Daags voor het debat op 21 april in Museum Boerhaave ging Diana Monissen, voorzitter van de Stichting Ik Kies Bewust die het Vinkje beheert, in op de kritiek op Vinkje. Als de blauwe en groene Vinkjes niet voldoen aan de eis van begrijpelijkheid, dan moeten ze opnieuw vormgegeven worden, zei ze.

Geen vraag meer
De blauwe en groene Vinkjes naast elkaar kunnen resulteren in een keuzedilemma. Neem je een trosje tomaten zonder Vinkje als je daarnaast kunt kiezen uit een doosje ijsjes of een zak Chips mét een blauw Vinkje? En neem je voor een kinderfeestje limonadesiroop (met weinig suiker in het uiteindeljke glaasje limonade) zonder Vinkje of chocolademelk (met flink veel meer suiker) maar mét een, nota bene, groen Vinkje? Zulke dilemma's zijn niet uit te leggen en leiden tot verwarring, beweerden de Consumentenbond en een lange reeks van critici.

Tijdens het debat kregen ze steun van Gerda Feunekes, directeur van het Voedingscentrum. Zij gaf de groene en blauwe verschijningsvormen van het Vinkje naast elkaar een zware onvoldoende. Dat er iets moet gebeuren om een einde aan de consumentenverwarring te maken, was vanaf dat moment geen vraag meer.



Met de woorden van Monissen en Feunekes verviel een belangrijk deel van de formele kritiek die er op Vinkje was. Toch zette de Consumentenbond gisteren zijn campagne tegen het Vinkje nadrukkelijk voort. Niet alleen blijft de Bond protesteren tegen de verwarring waarvoor het Vinkje bij consumenten zorgt, maar hij lijkt vooral af te willen van de commerciële invloed op het voedselkeuzelogo zoals de overheid die jaren geleden juist expliciet wenste. De Bond zegt: De Consumentenbond wil in elk geval dat het Vinkje verdwijnt en zal er op aandringen dat het onderzoek naar een alternatief model onafhankelijk en transparant wordt uitgevoerd, waarbij het belang van consumenten centraal staat. De ervaringen met het Vinkje laten zien dat dit beter niet kan worden belegd bij een stichting die bestaat uit partijen die commerciële belangen hebben bij de verkoop van bepaalde voedingsmiddelen. Met andere woorden: de Bond wil een onafhankelijk bestuurder van de verbeterde of veranderde Vinkjes.

Hoe nu verder?

Conclusie: als de overheid een voedselkeuzelogo wil en dat omarmt (zoals ze dat deed met Vinkje), dan moet ze dat verplicht stellen en had ze de aanvankelijk private organisatie een nieuwe fase in moeten leiden. Dat zou de initiatiefnemers in ieder geval een boel 'gelazer', wantrouwen (zie het commentaar van de Consumentenbond) en ergernis - 'stank voor dank', zei één van de bestuurders me - hebben bespaard
Oprechte bedoelingen
De bestuurders Bart Kuppens (Unilever) en Teun Verheij (Albron) van Vinkje legden uit dat Vinkje is opgericht vanuit het oprechte streven van een aantal bedrijven om mensen minder zout, suiker, vet en voedsel zonder vezels te laten eten. De overheid was immers niets van plan. Toen de WHO duidelijk maakte dat er iets moest gebeuren aan het stijgende aantal mensen met obesitas, vond voormalig minister Hans Hoogervorst dat er in Nederland een privaat initiatief van bedrijven moest komen om het probleem aan te pakken. Daarom nam een aantal bedrijven het initiatief om iets te doen.

Verheij stemde in met de stelling van professor Kees de Graaf, voorzitter van de wetenschappelijke commissie van Vinkje, dat de overheid stelling moet kiezen: als ze een voedselkeuzelogo wil, dan moet ze dat algemeen verplicht stellen.
Volgens De Graaf is inmiddels duidelijk geworden dat alleen de overheid kan zorgen voor deelname van iedereen. Dat lukt een privaat initiatief niet. Nestlé zal bijvoorbeeld niet meedoen aan het initiatief Ik Kies Bewust dat destijds werd aangedreven door de twee Nederlandse grootbedrijven Unilever en FrieslandCampina.

