"De huidige liberalisering van het EU-landbouwbeleid is onhoudbaar", dat zei Cees Veerman tijdens zijn afscheidsrede aan Wageningen UR. Een mooie illustratie daarvan is de afschaffing van de melkquota, waardoor de melkprijzen zijn ingestort en de mestmarkt nog meer wordt overvoerd.
Veerman, akkerbouwer in ruste, startte zijn ‘persoonlijke overdenking’ met een lofzang op de boer, de vormgever van het landschap met zijn liefde voor het land en de dieren. Maar die boer staat met zijn anonieme en homogene producten steeds verder af van de samenleving. Zijn licence to produce of misschien wel licence to exist is in het geding op een voedselmarkt met oneerlijke margeverdeling en nadelige effecten op natuur en milieu. Die sentimenten, wellicht emoties, moeten we als uitgangspunt nemen voor een nieuw Europees voedselbeleid, vindt Veerman.
Tweedeling
De oud-minister voorziet een tweedeling in de landbouwsector. Enerzijds komt er een – steeds kleinere - groep boeren die met schaalvergroting, nieuwe technologie en lage kostprijs de wereldmarkt blijft bedienen. Die groep heeft ruimte nodig, zowel landschappelijk, juridisch als maatschappelijk, aldus Veerman. Anderzijds komt er een groep multifunctionele boeren, die naast hun productie diensten verlenen op het gebied van natuur, toerisme en landschap die door de lidstaten worden gefinancierd. Tot deze laatste groep behoren ook de biologische boeren die, gelet op de groeiende vraag aan biologische producten, een goede toekomst hebben, oordeelt Veerman.
Morele logica
Beide groepen boeren moeten biologische kringlopen sluiten, zodat bijvoorbeeld de mest goed wordt afgezet. Veerman voorziet een nieuw gemengd bedrijf, waarin veehouders en akkerbouwers langjarige contracten afsluiten voor de mestafzet. Om daar sturing aan te geven, bepleit hij een renaissance van de normatieve politiek. "We moeten de morele logica weer beter begrijpen." Het heersende neoliberale beleid laat essentiële maatschappelijke krachten buiten beschouwing, aldus de christendemocraat. Onverantwoordelijke bankiers en consumenten ontberen een moreel kompas.
Dit artikel afdrukken
Tweedeling
De oud-minister voorziet een tweedeling in de landbouwsector. Enerzijds komt er een – steeds kleinere - groep boeren die met schaalvergroting, nieuwe technologie en lage kostprijs de wereldmarkt blijft bedienen. Die groep heeft ruimte nodig, zowel landschappelijk, juridisch als maatschappelijk, aldus Veerman. Anderzijds komt er een groep multifunctionele boeren, die naast hun productie diensten verlenen op het gebied van natuur, toerisme en landschap die door de lidstaten worden gefinancierd. Tot deze laatste groep behoren ook de biologische boeren die, gelet op de groeiende vraag aan biologische producten, een goede toekomst hebben, oordeelt Veerman.
Morele logica
Beide groepen boeren moeten biologische kringlopen sluiten, zodat bijvoorbeeld de mest goed wordt afgezet. Veerman voorziet een nieuw gemengd bedrijf, waarin veehouders en akkerbouwers langjarige contracten afsluiten voor de mestafzet. Om daar sturing aan te geven, bepleit hij een renaissance van de normatieve politiek. "We moeten de morele logica weer beter begrijpen." Het heersende neoliberale beleid laat essentiële maatschappelijke krachten buiten beschouwing, aldus de christendemocraat. Onverantwoordelijke bankiers en consumenten ontberen een moreel kompas.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Een renaissance van de normatieve politiek? Volgens mij doet de politiek niets anders dan normen opleggen, en de boeren niets anders dan daar tegen ageren.
Wat mij ook hier weer opvalt is dat de biologische landbouw kennelijk in een parallel universum opereert. De vraag naar vlees en melk, sterker, naar voedsel in het algemeen groeit de komende decennia. Maar de gangbare landbouw moet volledig op de schop. De vraag naar biologische producten groeit ook, daarom ziet de toekomst er voor de biologische landbouw zonnig uit.
