Glyfosaat is toch niet kankerverwekkend. Tot die conclusie komt de Joint Meeting of Pesticide Residues (JMPR), aan de vooravond van de stemming over de verlenging van de toelating van glyfosaat in de EU.
De JMPR, bestaande uit experts van de Food and Agriculture Organisation (FAO) en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kwam tot de conclusie dat er geen aanwijzingen zijn dat glyfosaat kanker kan veroorzaken als mensen producten eten waar de stof in voorkomt.
Haaks op bevindingen IARC
Die bevinding staat haaks op de conclusie van het IARC, het kankeragentschap van de WHO. Dat plaatste glyfosaat vorig jaar maart in de categorie 'waarschijnlijk kankerverwekkend bij mensen'.
Volgens Harry van der Wulp, een hoge functionaris bij de FAO, is dit nieuwste onderzoek het uitgebreidste ooit, maar is het laatste woord over het onderwerp nog niet gesproken. "Deze conclusies hebben betrekking op blootstelling via ons eten en drinken - dat is belangrijk. Het is geen algemene conclusie omdat alles buiten het eten en drinken buiten ons mandaat viel. Het blijft minder duidelijk hoe het zit met bedrijfsmatige blootstelling. We vinden steeds meer stukjes van de puzzel, maar die is nog niet compleet."
Verlenging toelating
Woensdag stemt de EU over de verlenging van de toelating van glyfosaat. In diverse landen bestaat grote weerstand tegen die verlenging. De EU heeft het oorspronkelijke plan om de toelating met 15 jaar te verlengen inmiddels teruggebracht naar 9 jaar. Het Europese Parlement wil zelfs naar 7 jaar. In Nederland verzamelde een petitie voor een totaalverbod op het gebruik van glyfosaat, die vandaag wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, al meer dan 220.000 handtekeningen.
Glyfosaat, het werkzame bestanddeel in de meest verkochte onkruidbestrijder ter wereld, Roundup, wordt zo algemeen toegepast dat bijna alle Europeanen sporen ervan in hun lichaam hebben. Dat bleek vorige week nog uit een urinetest bij leden van het Europese Parlement.
Dit artikel afdrukken
Haaks op bevindingen IARC
Die bevinding staat haaks op de conclusie van het IARC, het kankeragentschap van de WHO. Dat plaatste glyfosaat vorig jaar maart in de categorie 'waarschijnlijk kankerverwekkend bij mensen'.
Volgens Harry van der Wulp, een hoge functionaris bij de FAO, is dit nieuwste onderzoek het uitgebreidste ooit, maar is het laatste woord over het onderwerp nog niet gesproken. "Deze conclusies hebben betrekking op blootstelling via ons eten en drinken - dat is belangrijk. Het is geen algemene conclusie omdat alles buiten het eten en drinken buiten ons mandaat viel. Het blijft minder duidelijk hoe het zit met bedrijfsmatige blootstelling. We vinden steeds meer stukjes van de puzzel, maar die is nog niet compleet."
Verlenging toelating
Woensdag stemt de EU over de verlenging van de toelating van glyfosaat. In diverse landen bestaat grote weerstand tegen die verlenging. De EU heeft het oorspronkelijke plan om de toelating met 15 jaar te verlengen inmiddels teruggebracht naar 9 jaar. Het Europese Parlement wil zelfs naar 7 jaar. In Nederland verzamelde een petitie voor een totaalverbod op het gebruik van glyfosaat, die vandaag wordt aangeboden aan de Tweede Kamer, al meer dan 220.000 handtekeningen.
Glyfosaat, het werkzame bestanddeel in de meest verkochte onkruidbestrijder ter wereld, Roundup, wordt zo algemeen toegepast dat bijna alle Europeanen sporen ervan in hun lichaam hebben. Dat bleek vorige week nog uit een urinetest bij leden van het Europese Parlement.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zowel foodwatch als Monsanto komen met berichten over glyfosaat vandaag.
Foodwatch schrijft in zijn persbericht:
Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken zal deze week in Brussel waarschijnlijk voor hernieuwde toelating van het omstreden landbouwgif glyfosaat stemmen. Een motie in de Tweede Kamer om dat te voorkomen haalde vandaag geen meerderheid. Voedselwaakhond foodwatch vindt het besluit onbegrijpelijk en stelt dat Nederland hiermee het Europese voorzorgsbeginsel, dat de gezondheid van consumenten moet beschermen, ondermijnt. Met dit besluit worden de financiële belangen van grote chemiebedrijven die glyfosaat produceren boven de volksgezondheid gesteld, aldus foodwatch. Volgens foodwatch handelt Van Dam in strijd met het voorzorgsbeginsel.
Monsanto reageert op de bevindingen van de JMPR en schrijft:
De buitengewone vergadering van de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) en de World Health Organization (WHO) over bestrijdingsmiddelen (The Joint FAO/WHO Meeting on Pesticide Residues - JMPR), heeft geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat glyfosaat kankerverwekkend is. Uit een overweldigende meerderheid van de onderzoeken, blijkt dat glyfosaat een zeer lage acute toxiciteit bevat en er geen associatie is met genotoxische effecten. Het is daarom onwaarschijnlijk dat glyfosaat een carcinogeen risico vormt voor mensen via voeding. Monsanto is niet verrast door de uitkomst. Het onderzoek is namelijk gebaseerd op alle relevante wetenschap over glyfosaat en consistent met de bevindingen van regelgevende instanties over de hele wereld.
