool korter dan 4 maanden gebruikt hadden, vooral geïnteresseerd zijn in de gegevens over het tijdstip van hun activiteit, terwijl deelnemers die de Fitbit langer gebruikten liever de duur van hun activiteit weergegeven zien. Een positieve 'framing' van de resultaten ("je hebt meer stappen gezet dan 70% van met jou vergelijkbare gebruikers") spreekt meer aan dan een negatieve ("30% van met jou vergelijkbare gebruikers wandelde meer"). Opvallend was dat de mensen die zich schuldig voelden over stoppen, gevoelig bleken voor aanbevelingen om weer te starten, terwijl degenen die vonden dat ze voldoende wisten diezelfde aanbeveling bevoogdend en onbehulpzaam vonden.

'Niet iedereen blijft voor altijd tracken'
"Op dit moment gaan self-tracking apps er van uit dat iedereen voor altijd zal blijven tracken", zegt co-auteur James Fogarty. "Gezien het feit dat sommige mensen zich opgelucht voelen als ze stoppen, zijn er betere manieren zijn om om hen meer waarde te laten halen uit de data. Denk bijvoorbeeld aan het af en toe gebruiken van de app om weer eens korte tijd alles bij te houden, of een specifiek verbeterprogramma af te werken. Toepassingen dus die er niet van uit gaan dat gebruikers dit elke dag voor de rest van hun leven doen."
Dit artikel afdrukken