Een nieuwe analyse van oude onderzoeksresultaten werpt een nieuw licht op het vermeende gezondheidsrisico van verzadigde vetten. Het vervangen van verzadigd vet door onverzadigd vet blijkt wellicht toch geen gezondheidsvoordeel op te leveren.
Verzadigd vet zou leiden tot een groter risico op hart- en vaatziekten. Onverzadigde vetten zouden daarentegen juist goed zijn voor de gezondheid van hart en vaten. Deze stelling lijkt nu onderuit gehaald te worden door een nieuwe analyse van oude data, in combinatie met nieuwe onderzoeken.
Minnesota Coronary Experiment
Amerikaanse onderzoekers onder leiding van Christopher Ramsden van de National Institutes of Health her-analyseerden de gegevens uit het Minnesota Coronary Experiment (MCE), een gerandomiseerde klinisch onderzoek dat plaatsvond tussen 1968 en 1973. Bij analyse van ongepubliceerde documenten en ruwe data van het bijna 50 jaar oude onderzoek, bleek dat slechts een deel van de resultaten was gepubliceerd.
In het oude onderzoek werden ruim 9.000 mensen uit psychiatrische ziekenhuizen en verpleeghuizen gedurende 4,5 jaar gevolgd. Er werd gekeken of het vervangen van verzadigd vet door plantaardige olie rijk aan linolzuur het risico op hart- en vaat ziekten verlaagde door een afname van het cholesterolgehalte. Mensen die veel linolzuur binnenkregen hadden een cholesterolgehalte dat 14% lager lag dan dat van mensen die dierlijke vetten aten.
Het verhoogde cholesterolgehalte bleek echter niet samen te hangen met overlijden aan hart- en vaatziekten. Sterker nog, de deelnemers die plantaardige oliën kregen, hadden een licht verhoogd overlijdensrisico. Voor iedere 30 mg/l afname in cholesterol was er een 22% hoger risico op overlijden. “De hypothese voorspelt dat hoe lager het cholesterol gehalte, hoe beter dat is voor je gezondheid. Wij vonden eigenlijk het tegenovergestelde,” zegt Ramsden. Ook toen Ramsden en collega’s een meta-analyse uitvoerden van het MCE samen met nog 5 vergelijkbare RCT’s (met in totaal 10.808 mensen) bleek de relatie tussen verhoogd cholesterol en hartaandoeningen niet vast te stellen.
Speculaties
Na het verschijnen van deze nieuwe analyse in BMJ speculeren experts over de sterkte van dit nieuwe bewijs en waar het toen ‘fout’ gegaan is. In een editorial in BMJ wijst Lennert Veerman van de University of Queensland erop dat een review in Circulation wel een verband vond tussen een hogere inname van linolzuur en een vermindering van het risico op hart- en vaatziekten. Een Cochrane review ontdekte ook een kleine maar potentieel belangrijke afname van het cardiovasculaire risico bij een vermindering van de hoeveelheid gebruikte verzadigde vetten.
Time komt met theorieën die kunnen verklaren waarom een eetpatroon met plantaardige vetten wel tot een lager cholesterol leidt, maar niet tot meer hartaandoeningen. Het zou bijvoorbeeld kunnen komen omdat onverzadigde vetten tijdens verhitten oxideren. Dat kan leiden tot ontstekingen, die op hun beurt weer hartaandoeningen kunnen veroorzaken. Ook zou het kunnen dat, zoals Ramsden zelf beschrijft, de mensen in de groep plantaardige oliën er twee keer meer van aten dan de gemiddelde Amerikaan. Het kan dus letterlijk ‘teveel van het goede’ geweest zijn.
Frank Hu, van de Harvard T.H. Chan School of Public Health, die een rol heeft gespeeld bij het opstellen van de Amerikaanse voedingsrichtlijnen, meldt op CNN dat de tijd in het MCE dat de mensen het dieet volgden (1 jaar) te kort is om conclusies te trekken. Ook kunnen kwetsbare gezondheid of andere aandoeningen ten grondslag liggen aan het overlijden.
'Niet zo slecht als we dachten'
Waar ze het wel over eens zijn is dat er op basis van dit onderzoek nog geen harde conclusies kunnen worden gebonden, maar zoals Ramsden zegt: “Verzadigde vetten zijn niet ineens gezond, maar misschien niet zo slecht als mensen dachten.” Tot slot verandert het ook niets aan het advies dat een gezond eetpatroon bestaat uit groente, fruit en volle granen en dat (ultra)bewerkt voedsel, suiker, zout en te grote porties zoveel mogelijk vermeden moeten worden.