"Wij zijn blij met deze grondige evaluatie van glyfosaat door een ander programma van de WHO, omdat dit opnieuw zorgt voor het bewijs dat dit belangrijke herbicide geen kanker veroorzaakt," zegt Phil Miller, Monsanto's vice-president voor Global Regulatory en Goverment Affairs. Richard Garnett, voorzitter van de Glyphosate Task force (GTF) zegt: “De GTF is niet verrast dat de JMPR een review en conclusie heeft gepubliceerd die de vele andere onderzoeken van glyfosaat door regelgevende instanties over de hele wereld, bevestigd.” Debbie de Wagenaar van Monsanto Nederland voegt toe: “IARC heeft voor veel onduidelijkheid gezorgd en het is goed dat de WHO nu een realistisch beeld schetst. Alle Monsanto medewerkers in Nederland hopen dat de dialoog in ons land nu weer op basis van feiten gevoerd kan worden.”
In de reactie van Monsanto (nu met linkje) zegt Phil Miller:
....which is further evidence that this important herbicide does not cause cancer.
Hij heeft het niet over 'proof' (bewijs, zie #1), maar over 'evidence' (aanwijzingen).
Maar toch, een consensus statement is natuurlijk geen aanvullende aanwijzing, aangezien het volledig uitgaat van bestaande data. Het is slechts een nieuwe evaluatie.
Bovendien staat in de voorlopige samenvatting:
Several epidemiological studies on cancer outcomes following occupational exposure to glyphosate were available. The evaluation of these
studies focused on the occurrence of NHL. Overall, there is some evidence of a positive association between glyphosate exposure and risk of NHL from the case–control studies and the overall meta-analysis. However, it is notable that the only large cohort study of high quality found no evidence of an association at any exposure level.
Er zijn dus zowel aanwijzingen (uit case control studies en meta-analyse daarvan (dit jaar nog bevestigt in een andere meta-analyse )) die een link leggen én een (wat betrouwbaarder geacht type) studie die geen link vond. Ga er maar aanstaan om dat te wegen. En let wel, de FAO/WHO keek daarbij maar naar één type kanker.
Daarnaast werd in proefdieren geen aanwijzingen voor genotoxische effecten gevonden, en niet of nauwelijks voor carcinogene effecten. En dáárom is de conclusie:
...the Meeting concluded that glyphosate is unlikely to pose a carcinogenic risk to humans from exposure through the diet.
Het is maar hoe je de aanwijzingen weegt.
Bovendien keek de commissie alleen naar kanker vanwege een wat merkwaardige beredeneerde reden:
This restriction was partly driven by feasibility reasons: a clinically relevant adverse effect size (or an acceptable level of risk) for a non-cancer outcome must be defined, and the methodologies for hazard identification and characterization based on observational epidemiological findings of non-carcinogenic adverse effects are less well established than those for cancer.
Ofwel, voor niet-kanker gevolgen hebben we geen goede maat om de grootte van het effect te wegen, en geen goede methode om de risico's te identificeren en karakteriseren. Dus die slaan we even over...
Om de dialoog dan op "op basis van feiten te voeren", hoe moeten bovengenoemde niet-eenduidige (wel én niet aanwijzingen) en incomplete (enkel kankerrisico) bevindingen nu beoordeeld worden bij toepassing van het voorzorgsprincipe (volgens EU definitie )?
Dennis, het is maar wat je bevestigen noemt. De conclusie van de 2016 metastudie van Chang en Delzell luidt: "A relationship has not been established between glyphosate exposure and risk of any type of LHC".
Enno
Enno, je laat een essentieel woord weg: "a causal relationship has not been established...". Het is juist dat woord waar het not op slaat...
Dennis #2, Monsanto leest hier doorgaans mee. Wat zou jouw antwoord op je eigen vraag zijn?
Voorts: heel opmerkzaam over het het gebruik van 'bewijs' als vertaling van 'evidence'. Het is een vertaling die gemaakt is door Monsanto.
OK, ik geef ook mijn persoonlijke gedachten.
Je analyse laat de laatste draden van de kleren van de keizer zien. Het parlement zal er chique over spreken en voor of tegen zijn en net doen alsof ze rood of groen zijn. Niemand zal de begripsmatig logische volgorde van vragen aanhouden (en eigenlijk zeggen: ze hebben geen kleur en zijn volledig doorschijnend):
1. er is noch evidence, noch proof voor de (on)schadelijkheid van glyfosaat
2. we moeten ons dus afvragen of we de experts willen vertrouwen en op grond waarvan?
3. omdat zelfs groepen van betrouwbare en geïnformeerde mensen zich kunnen vergissen en absence of proof no proof of absence is zijn wij verantwoordelijk voor onze keuze
4. voldoen we in het licht van de feitelijke onbeslisbaarheid van onze keuze aan de eisen van het precautionary principle?
Ergo: de beslissing die genomen moet worden, is zeker geen feitelijke. Ik heb geen reden aan te nemen dat Monsanto moedwillig niet snapt dat zulks het geval is. Het is een heel gebruikelijke wetenschapsfilosofische onnozelheid die tot op de hoogste niveaux normaal is: de volledige overschatting van het expertdom. Ik verwijs hier voor de inmiddels derde keer naar die heerlijk gewone maar reteslimme Nijmeegse filosofieprofessor Jan Bransen over de kunst van het stellen van de juiste vragen en de kennis die dat oplevert. Het plaatst de boel zo mooi in perspectief.
Parlement, you're on your own here en u bent dus verantwoordelijk voor uw keuze net zo goed als die experts die ook een mening hadden. Ingewikkelder moeten we het niet maken.