Aan die constatering mag worden toegevoegd dat na 10 jaar Vinkje en lange jaren van kritiek op het feit dat niet iedereen meedoet, de overheid en Vinkjes-partners zich eerder hadden mogen realiseren dat de overheid niet langer ontkomt aan zijn rol als algemeen verbindende spelregelmaker.

Conclusie: als de overheid een voedselkeuzelogo wil en dat omarmt (zoals ze dat deed met Vinkje), dan moet ze dat verplicht stellen en had ze de aanvankelijk private organisatie een nieuwe fase in moeten leiden. Dat zou de initiatiefnemers in ieder geval een boel 'gelazer', wantrouwen (zie het commentaar van de Consumentenbond) en ergernis - 'stank voor dank', zei één van de bestuurders me, 'want wij deden wat en dat heeft ons geld, tijd en zorgen gekost; commercieel hadden we het echt beter kunnen laten' - hebben bespaard.

Dagelijks, uitzondering, slechts heel af en toe
Diëtist Greet van den Berg legde plastisch uit dat de productgroepenbenadering van Vinkje niet deugt. Als voorbeeld nam ze een vader die gaat shoppen voor het feestje van zijn kind en thuiskomt met suikerrijke chocolademelk met een groen ('gezondere keuze') Vinkje, terwijl hij beter ongevinkte limonadesiroop of een blauwe (een slechts 'bewuste' keuze binnen een minder gunstige productgroep) had kunnen kiezen.

Wetenschappelijk secretaris Léon Jansen van Vinkje legde nog eens uit waarom de productgroepenbenadering toch zou kloppen, maar slaagde er ook al niet in mij duidelijk te maken waarom de vader voor zijn kinderfeestje dan toch met de verkeerde spullen thuis kon komen als hij op de Vinkjes lette. Van den Berg vindt dat Vinkjes helemaal niet nodig zijn en dat er meer geld beschikbaar moet zijn om mensen te leren betere keuzen te maken bij het boodschappen doen. Zij bleek met name te waarschuwen voor een situatie waar nauwelijks directe hulp meer bestaat en bestuurders denken dat preventief gezondheidsbeleid via productlogo's al een boel oplost.

Angela Severs van Nieuws voor Diëtisten gaf dat het Vinkje in plaats van zijn huidige en al jaren onder vuur liggen 'beste keuze in deze productcategorie' zou moeten overstappen naar een benadering die aansluit bij de nieuwe Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Zet dus bij wijze van spreken een groene Vink op een product dat behoort tot de basisproducten die je iedere dag mag eten, een oranje op producten die je af en toe kunt nemen en een rode op het genot dat je alleen heel af en toe moet eten.

De ambtenaar gaf aan dat de overheid nog eens gaat studeren. Wie de onafhankelijke rol heeft om dat te kunnen, bleef perfect vaag. Ook bleef onduidelijk of de overheid weer een private partij - of wellicht de Stichting Ik Kies Bewust - zou aanzoeken om in dezelfde valkuil als Vinkje terecht te komen
Verwarrend en onbegrijpelijk
Aan het slot van de avond kwam de overheid aan bod. In antwoord op kritiek op Vinkje zei minister Edith Schippers (VWS) onlangs dat ze niet zou aarzelen een beter systeem dan Vinkje uit het buitenland te halen, als ze dat zou vinden. Tegen de achtergrond van het gesprek had ik een paar vragen aan de dienstdoende ambtenaar in de zaal. Wat gaat u morgen minister Edith Schippers vertellen? De bal lag immers duidelijk op stip: zowel Vinkje zelf als de Consumentenbond roepen inmiddels om een nadrukkelijke rol van een onafhankelijke instantie. De overheid lijkt daarvoor de aangewezen partij en ook de minister kende zichzelf blijkens haar uitspraken een verantwoordelijke rol toe.
De ambtenaar gaf aan dat de overheid nog eens gaat studeren. Wie de onafhankelijke rol heeft om dat studieproces inhoudelijk te kunnen ondersteunen, bleef perfect vaag. Ook bleef onduidelijk of de overheid weer een private partij - of wellicht de Stichting Ik Kies Bewust - zou aanzoeken om in dezelfde valkuil als Vinkje terecht te komen. Wie het wil naluisteren, kan deze passages vinden in de laatste 20 minuten van het debat.