Fotocredits: 'Butter and Oil', Bill Branson via Wikimedia
Dit artikel afdrukken
Minnesota Coronary Experiment
Amerikaanse onderzoekers onder leiding van Christopher Ramsden van de National Institutes of Health her-analyseerden de gegevens uit het Minnesota Coronary Experiment (MCE), een gerandomiseerde klinisch onderzoek dat plaatsvond tussen 1968 en 1973. Bij analyse van ongepubliceerde documenten en ruwe data van het bijna 50 jaar oude onderzoek, bleek dat slechts een deel van de resultaten was gepubliceerd.
In het oude onderzoek werden ruim 9.000 mensen uit psychiatrische ziekenhuizen en verpleeghuizen gedurende 4,5 jaar gevolgd. Er werd gekeken of het vervangen van verzadigd vet door plantaardige olie rijk aan linolzuur het risico op hart- en vaat ziekten verlaagde door een afname van het cholesterolgehalte. Mensen die veel linolzuur binnenkregen hadden een cholesterolgehalte dat 14% lager lag dan dat van mensen die dierlijke vetten aten.
Het verhoogde cholesterolgehalte bleek echter niet samen te hangen met overlijden aan hart- en vaatziekten. Sterker nog, de deelnemers die plantaardige oliën kregen, hadden een licht verhoogd overlijdensrisicoGeen link cholesterol en hartaandoeningen
Het verhoogde cholesterolgehalte bleek echter niet samen te hangen met overlijden aan hart- en vaatziekten. Sterker nog, de deelnemers die plantaardige oliën kregen, hadden een licht verhoogd overlijdensrisico. Voor iedere 30 mg/l afname in cholesterol was er een 22% hoger risico op overlijden. “De hypothese voorspelt dat hoe lager het cholesterol gehalte, hoe beter dat is voor je gezondheid. Wij vonden eigenlijk het tegenovergestelde,” zegt Ramsden. Ook toen Ramsden en collega’s een meta-analyse uitvoerden van het MCE samen met nog 5 vergelijkbare RCT’s (met in totaal 10.808 mensen) bleek de relatie tussen verhoogd cholesterol en hartaandoeningen niet vast te stellen.
Speculaties
Na het verschijnen van deze nieuwe analyse in BMJ speculeren experts over de sterkte van dit nieuwe bewijs en waar het toen ‘fout’ gegaan is. In een editorial in BMJ wijst Lennert Veerman van de University of Queensland erop dat een review in Circulation wel een verband vond tussen een hogere inname van linolzuur en een vermindering van het risico op hart- en vaatziekten. Een Cochrane review ontdekte ook een kleine maar potentieel belangrijke afname van het cardiovasculaire risico bij een vermindering van de hoeveelheid gebruikte verzadigde vetten.
Time komt met theorieën die kunnen verklaren waarom een eetpatroon met plantaardige vetten wel tot een lager cholesterol leidt, maar niet tot meer hartaandoeningen. Het zou bijvoorbeeld kunnen komen omdat onverzadigde vetten tijdens verhitten oxideren. Dat kan leiden tot ontstekingen, die op hun beurt weer hartaandoeningen kunnen veroorzaken. Ook zou het kunnen dat, zoals Ramsden zelf beschrijft, de mensen in de groep plantaardige oliën er twee keer meer van aten dan de gemiddelde Amerikaan. Het kan dus letterlijk ‘teveel van het goede’ geweest zijn.
Frank Hu, van de Harvard T.H. Chan School of Public Health, die een rol heeft gespeeld bij het opstellen van de Amerikaanse voedingsrichtlijnen, meldt op CNN dat de tijd in het MCE dat de mensen het dieet volgden (1 jaar) te kort is om conclusies te trekken. Ook kunnen kwetsbare gezondheid of andere aandoeningen ten grondslag liggen aan het overlijden.
'Niet zo slecht als we dachten'
Waar ze het wel over eens zijn is dat er op basis van dit onderzoek nog geen harde conclusies kunnen worden gebonden, maar zoals Ramsden zegt: “Verzadigde vetten zijn niet ineens gezond, maar misschien niet zo slecht als mensen dachten.” Tot slot verandert het ook niets aan het advies dat een gezond eetpatroon bestaat uit groente, fruit en volle granen en dat (ultra)bewerkt voedsel, suiker, zout en te grote porties zoveel mogelijk vermeden moeten worden.
