Als de Europese landbouwministers vandaag in Luxemburg bijeen komen, kijkt de Nederlandse vertegenwoordiger, staatssecretaris Martijn van Dam, waarschijnlijk met een schuin oog naar zijn Britse collega George Eustice. De afgelopen jaren kon Nederland rekenen op Groot-Brittannië bij het bepleiten van een liberaler Europees landbouwbeleid. De brexit zet echter de interne politieke verhoudingen op hun kop. Een EU-diplomaat sprak vooraf al van een 'game changer' als het tot een brexit zou komen. De kans is groot dat Europa weer meer gaat kiezen voor marktinterventies om boeren in Frankrijk, Duitsland en Polen tevreden te houden.

Met die woorden opent het FD onder de kop 'Brexit is ook gevaar voor Europees landbouwbeleid'. In de papieren krant luidt de kop 'Brexit zet ook landbouwbeleid op scherp'. Dat is volgens de krant het gevolg van het verdwijnen van de liberale landbouw-as Den Haag-Londen door de uittreding van Engeland.

Liberale im- en exportmotieven
Het artikel beschrijft de strijd tussen het sterk exporterende landbouwland Nederland dat andere belangen heeft dan Duitsland en Frankrijk. Die grote landbouwlanden zien hun boeren verliezen en het platteland teloorgaan als gevolg van sterk expanderende concurrentie vanuit andere landen. Engeland is voornamelijk een importerend land en heeft gekozen voor landbouw als marktsector. Het continent heeft van oudsher een meer gereguleerde landbouw om boerenbedrijven te beschermen tegen marktschokken in perioden van slechte prijzen.



Nederland en Engeland zitten om uiteenlopende redenen op dezelfde liberale lijn. Ons land wil exporteren en heeft nog steeds de neiging om zijn oude, maar tanende kostenleiderschap te gebruiken om buurlanden af te troeven met een goedkoper product. De Britten zijn tegen regulering om hun voedsel goedkoop te kunnen blijven importeren en hun eigen onderscheidende productie door marktgerichtheid te beschermen tegen prijsbederf
Nederland en Engeland zitten om uiteenlopende redenen op dezelfde liberale lijn. Ons land wil exporteren en heeft nog steeds de neiging om zijn oude, maar tanende kostenleiderschap te gebruiken om buurlanden af te troeven met een goedkoper product. Daarom zijn we tegen staatssteun voor boeren die we net uit de markt geproduceerd hadden. De Britten zijn tegen regulering om hun voedsel goedkoop te kunnen blijven importeren en hun eigen beperkte productie door marktgerichtheid te beschermen tegen prijsbederf.

Nu de Engelsen uit de EU lijken te stappen, winnen de voorkeuren voor steun aan boeren die eigenlijk zouden moeten verdwijnen.

Dat is ook voor de Ierse Eurocommissaris Phil Hogan een misrekening. Ook zijn land behoort tot de liberale school vanuit exportmotieven. Net als onze staatssecretaris Van Dam - die, hoewel van PvdA huize, nadrukkelijk vasthoudt aan het traditioneel liberale Nederlandse landbouwbeleid - wil Hogan de basis leggen voor een landbouwbeleid dat op de langere termijn alleen ondernemende en innoverende boeren overhoudt.

Beleid Van Dam/Hogan op verlies tegen Duitsland/Frankrijk
Nederland, dat op dit moment nog roulerend voorzitter is van de EU, bracht een LEI-rapport in dat elementen van scenario's beoogt te bieden om een marktgerichte boerenstand om te laten gaan met klimaatverandering en het garanderen van voedselzekerheid en -veiligheid binnen de context van de wereldmarkt. Op korte termijn staan boereninkomens echter zozeer onder druk dat de Franse en Duitse overheid hun boeren willen steunen met directe financiële hulp.

Tijdelijk EU-Landbouwraadvoorzitter Martijn van Dam heeft zich daar steeds tegen verzet. Hij wilde geen steun voor boeren, maar alleen voor een strategisch plan en de uitvoering daarvan. Het FD concludeert dat Brexit de liberale koers van Hogan en Van Dam flink bemoeilijkt. De meer vanuit inkomenssteun en regulering denkende landbouwnaties Duitsland en Frankrijk staan op winst.


Dit artikel afdrukken