Dat zegt woordvoerder Benno Bruggink van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in reactie op een artikel van rundvleesimporteur Jack Van Messel dat eerder deze week op Foodlog verscheen. Volgens Van Messel zoekt de NVWA vanuit Nederlandse economische belangen gedreven veel te overijverig naar shigo-toxine producerende E.coli (STEC's) op buitenlands rundvlees. Volgens Van Messel is juist Nederlands rundvlees gevoeliger voor STEC's dan Zuid-Amerikaans vlees en kan de NVWA extra controles beter op binnenlands vlees richten.
Bruggink wijst nationalistische economische motieven bij de NVWA-controles resoluut van de hand.
Het artikel Nederlandse NVWA lijkt op Russische Rosselkhoznadzor bevat vier beweringen die alle feitelijk onjuist zijn.
1. 'De NVWA besteedt alleen maar aandacht aan STEC’s in geïmporteerd rundvlees en niet aan in Nederland geproduceerd rundvlees’. Dat is niet juist. Aan beide wordt aandacht besteed. Wel wordt geïmporteerd rundvlees relatief meer gecontroleerd. Dit komt omdat er in dit vlees vaker STEC’s worden aangetroffen (19% ten opzichte van 1%). De NVWA werkt immers risicogericht. Ook de FVO heeft in 2014 geconstateerd dat geïmporteerd (in dit geval Braziliaans) rundvlees meer STEC’s bevat.
2. Uit de RASFF-cijfers zou blijken dat de NVWA in Nederlandse slachthuizen niet controleert op STEC’s. Maar de RASFF-cijfers bestaan uit meldingen van internationale transporten (import/export) en bevatten dus wél meldingen van STEC’s in geïmporteerd rundvlees en niet van in Nederland geproduceerd en vermarkt rundvlees met STEC’s.
3. ‘In Nederlandse slachthuizen is 10% van het rundvlees aan de slachtlijn besmet met STEC’s’. Deze uitspraak van het RIVM betreft echter runderen voordat ze worden geslacht. Door zorgvuldige toepassing van slachtprocedures wordt zo’n besmetting niet van de mest op de huid overgedragen aan het vlees. Dat ziet de NVWA ook terug in de bemonstering van rundvlees in de retail (besmetting van 1%).
4. ‘Het aantal ziektegevallen als gevolg van STEC’s is te laag om te kunnen beweren, zoals de NVWA doet, dat het eten van rundvlees een risico inhoudt’. Het aangehaalde cijfer van het RIVM betreft echter alleen a. de gemelde ziektegevallen bij huisarts of ziekenhuis en b. de variant STEC O157. Het daadwerkelijke aantal ziektegevallen ligt aanmerkelijk hoger.
Geen verschil tussen import en EU/Nederlands product
Voor alle duidelijkheid: het beleid van de NVWA ten aanzien van STEC in rundvlees is als volgt:
Een partij vlees wordt als onveilig beschouwd als het risico tot ziek worden aanwezig is. Dit risico doet zich voor bij de aanwezigheid van :
1. alle STEC’s in een rundvleesproduct dat in het gewone gebruik onvoldoende wordt verhit voor consumptie,
2. bepaalde STEC’s met een hoog ziekteverwekkend vermogen in overige rundvleesproducten.
Dit beleid wordt toegepast op elk voedingsmiddel waar de aanwezigheid van STEC’s aan de orde zou kunnen zijn, ongeacht of het in de EU geproduceerd is of geïmporteerd.
De conclusie dat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling tussen het ministerie van EZ en de NVWA is volstrekt ongegrond.