Fotocredits: 'Butter and Oil', Bill Branson via Wikimedia
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Grappig hoe de media schrijven:
-Plantaardige olie en vetten niet zo goed
-Verzadigde olie en vetten niet zo slecht.
Plantaardige oliën (te weten: soja/mais/zonnebloemolie) verlagen dus wel het cholesterol, maar je schiet er niets mee op qua hartgezondheid?
Hm, er stond laatst een bericht hier, een cholesterolverlager die uitstekend werkte om de HDL/LDL-cijfertjes mooi te krijgen, maar waar je qua hartgezondheid geen bal mee opschoot, en dus van de markt gehaald. En daar zijn er wel meer van, volgens Wikipedia.
Bij beide komt naar voren: je kunt je cholesterol wel verlagen, maar daar zit het probleem blijkbaar niet.
Bijna tijd voor een weddenschapje: hoe lang gaat het nog duren voordat de cholesterolverlagers helemaal verdwenen zijn (behalve misschien voor familiaire cholesterolemie?)? Zal men het ooit toegeven? Zullen er rechtszaken komen dat men het al veel eerder wist maar vanwege winstgevendheid de data liever onder het tapijt schoof, net als bij tabak? Kan iedereen wegkomen met 'tsja, voortschrijdend inzicht!'? Of passen ze het gewoon aan, zoals kameleonproduct margarine?*
* Overmatige transvetten eruit toen die vrij ongezond bleken te zijn, vitamines A, D & E erin omdat die in boter zitten en gemist gaan worden, omega 3-vetten erin om de negatieve effecten van teveel omega 6 teniet te doen.. Net nieuw is Becel Met Roomboter (pff!).. Je kunt met alle nieuwe wetenschappelijke winden meewaaien en het gewoon 'Becel' of 'margarine' blijven noemen, zit je altijd goed en hoef je nooit te zeggen dat je product eerst misschien helemaal niet zo gezond was.
Harvard-coryfee Walter Willett maakt dit 'onderzoek op gegevens uit de kelder' met de grond gelijk: "The bottom line is that this report adds no useful new information and is irrelevant to current dietary recommendations that emphasize replacing saturated fat with polyunsaturated fat, including sources of both n-3 and n-6 fatty acids."
Chris Ramsden is ook geen kleine jongen en zei ja-wat-eigenlijk. Wat is het toch raar dat we maar niet snappen waarom het kritische publiek gewoon zijn eigen gang gaat.
Voor de Richtlijn Gezonde Voeding heeft de Gezondheidsraad uiteraard ook gekeken naar de gezondheidseffecten van verschillende soorten vetten.
Wat betreft het rechtstreekse effect (dus niet indirect, met de cholesterolwaarden als eindpunt) van het vervangen van verzadigd vet door onverzadigde vet op de hartgezondheid, baseert de GR zich op cohortonderzoek. Dit is beschreven in het Achtergronddocument Verzadigde, enkelvoudig en meervoudig onverzadigde (n-6) vetzuren (2015), nr. A15/22. De GR zegt om precies te zijn (p. 19):
Conclusie: Een vijf energieprocent hogere inname van meervoudig onverzadigde
vetzuren ‘ten opzichte van’ verzadigde vetzuren hangt samen met een ongeveer 10%
lager risico op coronaire hartziekten. Bewijskracht: groot.
Daarna staat beschreven op welk onderzoek de GR zich daarbij baseert (omvang iets meer dan een pagina). Die verantwoording ziet er op het eerste gezicht tamelijk plausibel uit.
Ik ben het met Willett (andere hotemetoten hebben ook in die richting gereageerd) eens dat de betekenis van het 'nieuwe' onderzoek in de media veel te breed is uitgemeten. Het onderzoek gaat weliswaar over veel personen en statistici houden daarvan, maar het zich vol methodologische haken en ogen.
Hans, kun je nou ook gewoon uitleggen wat deze re-evaluatie van dt onderzoek-uit-de-kelder betekent?
Ik zag vanavond Martijn Katan die als autoriteit (dat is uniek!) in Kassa mocht zeggen wat hij vindt. Hij zou gezegd hebben: wat een onzin allemaal, van roomboter ga je niet dood, maar niet te vaak en niet teveel.
Is dat waar?