Steenmeelbemesting heeft veel potentie voor verbetering van de bodemvruchtbaarheid. Dat is de belangrijkste voorlopige conclusie in de eindrapportage van het driejarige Steenmeelproject in de Veenkoloniën. Steenmeel bleek voor vrijwel alle teelten in de Veenkoloniën positieve resultaten op te leveren, zowel kwantitatief als kwalitatief: meer opbrengst en meer voedingsstoffen.

Steenmeel is een fijngemalen gesteente van vulkanische oorsprong. Door de verscheidenheid in mineralogische samenstelling van deze gesteenten, bestaat de mogelijkheid in de bodem juist die van nature voorkomende mineralen aan te vullen die door verweringsprocessen uit de bodem verdwenen zijn. Steenmeel levert een natuurlijke variatie aan nutriënten en sporenelementen en vult aan wat uit het systeem is verdwenen. ‘Aandacht voor de versleten bodemmineralogie blijkt een sleutel te zijn die sinds de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland zoek was’, schrijven de onderzoekers in het rapport. In het onderzoek in de Veenkoloniën werden drie verschillende soorten steenmeel in de praktijk getoetst.

Demonstratie in de praktijk
Het demonstratieproject met steenmeel, dat mogelijk werd gemaakt door provincies Groningen en Drenthe en Agenda voor de Veenkoloniën, startte drie jaar geleden op één bedrijf: het akkerbouwbedrijf van de familie Schrör in Musselkanaal. Deze telers zagen goede resultaten in hun opbrengsten. Vorig jaar deed naar aanleiding van de positieve resultaten bij Schrör een groep van in totaal acht akkerbouwers en veehouders mee aan het project. De deelnemers onderzochten op hun eigen bedrijf op praktijkschaal wat gesteentemeel betekent voor de teelt van zetmeelaardappelen, zomergerst, gras, wintertarwe en maïs.

Betere gewassen en hogere opbrengsten
De opbrengst van aardappelen, gerst, tarwe, maïs en grasland verbeterde op vrijwel alle percelen. De onderzoekers zagen niet alleen de tonnages toenemen, maar stelden in veel gevallen tegelijkertijd stijgende zetmeel-, eiwit- en nutriëntgehalten vast. De bij meting vastgestelde toegenomen nutriëntlevering sluit aan bij de mineralogische samenstelling van de toegediende steenmelen en was verschillend voor de toegepaste steenmeelsoorten. Bij de driejarige proef werd ook de bodem vooraf en na het derde jaar bemonsterd. Hieruit bleek dat de nutriënten en sporenelementen die met een éénmalige steenmeelgift werden toegediend na drie jaar nog steeds actief zijn in de bodem.

Mineralen
De resultaten onderschrijven de kennis uit wetenschappelijke onderzoeken over de belangrijke functies die mineralen uit gesteenten in de bodem vervullen. Zo blijken deze mineraaldeeltjes bijvoorbeeld een essentiële rol te spelen voor de nutriënthuishouding, bij opbouw van organische stof in de bodem en voor het bodemleven. "Met name in de afgelopen jaren maakten meerdere onderzoeken duidelijk dat de essentiële bodemmineralen sterk verweerd of uitgeloogd zijn door zure depositie en bodemgebruik. In de landbouwpraktijk wordt tot op heden niets met dit gegeven gedaan."

Toekomstvisie
Omdat een brede benadering vereist is om tegelijkertijd alle zwakke schakels in de bodem aan te pakken, willen de onderzoekers in nieuwe projecten verdieping geven aan de relatie tussen de bodembiologie, de kwaliteit van de organische stof in de bodem en de mineralogie. Ook pleiten de onderzoekers voor het opstellen van een financiële onderbouwing van de steenmeeltoepassing op zowel bedrijfsniveau als regionaal niveau. Dit is van belang omdat steenmeel naast een meststof een breed werkende bodemverbeteraar is met meerdere functies in de bodem, met zowel teelttechnische als maatschappelijke baten.

Het complete rapport met alle resultaten van het uitgevoerde praktijkonderzoek is via deze link te downloaden.

Fotocredits: 'Het inwerken van steenmeel', www.innovatieveenkoloniën.nl
Dit artikel afdrukken