Inmiddels publiceerde Vinkje een stukje waaruit opgemaakt zou kunnen worden dat het de overheid adviseert, terwijl die in het luchtledige lijkt te tasten. Tot zover leverde het debat bestuurlijk dus een even verwarrende als onbegrijpelijke en nog weinig vertrouwen wekkende uitkomst op.

Rol voor Voedingscentrum of andere manier van 'vinken'
Onderwijl gebeurde iets dat bijna niemand opviel: felle critici schreven afgelopen donderdagmorgen een ingezonden stuk in de Volkskrant waarin ze de opvolger van de Stichting Ik Kies Bewust al benoemd hadden. Het Voedingscentrum - een overheidsinstelling - mag wat hen betreft Nederland op basis van de Schijf van Vijf leren eten. Misschien is daarmee meteen een antwoord gegeven op de vraag wie zou kandideren als vertrouwde beheerder van het van kleur en mogelijk ook van vorm verschietende logo.

Volgens professor Jaap Seidell, wereldwijd gevraagd door overheden vanwege zijn kennis over Public Health, is het Vinkje mislukt omdat consumenten niet naar front of pack-logo's blijken te kijken. Dat bleek hij de Stichting Ik Kies Bewust twee jaar geleden al te hebben gezegd. Veel zinvoller zou hij het vinden om supermarkten te 'vinken' als een publieke beloning voor een kritisch deel van hun assortiment waarin zij minder zout, suiker en vet stoppen. Seidell pleit dus niet voor een andere kleur en vorm, maar voor een andere aanpak van het initiatief zoals oud-minister Hoogervorst enerzijds en FrieslandCampina en Unilever anderzijds dat 10 jaar geleden zijn gestart.

Luisteren en weerbaar maken
We moeten luisteren naar consumenten en waar zij behoefte aan hebben, zei Ik Kies Bewust voorzitter Diana Monissen voorafgaand aan het debat. Foodlog ging in Amsterdam-Noord de straat op en vroeg mensen waar ze op letten bij het boodschappen doen en of Vinkje daar een rol bij speelt:



Eilander had een voorstel: maak speciale schappen met de betere keuzen en daarnaast de slechtere. Zo leer je mensen gemakkelijk zelf het verschil te zien en haal je eventuele commerciële sjoemelarij uit het systeem
Wat zij zeggen, benoemden de markt- en consumentenonderzoekers Goos Eilander (directeur van Trendbox) en Ynte van Dam (onderzoeker consumentengedrag aan de WUR) als volgt: voor ons werkt Vinkje verwarrend, daarom gaan we gewoon onze gang. Wie consumenten wil helpen bij het maken van een goede keuze, zal iets moeten doen dat duidelijk is en hen laat snappen waar ze tussen kunnen kiezen, zeiden beide experts in consumentengedrag. Zo maak je consumenten weerbaar en leer je hen zelf hun keuzes maken. Als ze het verkeerde willen, blijft dat hun zaak, zei Van Dam onder verwijzing naar zijn pakje sigaretten dat, wettelijk verplicht, duidelijk vermeldt 'neem mij niet'.

Eilander had een voorstel: maak speciale schappen met de betere keuzen en daarnaast de slechtere. Zo leer je mensen gemakkelijk zelf het verschil te zien en haal je eventuele commerciële sjoemelarij uit het systeem. Niemand haalt het immers in zijn hoofd om - ik noem maar een voorbeeld - bronwater met vitamines en suiker (Vitaminwater) naast puur bronwater als de betere keuze neer te zetten. Ook de productgroepenbenadering waarmee Vinkje al jaren cabaretiers van voer voor grappen voorziet, los je er meteen mee op, zei Eilander eigenlijk op een even elegante als impliciete manier.

Hoe moet het verder met Vinkje na 21 april en die merkwaardige verklaringen van Vinkje en de overheid? Hier kun je er in ieder geval in alle openbaarheid over meedenken.
Dit artikel afdrukken