Vorige week werd de eerste conferentie over de voortgang van het Grote Groene Muurproject gehouden in Dakar, de hoofdstad van Senegal.

Hernieuwde Europese aandacht voor de Groene Muur
De kiem voor het plan van een Grote Groene Muur werd al in de jaren '80 gelegd door Thomas Sankara, president van Burkina Faso. In 2005 werd het stokje overgenomen door de Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo, samen met het Senegalese staatshoofd Abdoulaye Wade. Twee jaar later, in 2007, werd vanuit de Afrikaanse Unie The Great Green Wall for the Sahara and Sahel Initiative (GGWSSI) opgericht. Elf Afrikaanse landen, van oost naar west, doen er aan mee.

Tijdens de Parijse klimaattop vorig jaar december kreeg de Groene Muur hernieuwde aandacht. De Wereldbank, Frankrijk en enkele andere rijke landen zeiden de komende vijf jaar $4 miljard in het project te willen investeren.

Voortgang
Volgens projectleider Elvis Paul Tangam van de Afrikaanse Unie is 15% van het plan al gerealiseerd. "In Senegal is vier miljoen hectare grond langs de Groene Muur teruggewonnen”, aldus Tangam. Monique Barbut, VN-secretaris van de Convention des Nations Unies sur la lutte contre la désertification (UNCCD), vertelt in Le Figaro dat Ethiopië al 3 miljoen (van de 15 miljoen) te vergroenen hectare heeft gerealiseerd, en Niger 5. Ook noemt zij de samenwerkingsverbanden tussen gemeenschappen in Burkina Faso, Niger en Mali om 2.500 hectare te beplanten met 50 inheemse soorten en de 1.500 kilometer brandwering die al is aangelegd om verwoestingen door brand te voorkomen.

Grote Muur vermindert migratie
Zonder tegenmaatregelen claimt verwoestijning elk jaar een strook van zo’n vijftig kilometer landbouwgrond. Voorspeld wordt dat over tien jaar meer dan de helft van de Afrikaanse landbouwgrond verloren zal zijn gegaan door droogte. Dit betekent dat 60 miljoen mensen zich mogelijk genoodzaakt zien hun leefomgeving te verlaten. De Grote Groene Muur geeft jonge mensen een reden om te blijven.

Lessen uit het verleden
In de jaren '70 was er een vergelijkbaar plan als de Groene Muur. Dat plan mislukte omdat de geplante bomen het zonder de juiste verzorging moesten stellen en draagvlak bij de lokale bevolking door de 'top-down'-aanpak ontbrak. Uit de mislukking is lering getrokken. Dit keer is bewust gewerkt aan lokaal draagvlak. Nora Berrahmouni van het Word Food Program van de VN beaamt dit: "De lokale bevolking is gemobiliseerd. Zij bepalen zelf wat er wordt geplant.” Tangam voegt daar aan toe: "In Senegal is meer dan 27.000 hectare met inheemse bomen beplant, die geen irrigatie nodig hebben." De aanpak lijkt succesvol; dieren die al decennia lang uit het gebied verdwenen zijn, zoals antilopen, hazen en verschillende vogelsoorten, blijken terug te keren.
Dit artikel afdrukken