Kinderen in de Westerse, ontwikkelde wereld hebben veel vaker ziektes die gerelateerd zijn aan het immuunsysteem dan kinderen die in minder ontwikkelde gebieden leven. Te schoon opgroeien blijkt het risico op ziektes als astma, allergieën en diabetes type I te vergroten.
Door de grotere hygiëne worden mensen in steden aan veel minder micro-organismen blootgesteld. Ze zijn schoner dan hun directe voorouders. In ontwikkelde gebieden blijken boerderijkinderen gezonder zijn dan stadskinderen.
Volgens de hygiënehypothese maakt goede hygiëne ons vatbaarder voor allergieën, astma en andere aandoeningen die te maken hebben met ons afweersysteem. Onderzoekers lijken nu bewijs te hebben gevonden dat deze hypothese ondersteunt. De omgeving waarin kinderen opgroeien en de micro-organismen waaraan ze worden blootgesteld kunnen een groot verschil maken in de soorten bacteriën die ze bij zich dragen. Dat is bepalend voor het risico dat ze lopen op een aantal ziektes.
Noord-Europa
Het onderzoek vond plaats in Noord-Europa. In Finland en Estland komen vroege auto-immuunziektes veel voor, maar net aan de andere kant van de grens in Karelië (een deelrepubliek van Rusland) hebben kinderen die ziektes nauwelijks. Diabetes type I komt in Finland zes keer vaker voor dan in Karelië, terwijl de bevolking weinig verschilt qua genetische beschermende en risicofactoren voor die ziekte. In Estland komt deze vorm van diabetes de laatste 20 jaar steeds vaker voor, tegelijk met de verbetering van de economie.
Microbioom
De groep microbiologen volgde 222 kinderen in deze landen vanaf hun geboorte tot ze 3 jaar waren. Na analyse van hun poepmonsters bleek dat baby’s in Karelië een significant ander microbioom hadden dan de kinderen in Finland en Estland. De Russische kinderen hadden veel bifidobacteriën. In Finland kwamen juist veel Bacteroides-bacteriën voor. De baby’s uit Estland droegen beide bacterie-soorten bij zich, wat reflecteert dat de economische ontwikkeling langzaam verandert van een agrarisch naar een meer stedelijk gebied.
Naast het verschil in aanwezige bacteriën, ontdekten de onderzoekers ook een relatie met diabetes. De Finse kinderen hadden vaker diabetes dan de Russische baby’s. Ook na het corrigeren voor factoren als eetpatroon, leefomgeving en borstvoeding, bleef dit verband in stand. Het hebben van verschillende kolonies bacteriën in het microbioom geeft kinderen meer of minder bescherming tegen allerlei ziektes.
Beetje vies is goed
Volgens onderzoeker Hermie Harmsen van het Universitair Medisch Centrum Groningen is de hygiëne rondom de geboorte en de eerste weken tot maanden van het kind van grote invloed op die veranderingen in het immuunsysteem. Collega-onderzoeker Ramnik Xavier van Broad Institute of MIT and Harvard zegt hierover: “De Russische kinderen leefden op of rondom boerderijen en werden blootgesteld aan een breed spectrum microben. De Finnen leefden in een ultra-schone omgeving en brachten het grootste deel van hun kinderjaren door in betonnen torens, waardoor ze niet diezelfde blootstelling hadden.”
Het artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Cell.
Dit artikel afdrukken
Volgens de hygiënehypothese maakt goede hygiëne ons vatbaarder voor allergieën, astma en andere aandoeningen die te maken hebben met ons afweersysteem. Onderzoekers lijken nu bewijs te hebben gevonden dat deze hypothese ondersteunt. De omgeving waarin kinderen opgroeien en de micro-organismen waaraan ze worden blootgesteld kunnen een groot verschil maken in de soorten bacteriën die ze bij zich dragen. Dat is bepalend voor het risico dat ze lopen op een aantal ziektes.
Noord-Europa
Het onderzoek vond plaats in Noord-Europa. In Finland en Estland komen vroege auto-immuunziektes veel voor, maar net aan de andere kant van de grens in Karelië (een deelrepubliek van Rusland) hebben kinderen die ziektes nauwelijks. Diabetes type I komt in Finland zes keer vaker voor dan in Karelië, terwijl de bevolking weinig verschilt qua genetische beschermende en risicofactoren voor die ziekte. In Estland komt deze vorm van diabetes de laatste 20 jaar steeds vaker voor, tegelijk met de verbetering van de economie.