Ik voel helemaal met hem mee, jammer dat je zulke dingen in Wageningen vaak pas in een afscheidsrede hoort, beetje vrijblijvend dan natuurlijk wel. Het blijft merkwaardig ook dat er in Wageningen nooit een leerstoelgroep Landbouwpolitiek* heeft bestaan, maar slechts professoraten in deelgebieden als veeteelt, plantenteelt, bodem en milieu,landbouweconomie, sociologie, plantenziekte, veredeling, technologie etc. Maar niemand werd dus klaargestoomd om het algemene plaatje , de kansen, de gevaren en evt nodige bijsturingen in de gaten te houden. Ja, inmiddels is het te laat natuurlijk. De olietanker stoomt gewoon voort. Een boertje met 40.000 varkens bij de KvWaarde die zichzelf niet mega noemt.Daar kan ook mevr. Pierik-Schreier niets meer aan veranderen.
* Er was wel ooit een professor Politiek, die veeteelt gaf.
Dirk, dat klopt. Wat is de reden dat Slicher van Bath en Bieleman als historici geen opvolgers hebben, cq. dat er geen systematische kennisvorming van contemporaine geschiedenis plaatsvindt + de daaraan gekoppelde analyse van politieke processen?
Gek genoeg vindt een vermoedelijk het grootste deel van de evaluatie en de begripsvorming rond landbouwpolitiek hier plaats, realiseer ik me. FL heeft helaas het geld niet om het gemakkelijker toegankelijk te maken.
Ik vind Veermans analyse interessant en grotendeels sporen met de mijne, al denk ik dat hij niet helemaal klopt en op een essentieel punt afwijkt.
Biologisch wordt een markt met minder marge dan Veerman denkt: ook die markt wordt volwassen. De marktprijzen voor biologische varkens zullen binnen afzienbare tijd dalen. Hetzelfde zal met biologische melk gebeuren. OK, het zal een minder wereldwijde commodities markt worden, maar zeker wel een Europese.
Het midden komt inderdaad onder zware druk.
Die analyse verdient het verder te worden doorgedacht:
- het zou goed zijn een versnelde shake out te laten plaatsvinden (langzaam stervende bedrijven lopen nu de potentiele overblijvers voor de voeten en verzwakken ook die)
- het is niet goed te blijven kletsen over innovatie (zoals Van Dam doet): innovatie helpt niet zolang boeren niet ophouden up stream te denken en gaan nadenken hoe ze zelf down stream waarde kunnen creeren of via een 'intel-inside' strategie goede partnerships kunnen maken; dat vertraagt de shake out omdat het het probleem niet benoemt en de bittere pil niet neemt (door boeren financieel te helpen om uit te stappen)
Het ontbrekende morele kompas is niet alleen een boerenprobleem. Dat is een andere misser in de analyse. Veerman kiest - net als hier bijv. Piet Hoogland en Herman Kaput - voor de klassieke visie op de boer als upstreamproducent die geen ondernemer kan zijn. Dat laatste is de vraag: boeren moeten georganiseerd worden en niet als productiebaasjes toegestaan worden vrijelijk over hun productie-output te beslissen. Dat kan in Kolchozverband. Het kan ook in een Van Drie-verband.
Het laatste heeft wel degelijk perspectief. Dat was bewijzen bedrijven als Van Drie, Denkavit en - in kip - Kemper. De boer wordt dan óf werknemer óf verhuurder van arbeid, land en opstallen óf stemloos aandeelhouder. Over die optie mag meer gesproken worden.
Ik begrijp wel waarom Veerman er niet over spreekt: boeren willen het niet. Klopt dan houdt het op. Maar wat dan ook klopt is dat het morele kompas niet mag worden gezien als iets dat de boer meer treft dan andere sectoren. De boer is te koppig om zich er tegen te wapenen.
Jaren 1970 was er een diesrede aan dit onderwerp gewijd Dick, waarover later een stuk Over Eten en Over Leven verscheen in de -Intermediair-. De Wit pleitte daarin voor een verdergaande landbouwpolitiek, hij werd van repliek gediend door de economen die vonden dat Wageningen geen politieke arena mocht worden, dat moest Den Haag blijven (zie ook je draad Moderne Landbouw verre van efficient, van Jopie, Mrt 2014,met name #82).Tussenwegen zijn natuurlijk ook best mogelijk, en daarover werd in Spil gediscussieerd (o.a. door mij, zei hij bescheiden). En ik vraag me idd af of, en in hoeverre, de van Drie- en de Kempergroep bij Wageningen te rade gingen voor hun projecten.
Beetje halfslachtige afscheidsrede, met oud nieuws voor de ingewijden en het bekende het-ligt-niet-aan-ons dogma.