Dat zeggen winkel-experts op de site van vakblad RetailDetail.

Winkelend publiek zoekt in het schap naar producten waarvan de houdbaarheidsdatum zo ver mogelijk weg ligt of kopen kleine porties. Winkeliers leggen de producten met de data die het snelst niet meer goed zijn met opzet vooraan. Dat zorgt voor een flink gerommel op het schap omdat consumenten juist van achteren naar voren gaan zoeken en het hele schap in de war gooien.

Hoe los je dat op?

Uiteindelijk is het een sommetje: willen we wat meer kosten of wat minder voedselverspilling?
"Dat mensen met een lange arm naar achteren in het rek reiken, is onvermijdelijk. 's Morgens zet je alles netjes op datum en tegen de middag staat het overhoop," vertellen Luc Govers en Suzy Henderickx van Carrefour aan RetailDetail.

Dat kan anders door minder in het schap te leggen en dat heel geregeld bij te vullen. Een leeg schap is immers de nachtmerrie van iedere winkelier. Hij wil niet alsof zijn winkel eruit ziet alsof 'het op is'. Maar als een winkelier niet teveel datums bij elkaar neerzet en ervoor zorgt dat er geen lege plekken ontstaan, is er geen vuiltje aan de lucht. Wij, consumenten, kopen gewoon wat het schap biedt en blijven terugkomen omdat we nooit misgrijpen en nog evenveel keuze hebben als tevoren. Met dit verschil: de uiterste houdbaarheidsdatum ligt (bijna altijd) nog een eind weg.

De oplossing is dus heel simpel: er moet een voorraad voor en achter de schermen van het schap komen én winkels moeten wat meer schappenvullers in dienst nemen om veel vaker bij te vullen. Uiteindelijk is het een sommetje: willen we wat meer kosten of wat minder voedselverspilling?
Dit artikel afdrukken