Op 6 april stemt Nederland over het associatieverdrag met Oekraïne. Voor Janneke Donkerlo is dat aanleiding om een duurzaamheidswet te bepleiten – te beginnen met kip.
Soms kan ik me niet beheersen, dan móet ik gewoon een gegrilde kip kopen. Die eet ik dan thuis in een keer op. Heerlijk.
Eet jij ook graag op zijn tijd een lekker stukje kip dat je met een gerust geweten kunt consumeren omdat het diervriendelijk is geproduceerd? Dat wordt helaas lastiger als we het associatieverdrag met de Oekraïne ondertekenen.
Althans, dat zeggen de pluimveehouders in Nederland...
Als er behalve het associatieverdrag niets veranderd, hebben ze inderdaad gelijk. Nu al exporteert een groot Oekraïens bedrijf - dat nota bene met steun van Nederlandse banken is opgericht en in zijn eentje straks heel Nederland van heel betaalbare kip kan voorzien – vlees naar Europa van plofkippen waar wij juist vanaf willen.
Dus?
Het associatieverdrag gaat natuurlijk over veel meer dan over kip alleen, en ik wil hiermee dan ook geen stemadvies geven. Het verdrag is echter wel een extra aanleiding om te pleiten voor duurzaamheidswetgeving.
Huh?
Dat is een wet die bepaalt dat Nederlandse winkeliers alleen producten mogen verkopen als ze voldoen aan duurzaamheidscriteria op het gebied van milieu, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn.
Waarom zo'n wet?
Omdat die goed is voor de Nederlandse consument, voor de Nederlandse kip (in dit geval) en voor de Nederlandse pluimveehouders.
Nederlandse kippenboeren krijgen het steeds moeilijker. Enerzijds staan ze onder grote maatschappelijke druk om het dierenwelzijn te verbeteren. Anderzijds moeten ze meedoen aan de vrije wereldmarkt. Europa geeft op het gebied van zijn dierlijke productie zijn beschermende maatregelen op. Zowel het associatievraag met Oekraïne als bijvoorbeeld TTIP zorgt ervoor dat we straks veel goedkopere kip met lagere welzijnseisen bij de super kunnen kopen. Veel mensen denken dat wetgeving om dat te voorkomen niet kan. Maar volgens Hans Vedder, professor Europese Economie en Recht aan de universiteit van Groningen, mag het wel degelijk als het in het belang van de consument is.
Moordende concurrentie
Pluimveehouders ontkomen inmiddels niet meer aan de druk van landen, zoals de Oekraine, de VS en Brazilië, die veel goedkoper – en dieronvriendelijker – produceren. Met moordende concurrentie als gevolg. Hoewel ze op dit moment niet klagen, komen Nederlandse pluimveehouders zoetjes aan steeds meer in de knel
Met duurzaamheidswetgeving zijn Nederlandse kippenboeren in ieder geval verzekerd van een vaste binnenlandse afzetmarkt. De opkomende belangstelling voor dierenwelzijn in andere landen geeft onze boeren straks bovendien een voorsprong als het gaat om export. Zo blijft (een deel van) de pluimveehouderij voor Nederland behouden en kunnen we voor- in plaats van achteruit met het welzijn van ons lekkere stukje kip. Doen we dat niet, dan rakend we al onze kippenboeren kwijt. Dat lijkt me niet in ons belang omdat we dan helemaal afhankelijk zijn van de manier waarop andere landen en culturen met ons voedsel omgaan.
2. De kip
Volgens Wakker Dier en de Dierenbescherming betekent een kip-waardig leven: een langzaam groeiende, sterke kip die genoeg leefruimte krijgt om te scharrelen, zowel binnen, als in een beschutte buitenruimte. Zulke kippen krijgen drie sterren, het ultieme kippenwelzijn. Nu hebben onze kippen inderdaad door toedoen van consumenten en maatschappelijke organisaties door de jaren al een beter leven gekregen.
Het begint ergens op te lijken, maar we zijn er nog niet. Supermarkten wringen zich in allerlei bochten, uit angst voor een slechte naam. Het blijft echter bij een niche-markt. Soms worden ze zelfs teruggefloten omdat ze concurrentievervalsend bezig zijn, wat dan weer 'onweer in het kippenhok' veroorzaakt.
Voor de wet is iedere kip gelijk
Dat de keuze van de consument voor de ultieme duurzaamheid gaat zorgen, is inmiddels een mythe gebleken. Natuurlijk is het prima dat er consumenten zijn die zich druk maken om dierenleed. Een voorhoede is altijd nodig om bewustwording te scheppen. Maar doorslaggevend is altijd de wetgever. Een wet geldt namelijk voor ieder mens en ieder dier. Alleen met een duurzaamheidswet zijn alle kippen die in Nederland geconsumeerd worden, verzekerd van een drie-sterren bestaan.
Een toenemend aantal consumenten heeft de buik vol van keurmerken en nietszeggende 'vinkjes', zo blijkt uit de krant. Op twitter kwam ik zelfs een poll tegen waarin een meerderheid aangaf voorstander te zijn van algemene duurzaamheidsregels. Dat was geen representatieve poll, maar toch....
Met een duurzaamheidswet hoeven consumenten zich nooit meer af te vragen of 'hun' kip –van welke prijs dan ook – wel een goed leven heeft gehad. Zoals we ons nu ook niet hoeven af te vragen of er paardenvlees in ons rundvlees zit. Als dat namelijk wel zo blijkt te zijn, dan krijgt de betreffende ondernemer een boete of verdwijnt achter de tralies. Dat vleesverwerkers of etenswarenverkopers altijd tegen wetgeving zijn is overigens een sprookje. Het zorgt juist voor een gelijk speelveld waar zulke ondernemers baat bij hebben.
