De NVWA heeft de afgelopen 10 jaar geen enkele keer getest op besmetting van voedsel met minerale oliën.
Voedselwaakhond foodwatch vroeg met een beroep op de Wet Openbaarheid Bestuur (Wob) bij de NVWA alle gegevens op over besmetting van voedsel met minerale olieën. De NVWA antwoordt in een brief dat er bij de NVWA geen document is met de gevraagde informatie. Dat meldt foodwatch vandaag in een persbericht.
Half maart verzocht foodwatch de NVWA om alle testresultaten sinds 2006 van voedingsproducten op vervuiling met de twee gevaarlijke minerale oliën mineral oil saturated hydrocarbons (MOSH) en mineral oil aromatic hydrocarbons (MOAH) die zij in haar bezit heeft. Deze testresultaten zijn opvraagbaar op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur. De NVWA heeft nu laten weten “dat de NVWA niet over de gevraagde informatie beschikt, maar dat het onderwerp wel op de agenda van de NVWA staat.” Hieruit blijkt dat de NVWA de laatste 10 jaar geen testen heeft uitgevoerd of laten uitvoeren en zodoende inzicht bij de NVWA ontbreekt in de mate van besmetting van voedselproducten in Nederland met deze gevaarlijke stoffen.
Het onderwerp heeft de aandacht van foodwatch, omdat uit onderzoek van foodwatch al eerder bleek dat alledaagse voedingsmiddelen in Nederland, zoals rijst, pasta, corn flakes en hagelslag, in niet geringe mate vervuild zijn met deze minerale oliën. Al sinds 1991 is bekend dat minerale oliën vanuit gerecyclede verpakkingen en andere bronnen in levensmiddelen kunnen migreren. In 2012 stelde de Europese Voedselautoriteit EFSA vast dat MOAH waarschijnlijk kankerverwekkend en mutageen zijn, en dat MOSH orgaanschade kan veroorzaken.
foodwatch pleit voor een verplichte coating bij kartonnen verpakkingen en maximum limieten voor MOSH en MOAH.
In Duitsland blijkt het Duitse Rijksinstituut voor risicobeoordeling al jaren te testen op vervuiling van voeding met MOAH en MOSH. In Nederland onderzoekt de NVWA voedsel niet standaard op de aanwezigheid van minerale olie.
foodwatch concludeert dan ook dat de NVWA volstrekt nalatig is in haar wettelijke taakstelling om "risicobeoordelingen [uit te voeren] op het gebied van voeding en voedsel", om zo nieuwe risico’s voor de voedselveiligheid te signaleren. foodwatch roept minister Schippers op om op zo kort mogelijke termijn de NVWA opdracht te geven alsnog de verspreiding en risico’s van minerale oliën in ons voedsel te onderzoeken. Ook dient zij, samen met het RIVM, te komen met een onderbouwd advies om over te gaan tot wettelijke normstelling om zo de risico's tegen te gaan.
Dit artikel afdrukken
Half maart verzocht foodwatch de NVWA om alle testresultaten sinds 2006 van voedingsproducten op vervuiling met de twee gevaarlijke minerale oliën mineral oil saturated hydrocarbons (MOSH) en mineral oil aromatic hydrocarbons (MOAH) die zij in haar bezit heeft. Deze testresultaten zijn opvraagbaar op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur. De NVWA heeft nu laten weten “dat de NVWA niet over de gevraagde informatie beschikt, maar dat het onderwerp wel op de agenda van de NVWA staat.” Hieruit blijkt dat de NVWA de laatste 10 jaar geen testen heeft uitgevoerd of laten uitvoeren en zodoende inzicht bij de NVWA ontbreekt in de mate van besmetting van voedselproducten in Nederland met deze gevaarlijke stoffen.
Het onderwerp heeft de aandacht van foodwatch, omdat uit onderzoek van foodwatch al eerder bleek dat alledaagse voedingsmiddelen in Nederland, zoals rijst, pasta, corn flakes en hagelslag, in niet geringe mate vervuild zijn met deze minerale oliën. Al sinds 1991 is bekend dat minerale oliën vanuit gerecyclede verpakkingen en andere bronnen in levensmiddelen kunnen migreren. In 2012 stelde de Europese Voedselautoriteit EFSA vast dat MOAH waarschijnlijk kankerverwekkend en mutageen zijn, en dat MOSH orgaanschade kan veroorzaken.
foodwatch pleit voor een verplichte coating bij kartonnen verpakkingen en maximum limieten voor MOSH en MOAH.
In Duitsland blijkt het Duitse Rijksinstituut voor risicobeoordeling al jaren te testen op vervuiling van voeding met MOAH en MOSH. In Nederland onderzoekt de NVWA voedsel niet standaard op de aanwezigheid van minerale olie.
foodwatch concludeert dan ook dat de NVWA volstrekt nalatig is in haar wettelijke taakstelling om "risicobeoordelingen [uit te voeren] op het gebied van voeding en voedsel", om zo nieuwe risico’s voor de voedselveiligheid te signaleren. foodwatch roept minister Schippers op om op zo kort mogelijke termijn de NVWA opdracht te geven alsnog de verspreiding en risico’s van minerale oliën in ons voedsel te onderzoeken. Ook dient zij, samen met het RIVM, te komen met een onderbouwd advies om over te gaan tot wettelijke normstelling om zo de risico's tegen te gaan.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Fijn dat er steeds meer aandacht is voor de rol van verpakkingen bij volksgezondheid. Ben benieuwd hoe groot dit probleem gaat blijken te zijn.
