Dat is een belangrijke conclusie van een onderzoek naar fysieke activiteit op scholen. De beweegmomenten kunnen uiteenlopen van sportlessen tot even buiten even een wandeling maken. Kinderen die voor, tijdens en na schooltijd bewegen, presteren beter op school. Kortstondig bewegen heeft een direct effect op het functioneren van het brein. Goede motorische vaardigheden hebben een positief effect op de schoolprestaties.

Vierentwintig onderzoekers uit 8 verschillende landen stelden een rapport op, waarin ze de huidige wetenschappelijke kennis over fysieke activiteit bij kinderen tussen 6 en 18 jaar samenvatten.

Zelfvertrouwen en vriendschappen
Naast de fysieke voordelen van het sporten zijn de wetenschappers het er over eens dat kinderen die sporten ook op psychisch en sociaal gebied beter functioneren. Sporten stimuleert het zelfvertrouwen, het opbouwen van vriendschappelijke relaties en het algemene welzijn. Kinderen die sporten, ontwikkelen betere life-skills, zoals zelfregulering en het omgaan met anderen.

Ook voor sociale aspecten is het belangrijk regelmatig te bewegen op scholen. Door sportactiviteiten worden kinderen met een andere achtergrond, seksuele oriëntatie en fysieke mogelijkheden sneller geaccepteerd.

Beweging mogelijk maken
Volgens de onderzoekers zouden scholen vaker beweegactiviteiten moeten integreren in het schoolleven. Ook ligt er ook een taak voor gemeenten om de infrastructuur zo te maken dat deze uitnodigt tot bewegen, bijvoorbeeld door veilige fietspaden, parken en speeltuinen. Onderzoeker Craig Williams: “Op alle niveaus in de gemeenschap moeten we ervoor zorgen dat mensen fysiek actief kunnen zijn.”
Dit artikel afdrukken