Dit artikel afdrukken
1. 'De NVWA besteedt alleen maar aandacht aan STEC’s in geïmporteerd rundvlees en niet aan in Nederland geproduceerd rundvlees’. Dat is niet juist. Aan beide wordt aandacht besteed. Wel wordt geïmporteerd rundvlees relatief meer gecontroleerd. Dit komt omdat er in dit vlees vaker STEC’s worden aangetroffen (19% ten opzichte van 1%). De NVWA werkt immers risicogericht. Ook de FVO heeft in 2014 geconstateerd dat geïmporteerd (in dit geval Braziliaans) rundvlees meer STEC’s bevat.
2. Uit de RASFF-cijfers zou blijken dat de NVWA in Nederlandse slachthuizen niet controleert op STEC’s. Maar de RASFF-cijfers bestaan uit meldingen van internationale transporten (import/export) en bevatten dus wél meldingen van STEC’s in geïmporteerd rundvlees en niet van in Nederland geproduceerd en vermarkt rundvlees met STEC’s.
3. ‘In Nederlandse slachthuizen is 10% van het rundvlees aan de slachtlijn besmet met STEC’s’. Deze uitspraak van het RIVM betreft echter runderen voordat ze worden geslacht. Door zorgvuldige toepassing van slachtprocedures wordt zo’n besmetting niet van de mest op de huid overgedragen aan het vlees. Dat ziet de NVWA ook terug in de bemonstering van rundvlees in de retail (besmetting van 1%).
4. ‘Het aantal ziektegevallen als gevolg van STEC’s is te laag om te kunnen beweren, zoals de NVWA doet, dat het eten van rundvlees een risico inhoudt’. Het aangehaalde cijfer van het RIVM betreft echter alleen a. de gemelde ziektegevallen bij huisarts of ziekenhuis en b. de variant STEC O157. Het daadwerkelijke aantal ziektegevallen ligt aanmerkelijk hoger.
Geen verschil tussen import en EU/Nederlands product
Voor alle duidelijkheid: het beleid van de NVWA ten aanzien van STEC in rundvlees is als volgt:
Een partij vlees wordt als onveilig beschouwd als het risico tot ziek worden aanwezig is. Dit risico doet zich voor bij de aanwezigheid van :
1. alle STEC’s in een rundvleesproduct dat in het gewone gebruik onvoldoende wordt verhit voor consumptie,
2. bepaalde STEC’s met een hoog ziekteverwekkend vermogen in overige rundvleesproducten.
Dit beleid wordt toegepast op elk voedingsmiddel waar de aanwezigheid van STEC’s aan de orde zou kunnen zijn, ongeacht of het in de EU geproduceerd is of geïmporteerd.
De conclusie dat er sprake zou zijn van belangenverstrengeling tussen het ministerie van EZ en de NVWA is volstrekt ongegrond.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Goed dat de NVWA hier reageert. Dank daarvoor. Toch roept hun antwoord de nodige vragen op. Zie onder de tekst tussen aanhalingstekens van de NVWA, daaronder mijn reactie.
1.
"Aan beide wordt aandacht besteed. Wel wordt geïmporteerd rundvlees relatief meer gecontroleerd"
En niet zo'n beetje meer gecontroleerd. Ik schat de verhouding Nederlands/buitenlands (uit niet EU landen) rundvlees op 10 : 1. Als ik die verhoudingen doorreken (laten we uitgaan van 5 keer meer controles bij een verhouding van 10 : 1) zou Braziliaans rundvlees (gemeten end of pipe in Rotterdam) 50 keer meer STEC's opleveren ten opzichte van die 1% STEC's op Nederlands rundvlees. In de 'praktijk' na het bekennen van de extra controles (wel zo eerlijk van Benno Bruggink) blijkt dus dat Braziliaans rundvlees minder last heeft van STEC's dan Nederlands rundvlees.
Wat ook opmerkelijk is dat de NVWA zich niet beperkt tot de internationale normen van controles op STEC's (er wordt buiten Nederland alleen gecontroleerd op de zogenaamde 'Big Nine' STEC's) maar controleert op alle STEC's. Alle deskundigen op het gebied van STEC's zijn het eens over één ding: rundvlees produceren zonder STEC's is onmogelijk. Met andere woorden: in een partij rundvlees afkomstig van honderden runderen, zal je - als je maar lang genoeg of vaak genoeg zoekt - altijd een of meerdere STEC's vinden.