Ter info, een korte reactie vanuit de FNLI. Wij pleiten al sinds 2012 bij het ministerie van VWS voor een Europees verbod op het gebruik minerale oliën in inkten. Ondertussen nemen voedingsmiddelenfabrikanten de nodige maatregelen.
Toch wel tragisch als het gezonde muesli-ontbijt uit de kartonnen doos net zo kankerverwekkend blijkt te zijn als een plakje vleeswaren op en broodje.
Voor een duidelijke uitleg over risico's, zie Q&A van Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung (BfR)
De Duitse en Franse consumentenorganisaties publiceren regelmatig over de aanwezigheid van ongewenste stoffen in levensmiddelen, zoals minerale oliën in thee en graanproducten, verboden pesticiden of zware metalen. Merken die niet deugen worden dan met naam genoemd, maar dragen bij ons een andere naam of zijn niet verkrijgbaar. Het lijkt mij gewenst dat er bij ons een onafhankelijke consumentenorganisatie komt die niet alleen naar prijs, smaak en calorieën kijkt maar ook naar de samenstelling, ongewenste stoffen en onttrokken stoffen. Anders dan Foodwatch die specifiek zoekt naar iets waarvan zij vinden dat het niet deugt en de goede producten links laat liggen.
Ons RIVM ("De zorg voor morgen begint vandaag") heeft ook geen echte bijdrage geleverd qua volksgezondheid en oliegebruik. Quoot>>> Tijdens de productie van plantaardige oliën en vetten, en dan vooral van palmolie, wordt een stof (3-MCPD) gevormd die schadelijk kan zijn voor de nieren. Voedingsmiddelen die hoge gehalten van deze stof kunnen bevatten zijn margarine, sauzen, koffiecreamers en bakkerswaren. (...) Op basis van de beschikbare concentratiegegevens blijkt dat gemiddeld 18 procent van de jonge kinderen van 2 tot en met 6 jaar een inname heeft die boven de gezondheidslimiet voor 3-MCPD ligt. Bij 7-jarigen is de inname het hoogst per kilogram lichaamsgewicht, en heeft 35 procent van hen een inname boven de gezondheidslimiet. <<<Einde quoot.
Najaar 2013 kaartte de EFSA aan dat er mogelijk (teveel) 3-MCPD in olie zou zitten. Ons RIVM ging op onderzoek uit! Oh nee, toch niet. Na ruim twee jaar "onderzoek van de stukken", dus NIET de olie die in de havens van Rotterdam ons land binnenkomt, NIET de olie die de fabriek van Unilever c.s. verlaat, kwam ons 'National Institute for Public Health and the Environment' met een rapport: "Preliminary assessment of dietary exposure to 3-MCPD in the Netherlands", zie hier.
En jahoor, die kankerzooi zit volgens de papieren in bijna alle olie die we in ons land consumeren, behalve in olijfolie (kokosolie is helaas niet getest). Maar in dat fantastische rapport noemt de RIVM de fabrikanten niet bij naam, dus je kunt er als consument helemaal niets mee als je 3-MCPD zou willen mijden. Ik heb ze hierover gemaild, maar wacht al bijna 2 weken op antwoord. Stuk uit mijn vraag aan ons RIVM hieronder:
---Vraag aan RIVM---
Fijn dat deze informatie openbaar is, jammer dat er niet 'man en paard' genoemd wordt in het onderzoek - de merken (Brands) zijn gecodeerd in appendix B. Why? Waarom mogen we niet weten welk merk cq welke fabrikant producten met een hoog cq laag 3-MCPD gehalte maakt? Voor bijvoorbeeld "infant formula" zou dan gekozen kunnen worden voor Brand A (slechts 52 à 116 ug/kg fat) ipv Brand F (met 1400 ug/kg fat) - een significant verschil!
Ook bij margarines grote verschillen, hier kun je concluderen dat je het beste extra vergine olijfolie kunt gebruiken als je gezond wilt blijven, want het bevat <10 ug/kg fat, bijna onmeetbaar. Margarine gebruiken we (gelukkig) al jaren niet meer, helaas zijn natuurlijkere producten als roomboter en kokosolie/vet niet getest, onduidelijk waarom niet.
Erg jammer dat er geen open kaart gespeeld wordt, 3-MCPD is schadelijk voor de nieren, dat staat vast. Wellicht is het zelfs schadelijker dan tot nu toe wordt gedacht, in de conclusie vermeldt niet voor niets "The dietary exposure assessment was based on very limited concentration data" etc. Wie op internet zoekt ziet dat 3-MCPD ook kankerverwekkend is (https://en.wikipedia.org/wiki/3-MCPD) en dat er al diverse 'incidenten' zijn geweest.
Waarom duurt onderzoek zo lang, waarom nu weer wachten op de EFSA? Volgens mij was er eind 2013 al vastgesteld dat 3-MCPD in voeding werd aangetroffen, bijna 3 jaar geleden. Waarom heeft de RIVM zelf geen monsters genomen in Rotterdam, voor en na de raffinage, vóór de distributie 'all over Europe'?!? Is het niet de taak van "ons RIVM" om te waken over de volksgezondheid van ons allen? Is het niet de taak van "ons RIVM" de noodklok te luiden - maar dan ook luid en duidelijk! - als er iets mis is met onze voeding cq volksgezondheid? Of zijn we daar tegenwoordig voor aangewezen op televisieprogramma's als De Keuringsdienst van Waarden, Zembla, Tegenlicht, Radar, Kassa etc? Zo is het toch niet bedoeld?
Noem de fabrikanten en producten gewoon bij naam, daar hebben consumenten recht op vind ik. Als je geïnformeerd bent kun je kiezen, bovendien kunnen (en zullen) fabrikanten dan hun product (moeten) aanpassen, in het belang van de volksgezondheid.