Microbioom
De groep microbiologen volgde 222 kinderen in deze landen vanaf hun geboorte tot ze 3 jaar waren. Na analyse van hun poepmonsters bleek dat baby’s in Karelië een significant ander microbioom hadden dan de kinderen in Finland en Estland. De Russische kinderen hadden veel bifidobacteriën. In Finland kwamen juist veel Bacteroides-bacteriën voor. De baby’s uit Estland droegen beide bacterie-soorten bij zich, wat reflecteert dat de economische ontwikkeling langzaam verandert van een agrarisch naar een meer stedelijk gebied.
Naast het verschil in aanwezige bacteriën, ontdekten de onderzoekers ook een relatie met diabetes. De Finse kinderen hadden vaker diabetes dan de Russische baby’s. Ook na het corrigeren voor factoren als eetpatroon, leefomgeving en borstvoeding, bleef dit verband in stand. Het hebben van verschillende kolonies bacteriën in het microbioom geeft kinderen meer of minder bescherming tegen allerlei ziektes.
Beetje vies is goed
Volgens onderzoeker Hermie Harmsen van het Universitair Medisch Centrum Groningen is de hygiëne rondom de geboorte en de eerste weken tot maanden van het kind van grote invloed op die veranderingen in het immuunsysteem. Collega-onderzoeker Ramnik Xavier van Broad Institute of MIT and Harvard zegt hierover: “De Russische kinderen leefden op of rondom boerderijen en werden blootgesteld aan een breed spectrum microben. De Finnen leefden in een ultra-schone omgeving en brachten het grootste deel van hun kinderjaren door in betonnen torens, waardoor ze niet diezelfde blootstelling hadden.”
Het artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Cell.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Fijn dat dit nu wetenschappelijk bewezen is. Anders georiënteerde artsen wisten dit decennia geleden al. Ik heb ooit les gehad van een zo'n anders georiënteerde arts (jaar of 30 geleden schat ik) die ons vertelde dat ''wij onze kinderen ziek wassen''.
Zo zijn er wel meer dingen die vanaf de ivoren torens neerbuigend met kwakzalverij werden afgedaan, die nu ineens wetenschappelijk bewezen waar blijken te zijn.
Mooi onderzoek -maar het bewijst strikt genomen niet de hygiëne hypothese.
Het laat zien, dat een verschil in darmflora tussen verder vergelijkbare bevolkingsgroepen (Finnen/Esten/Kareliërs) gelinkt is aan de kans op T1DM; en het geeft onderbouwing voor een plausibel biologische mechanisme (verschillen in LPS). De grote vraag is nu waardoor dat verschil in darmflora komt; de meestvoordehandliggende oorzaak van zo'n verschil is niet hygiëne danwel een gebrek daaraan, maar voeding. Vooral vanuit het idee dat Karelië veel armer is dan Est- of Finland, en er dus ook minder McDonaldsen etc zijn.
Gaan we de poorten openen voor de verspreiding van infectieziekten?
Nee Henk,
Met een behoorlijke druk van op zich niet pathogene bacteriën verhoog je de kans op verspreiden van infectieziektes niet. Zo verlaag je die. Een mooi voorbeeld is hoe C.diff zich het snelst vestigd na een antibioticum kuur. Dan ligt de darm ook open voor indringers, of voor al in lage aantallen aanwezige opportunisten. Infecties verspreiden zich meestal ook gemakkelijker via kinderen met een zwak mycrobioom. Dat komt omdat bij die kinderen er ruimte is in de darm waarin een pathogeen zich kan nestelen en waar hij uit kan groeien. Frans Rombouts noemde dat ooit een noodzakelijke microbiële overdruk en dat geeft het mooi weer. Overigens geldt dat van die darm bacteriën zowel quantitatief als qualitatief; ook de soorten rijkheid moet hoog zijn.
#4 welke hygiene maatregelen adviseert u voor ziekenhuizen? Moet het roer om, of blijft bestrijding van mogelijke infectie noodzakelijk (MRSA) ?