Deze profilering klemt des te meer, want als de NVWA zich echt bezorgd zou maken over het gevaar voor de volksgezondheid, zou ze dit moeten aankaarten bij het Directoraat Generaal SANTÉ in Brussel, die dan samen met de Brazilianen* op zoek gaan naar oorzaken van de vermeende hogere incidentie STEC's in Braziliaans rundvlees, want nu wijken importeurs van derde landen (want niet alleen Braziliaans rundvlees wordt extra gecontroleerd, maar ook Australisch, Uruguayaans en Argentijns rundvlees) uit naar Europese havens, zoals Hamburg, waar niet geprofileerd wordt. En dat importvlees kan net zo goed in Nederland geconsumeerd worden.
*ik hoop dat de Braziliaanse landbouwattaché in Den Haag en de Braziliaanse Chief Veterinary Officer in Brussel meelezen, wellicht is men bereid de Nederlandse ambassadeur in Brasilia vragen te stellen over de profilering die de NVWA toepast als het om Braziliaans rundvlees gaat.
2.
"Maar de RASFF-cijfers bestaan uit meldingen van internationale transporten (import/export) en bevatten dus wél meldingen van STEC’s in geïmporteerd rundvlees en niet van in Nederland geproduceerd en vermarkt rundvlees met STEC’s."
Dat zou impliceren dat Nederlands rundvlees niet wordt getransporteerd naar andere lidstaten. Ter info: onder rundvlees wordt ook kalfsvlees verstaan, waarvan bekend is dat bijna alle kalveren besmet zijn met STEC's. Nederlands kalfsvlees wordt voor 90-95% buiten Nederland geconsumeerd en toch zie ik geen STEC's van Nederlands kalfsvlees in de RASFF lijsten.
3.
"Door zorgvuldige toepassing van slachtprocedures wordt zo’n besmetting niet van de mest op de huid overgedragen aan het vlees. Dat ziet de NVWA ook terug in de bemonstering van rundvlees in de retail (besmetting van 1%)."
Het bekende voetstoots aannemen dat Nederland 'het beste jongetje van de klas is' en de controles op die aanname afstemmen, leidt inderdaad tot de gewenste resultaten. Ik zie dit ook als een profilering, maar dan in het voordeel van Nederlandse producenten die kind aan huis zijn bij Economische Zaken.
4.
"Het daadwerkelijke aantal ziektegevallen ligt aanmerkelijk hoger."
Hoeveel hoger? In welke ziekenhuizen worden de STEC slachtoffers verzorgd? Op welke kerkhoven liggen ze begraven?
Vreemd genoeg, in hun profilerings 'drang' betitelt de NVWA import rundvlees dus als gevaarlijker dan Nederlands rundvlees (veelal afkomstig van melkvee) want import rundvlees kan gebruikt worden als grondstof voor hamburgers (wat overigens zelden voorkomt omdat import rundvlees veel duurder is dan Nederlands) en carpaccio. Deskundigen - ook de opleiders van de NVWA dierenartsen - zijn echter van mening dat het grootste gevaar voor de volksgezondheid veroorzaakt wordt door rundergehakt en filet americain. En de verhouding tussen eetmomenten (blootstelling) rundergehakt en filet americain ten opzichte van carpaccio schat ik minimaal 100 op 1. Maar de NVWA (niet de RIVM) ziet carpaccio nog steeds als een groot gevaar.
