De fosfaatrechten die de Nederlandse overheid - als enige in Europa - invoert, moeten ervoor zorgen dat de hoeveelheid fosfaat in dierlijke mest weer onder het Europese maximum komt en daar blijft. Nederlandse koeienboeren hebben na het loslaten van het melkquotum door de EU zoveel extra melk (met extra koeien) gemaakt dat de EU normen zwaar zijn overschreden.

Wie het teveel over mest heeft, gaat er zelf naar stinken. Nog een keer ja dus, want zo raakt Nederland het schone imago kwijt dat de export van driekwart van onze melk zo lekker laat lopen
Extra kosten
De koeienboeren krijgen gratis fosfaatrechten. Die kunnen ze vrij verkopen. Dat is een belangrijk feit, want het aantal melkveehouders (ca. 18.000 per 1 april 2015) in Nederland zal binnen afzienbare tijd met 30 tot 40% teruglopen. Om internationaal concurrerend te kunnen blijven, moeten ze hun schaal vergroten en zullen de kleinere bedrijven die geen toegevoegde waarde weten te realiseren, moeten verdwijnen. Echter, de rechten zadelen overnemende boeren op met extra kosten die hun buitenlandse concurrenten niet hebben. Dat is niet zo best, want Nederland is internationaal al het duurste productiegebied ter wereld. We redden het alleen omdat we de boer niet vergoeden voor het rendement op het vermogen dat in zijn gras- en akkerland zit en omdat we hem zijn arbeid niet helemaal uitbetalen. Op een feitelijke kostprijs van 43 cent laat de Nederlandse boer ongeveer 10 cent zitten. Daar komt nu een lastingverzwaring bij in de vorm van die fosfaatrechten die - zoals NGO Natuur- en Milieu berekende - mogelijk op €5.000 per koe uit zullen komen.

Internationale concurrentiepositie
Door de fosfaatrechten loopt de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse boer nog verder achteruit. Daarom zijn de koeienboeren niet blij met de fosfaatrechten die ze over zichzelf hebben afgeroepen doordat ze zoveel melk hebben gemaakt. Met de bijbehorende poep, want zonder gaat nu eenmaal niet.

Het spel gaat echter verder. In de brief die staatssecretaris Martijn van Dam gistermiddag naar de Kamer stuurde, staat te lezen dat de afroming van de koeienboeren "onvoldoende" is om "de fosfaatproductie op korte termijn weer onder het Europese maximum te brengen. Daarom wordt er per 1 januari 2018 ook een algemene korting doorgevoerd."

Die korting geldt voor koeienboeren, maar blijkt ook voor kippen- en varkensboeren te kunnen gelden. Ook hun dieren moeten het land uit als ze een beetje door hun grenzen heengaan. Dat is op zichzelf geen gek idee en het is zelfs onvermijdelijk omdat Nederland te duur is als productieland voor landen aan de andere kant van de wereld. Maar niemand zat er op te wachten om er ook nog eens een versnelde kostenverzwaring achteraan te gooien, zoals de staatssecretaris nu doet. Die kippen en -varkensboeren hadden uit kunnen faseren, maar moeten nu afschrijven in een tempo dat niet door de markt, maar door de nieuwe fosfaatregeling wordt gedicteerd.

Daarmee laat Van Dam andere sectoren mede opdraaien voor de zware overproductie van de koeienboeren. Weliswaar storen de Brusselse normen zich niet aan de diersoort die poept, maar Nederland reguleerde altijd aparte plafonds voor kippen, koeien en varkens. Van Dam lijkt die eraf te halen door iedereen te laten boeten voor de berg extra poep die de afgelopen vijf jaar toch echt voornamelijk van de koeien is gekomen.

Oneerlijk en onverstandig. Poep moet op de plantjes en het gras, niet in de fabriek
Verdwijnen schoon imago
Dankzij de staatssecretaris heeft heel Nederland last van koeienpoep. Raar? Welnee. Het is beleid om de koe voor Nederland te behouden en de varkens en kippen wat verder naar de Oostgrenzen van Europa te brengen. Oneerlijk? Ja, want nu kunnen er straks toch weer teveel koeien in ons land blijven, zijn mestfabrieken nodig om hun poep op te ruimen, terwijl andere boeren er mede aan moeten betalen terwijl niemand daar beter van wordt. De staats blijkt zelfs biologische en zogenaamde grondgebonden boeren te willen korten op hun fosfaatrechten. Zo hou je mestfabrieken nodig. Onverstandig? Wie het teveel over mest heeft, gaat er zelf naar stinken. Nog een keer ja dus, want zo raakt Nederland het schone imago kwijt dat de export van driekwart van onze melk zo lekker laat lopen.

Poep moet op de plantjes en het gras, niet in de fabriek. Daarom had de staats beter wat anders kunnen voorstellen: niet meer koeien dan de planten in Nederland kunnen verwerken en geen fosfaatrechten. En als de varkens- en kippenmest verdwijnt die in Nederland hier en daar nog akkers voedt, zit daar eventuele groeiruimte voor een paar koeien. Simpel toch?
Dit artikel afdrukken