De lange, slanke arts stapt halverwege de middag zijn werkkamer in het UMCU binnen met een broodje in zijn hand. “Nee nee, dit is geen tussendoortje. Dit is mijn lunch.” Dat kan ook niet anders: internist Frank Visseren pleit, in de strijd tegen overgewicht en obesitas, voor niet te vaak en niet teveel eten. “Het hele overgewichtsprobleem is terug te brengen tot 11 calorieën per dag teveel, pakweg een half suikerklontje.”

Er is niets complex aan het ontstaan van overgewicht en obesitas, zo legt Visseren uit: “Je krijgt meer calorieën binnen dan je nodig hebt. En wat je teveel binnenkrijgt, wat je lichaam dus niet verbrandt, sla je op als vet.” Dus minder eten? Ja, daar komt het feitelijk op neer. Toch stijgt het aantal obesen wereldwijd, en ook in Nederland, elk jaar. Als de oplossing zo voor de hand ligt, waarom benutten we die dan niet?

Van overgewicht naar hart- en vaatziekten
Voordat hij die vraag beantwoordt, maakt de arts duidelijk dat obesitas niet direct zijn expertise is. Als hoogleraar Vasculaire Geneeskunde houdt hij zich in de eerste plaats bezig met hart- en vaatproblemen. “Maar het zogenoemde ziektepad van veel patiënten begint niet zelden bij overgewicht, bij obesitas. Te dikke mensen kampen vaak met een te hoge bloeddruk, slechte cholesterolwaarden en een verstoorde bloedsuikerspiegel: tezamen het metabool syndroom genoemd. Dat kan overgaan in diabetes, eveneens een almaar groter wordend probleem. Vorig jaar telden we een miljoen Nederlanders met diabetes. En een op de drie kinderen die nu in de Verenigde Staten wordt geboren zal diabetes krijgen. Dat is enorm. Diabetes kan vervolgens hart- en vaatziekten tot gevolg kan hebben. Je begrijpt dat het voor ons van het grootste belang is om het probleem bij de wortel aan te pakken: bij mensen met overgewicht en obesitas.”

“Wat is een half kilootje per jaar erbij nu helemaal? Maar als dat zich voortzet, telt je lichaam tien jaar later vijf kilo extra vet"
10 kilo in 20 jaar
Dikker worden is vaak een heel geleidelijk proces. “Niemand wordt van de ene op de andere dag 5 of 10 kilo zwaarder wakker.” Visseren schetst een realistisch scenario: dat van een volwassene die elk jaar een halve kilo zwaarder wordt. “Wat is een half kilootje per jaar erbij nu helemaal? Maar als dat zich voortzet, telt je lichaam tien jaar later vijf kilo extra vet. Twintig jaar later ben je tien kilo aangekomen, en is de kans groot dat je overgewicht hebt. Dan begint het ziektepad dat ik beschreef: overgewicht-metabool syndroom-diabetes-hart-en vaatziekten. Ook het risico op kanker neemt hierdoor toe.”

Een of twee slokken cola
Volgens Visseren is het probleem, uitgaande van bovenstaand geschetst beeld, eigenlijk maar heel klein. “Dat halve kilootje staat gelijk aan 4000 kilocalorieën. Verdeeld over 365 dagen van het jaar komt dat neer op nog geen 11 calorieën per dag. 11 calorieën teveel! Dat is niets! Een half klein koekje, of een of twee slokken cola minder dan gewoonlijk. 11 calorieën zijn ook zo verbrand: loop een keer extra de trap op, en je bent het kwijt!”

"Een dieet?! Diëten zijn de grootste flauwekul"
De oplossing ligt dus niet alleen voor de hand, het probleem blijkt ook nog eens zo verholpen. Dus nogmaals de vraag: waarom doen we dat dan niet? Evolutionair bepaald, oppert Visseren. “Heel vroeger gold: wie voor de winter niet genoeg vet gekweekt had, haalde het voorjaar niet. We zijn geneigd net iets meer in te nemen dan nodig is.” Dan zou een dieet soelaas kunnen bieden. “Een dieet?”, schampert de arts. “Diëten zijn de grootste flauwekul. Er is niets magisch aan een dieet. Ja, je kan er van afvallen, maar dat komt alleen omdat je minder kilocalorieën binnen krijgt doordat je structuur geeft aan je eten. Dat is alles. Een dieet moet je niet een dag doen, een week, een maand, of een half jaar. Je moet je gedrag veranderen, je manier van leven en van eten. Een dieet moet je integreren in je leven, dan helpt het pas.”

Geen tussendoortje
Het broodje van de arts is al even achter de kiezen als hij tot slot uiteenzet wat zijn eigen eetpatroon is, en wat hem helpt bij het hanteren van een gezond gewicht. “Ik eet twee, soms drie keer op een dag. En niet teveel. Noem het het niet-te-vaak-en-niet-teveel-dieet als je wilt.” Visseren legt uit waarom dit eetpatroon werkt voor een gezond gewicht. “Je lichaam heeft na een maaltijd twee uur nodig om koolhydraten te halen uit het voedsel. Na die twee uur gaat je lichaam over op vetverbranding. Dat merk je ook een beetje bij jezelf: dan word je wat flauwer. Velen grijpen dan naar een tussendoortje. Koekje, appel, wat dan ook. Niet doen! Want hierdoor gaat je lichaam niet over op die vereiste vetverbranding. Ziedaar de sluipende toename van vet.”

Snoepen mag
De Utrechtse hoogleraar begrijpt dat het opheffen van het tussendoortje best wat verzet oproept. Is ons dan geen enkel pleziertje meer gegund? “Natuurlijk wel”, merkt hij op. “Een beetje snoepen, een koekje, een appel, een chocolaatje: zeker doen, geen probleem. Maar maak het onderdeel van een van de drie maaltijden die je op een dag nuttigt. Zo behoud je de benodigde langdurige koolhydraatvrije periodes op een dag. Vanuit dit perspectief is vasten, zoals de ramadan, dan ook helemaal geen slecht idee.” Niet te vaak, niet teveel: wie zich aan dat eetpatroon houdt, maakt minder kans om uiteindelijk te moeten aankloppen bij dokter Frank Visseren.

Fotocredits: 'Trappenhuis', Michiel Mobach
Dit artikel afdrukken