Tijdens een avond van LTO Gelderse Vallei sprak Van Gaal voor een boerenpubliek. Vakblad Boerderij deed er verslag van. Volgens de zakenvrouw zijn er twee soorten ondernemers. Het ene type blijft doen wat het altijd al deed en zegt "ik heb een prima product, dus men moet maar bij ons kopen." Het andere type zegt "ik heb geen idee wat de markt exact vraagt, maar ik ga dat uitzoeken." Faillissementen kent Van Gaal alleen in de eerste groep.

'Raad van inspiratie'
Ondernemen volgens de methode Van Gaal is niet ingewikkeld. Ze kiest haar participaties in bedrijven als die de richting waarin de markt zich beweegt weten te volgen. Ze valt niet terug op bestaande werkwijzen in een sector. Ze roept een panel bijeen en vraagt wat aanslaat bij consumenten en hoeveel het product of de dienst mag kosten. Wat verkoopt en een goede marge oplevert, gaat ze maken of ze steekt er geld in. Het panel dat haar of de bedrijven waarin ze participeert helpt de markt te begrijpen, noemt ze de 'raad van inspiratie'.

Zoals je een konijn niet kunt leren fluiten, moet je boeren niet wijs willen maken dat ze kunnen ondernemen op z'n Van Gaals. Dat bewijst de huidige boerencrisis
Zo moeten boeren het ook doen. Ze moeten gewoon uit de gebaande wegen treden en onconventioneel de markt op gaan, schrijft Boerderij. "Een Brabantse veehoudster die het lekkerste schepijs van Nederland maakt, is een van haar vele voorbeelden. Zij moet niks hebben van marketingboeken en businessmodellen. Ze haalt markt ‘naar binnen’, zoals ze dat zegt. De eindgebruiker staat voor haar centraal. De LTO-leden Gelderse Vallei (Barneveld, Ede, De Liniedijk en Veluwerand) waren onder de indruk."

Wie het leest snapt eigenlijk niet waarom de aanwezige boeren nu pas onder de indruk zijn van zo'n simpele boodschap. Het zou een boel boerenleed hebben gescheeld.

Goed, niet duur en zoveel mogelijk
Die boodschap wordt ook boeren al bijna 40 jaar verteld. Sinds de jaren '80 vertelt Brussel hen al dat ze 'marktgerichter' moeten worden. Daarom stopte Brussel met inkoopgaranties en maakte het Landbouwbeleid van de EU een einde aan de melkplassen en graanbergen. Toch gingen de boeren door met doen wat ze altijd al deden en vroegen ze niet voor wie ze hun product eigenlijk maakten. Als het misliep, vroegen ze gewoon wat extra steun van de staat. Dat doen ze nu nog.

Ik weet inmiddels dan ook beter: dit is een oplossing voor misschien 0,5% van de Nederlandse boeren. Boeren willen boeren. Ze zijn niet van de markt. Zoals je een konijn niet kunt leren fluiten, moet je boeren niet wijs willen maken dat ze kunnen ondernemen op z'n Van Gaals. Dat bewijst de huidige boerencrisis. Ze maken aardappelen, tomaten, eieren en melk. Goed, niet duur en zoveel mogelijk. Dat hebben 100 jaar Gouden Driehoek tussen overheid, onderwijs en boerenorganisaties hen zo geleerd ondanks inspirerende woorden over ondernemerschap. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, gelukkig maar. Maar om van de uitzondering de regel te maken is absurd.

Twintig procent
Het is jammer dat Van Gaal dat er niet bij vertelde. Mocht ze het wel gedaan hebben, dan is het de verslaggever van Boerderij in ieder geval niet opgevallen.

Omdat de uitzonderingen de regel bevestigen, is er ook goed nieuws. Zo'n twintig procent van de bestaande boeren kan in dienst bij de ondernemende boeren. Die andere tachtig procent verdwijnt als we de logica van Van Gaal als uitgangspunt nemen. Ze zegt immers platweg: it's up or out. Dat is dan ook precies waar de boerencrisis die nu door West-Europa waardt toe gaat leiden. Maar zoiets zeg je natuurlijk niet, als je nog een keer voor een boerenzaal wilt optreden.

De twitterfeed van de bijeenkomst van LTO Gelderse Vallei:
Dit artikel afdrukken