Mijn opleider heeft mij dit geleerd: je hebt gevaar en je hebt blootstelling. Als gevaar x blootstelling niet resulteert in een logisch te verwachten aantal ziektegevallen, klopt je analyse van het gevaar niet of is de blootstelling minder frequent. En als zowel gevaar als blootstelling niet kloppen, ben je gezakt voor het onderdeel veterinaire volksgezondheid. Ik raad de NVWA beleidsmakers aan om de leerboeken veterinaire volksgezondheid nog eens door te nemen.
Wat is gevaarlijk?
Doe mij toch maar het duurdere buitenlandse natuurvlees (FL: grass-fed).
Het zou mij niet verbazen als het aantal gebreksziekten en vroegtijdige sterfgevallen ten gevolge van een leven lang nutriënten-arme levensmiddelen te hebben genuttigd, veel hoger ligt dan het aantal STEC sterfgevallen.
Ondanks een paar bacteriën meer of minder, blijkt natuurvlees vooralsnog veel meer onontbeerlijke nutriënten te bevatten dan het meeste vlees, van onze onnatuurlijk gevoede runderen. Het heeft tot 5x zoveel Omegs-3, twee maal zoveel CLA (geconjugeerd linolzuur). Verder aanzienlijk meer carotenoïden, vitamine E en mineralen zoals kalium, ijzer, zink en fosfor.
Jammer dat hiervan niets in de supermarkten, noch op de etikettering van vlees, terug te vinden is. In plaats daarvan verschijnt hier en daar een omega-3 eitje en een hele reeks voedingsadditieven die de mankementen aan onze dagelijkse voeding zouden moeten compenseren.
Als consument vraag ik mij af of "voedselveiligheid" wel iets met gezond voedsel en de preventieve werking daarvan tegen gezondheidsproblemen te maken heeft?
@Joep
Op je laatste vraag is je antwoord simpel: nee.
Voedselveiligheid in de keten betekent voedsel produceren wat gaat direct gevaar oplevert bij consumptie. Simpel gezegd dat je geen metaal of salmonella eet.
Over de effecten van langdurige blootstelling van bepaalde (on)natuurlijke delen van (samengesteld) voedsel wordt in een HACCP analyse niet nagedacht.
Stec blijft trouwens voorlopig wel op de agenda van de vleesverwerkende industrie met een NVWA die dan weer strenger is dan Europa, ook voor de Nederlandse bedrijven voor de interne markt.
Zo is nog steeds niet duidelijk waarop, wanneer en hoe je moet serotyperen en wanneer je dan moet recallen.
Ik heb in de afgelopen 30 jaar vanuit mijn werk de praktische gang van zaken en omstandigheden in slachthuizen in Nederland, Belgie, Duitsland, Spanje, Italie, Turkije en Canada gezien. Zonder dat ik ook maar een lab uitslag heb gezien eet ik het vlees dichtbij geslacht met het meeste vertrouwen op. Jammer genoeg kan ik Zuid Amerika niet vanuit eigen ervaring beoordelen.
Onthou vooral 1 ding : contaminatie van vlees met ongewenste bacterien ontstaat tijdens en na het slachten en heeft niets met de aard van het dier of vlees te maken.
Joep: in jouw reactie zitten veel aannames en veronderstellingen en veel minder feiten, wat sterfgevallen met het eten van NL dan wel grass-fedd rundvlees te maken heeft ontgaat mij volledig.
Engelbert, in de afgelopen 40 jaar, ook na het vergelijken van de data van bacteriologische analyses is mij juist het tegendeel gebleken. Zoals bijvoorbeeld het verschil in THT's: de voor jou en de NVWA onbekende Uruguayaanse rundvee- en vleessector verslaat de Nederlandse sector met minimaal 60 dagen......
Maar het gaat niet over jouw of mijn n=1. Het gaat over een betrouwbare overheidsdienst die krom praat wat recht is, dit op verzoek van een Stas zonder voldoende kennis van de materie en een Tweede Kamer met nul kennis, die via de Stas dus 'opdrachten' geeft aan de NVWA. Met alle ellende vandien.