Dat wordt toch onbetaalbaar?
Misschien gaat de prijs van kip in de winkel door mijn voorstel wel 40% omhoog. Maar hoe erg is dat en zal dat überhaupt wel zo'n vaart lopen? Supermarkten en slagers zijn inventief en innovatief. Ze willen echt geen omzet verliezen. En komt het niet uit de lengte, dan wel uit de breedte. Dat kunnen we met een gerust hart aan hen overlaten.
Intussen kunnen de kippenboeren vast op zoek gaan naar internationale nichemarkten met consumenten die grif willen betalen voor duurzaam kippenvlees. Zoals ook Hollandse melkpoeder voor baby’s gretig aftrek vindt onder rijke Chinezen vanwege de goede naam van onze melkveehouderij en zuivelfabrieken.
Duurzame kiloknaller
Een wet die supermarkten en slagers verplicht om minimaal aan de wettelijke welzijnseisen van 3-sterren te voldoen, verzekert onze boeren van een gegarandeerde afzetmarkt en biedt de consument de zekerheid van duurzaam en betaalbaar vlees. Zo krijg je dus een duurzame kiloknaller nieuwe stijl en maakt het zelfs niet meer uit of we al dan niet een associatieverdrag met de Oekraïne sluiten!
Is dit betutteling en moeten consumenten meer vrije keuze voor plofkip uit de VS, Brazilië en de Oekraïne hebben? Als je dat vindt, leg me dan uit waarom dat in ons belang is.
Fotocredits: Buitenkip, Martin de Witte
Dit artikel afdrukken
Eet jij ook graag op zijn tijd een lekker stukje kip dat je met een gerust geweten kunt consumeren omdat het diervriendelijk is geproduceerd? Dat wordt helaas lastiger als we het associatieverdrag met de Oekraïne ondertekenen.
Althans, dat zeggen de pluimveehouders in Nederland...
Als er behalve het associatieverdrag niets veranderd, hebben ze inderdaad gelijk. Nu al exporteert een groot Oekraïens bedrijf - dat nota bene met steun van Nederlandse banken is opgericht en in zijn eentje straks heel Nederland van heel betaalbare kip kan voorzien – vlees naar Europa van plofkippen waar wij juist vanaf willen.
Dus?
Het associatieverdrag gaat natuurlijk over veel meer dan over kip alleen, en ik wil hiermee dan ook geen stemadvies geven. Het verdrag is echter wel een extra aanleiding om te pleiten voor duurzaamheidswetgeving.
Huh?
Dat is een wet die bepaalt dat Nederlandse winkeliers alleen producten mogen verkopen als ze voldoen aan duurzaamheidscriteria op het gebied van milieu, arbeidsomstandigheden en dierenwelzijn.
Waarom zo'n wet?
Omdat die goed is voor de Nederlandse consument, voor de Nederlandse kip (in dit geval) en voor de Nederlandse pluimveehouders.
Doen we dat niet, dan rakend we al onze kippenboeren kwijt. Dat lijkt me niet in ons belang omdat we dan helemaal afhankelijk zijn van de manier waarop andere landen en culturen met ons voedsel omgaan1. De pluimveehouders
Nederlandse kippenboeren krijgen het steeds moeilijker. Enerzijds staan ze onder grote maatschappelijke druk om het dierenwelzijn te verbeteren. Anderzijds moeten ze meedoen aan de vrije wereldmarkt. Europa geeft op het gebied van zijn dierlijke productie zijn beschermende maatregelen op. Zowel het associatievraag met Oekraïne als bijvoorbeeld TTIP zorgt ervoor dat we straks veel goedkopere kip met lagere welzijnseisen bij de super kunnen kopen. Veel mensen denken dat wetgeving om dat te voorkomen niet kan. Maar volgens Hans Vedder, professor Europese Economie en Recht aan de universiteit van Groningen, mag het wel degelijk als het in het belang van de consument is.
Moordende concurrentie
Pluimveehouders ontkomen inmiddels niet meer aan de druk van landen, zoals de Oekraine, de VS en Brazilië, die veel goedkoper – en dieronvriendelijker – produceren. Met moordende concurrentie als gevolg. Hoewel ze op dit moment niet klagen, komen Nederlandse pluimveehouders zoetjes aan steeds meer in de knel
Met duurzaamheidswetgeving zijn Nederlandse kippenboeren in ieder geval verzekerd van een vaste binnenlandse afzetmarkt. De opkomende belangstelling voor dierenwelzijn in andere landen geeft onze boeren straks bovendien een voorsprong als het gaat om export. Zo blijft (een deel van) de pluimveehouderij voor Nederland behouden en kunnen we voor- in plaats van achteruit met het welzijn van ons lekkere stukje kip. Doen we dat niet, dan rakend we al onze kippenboeren kwijt. Dat lijkt me niet in ons belang omdat we dan helemaal afhankelijk zijn van de manier waarop andere landen en culturen met ons voedsel omgaan.
2. De kip
Volgens Wakker Dier en de Dierenbescherming betekent een kip-waardig leven: een langzaam groeiende, sterke kip die genoeg leefruimte krijgt om te scharrelen, zowel binnen, als in een beschutte buitenruimte. Zulke kippen krijgen drie sterren, het ultieme kippenwelzijn. Nu hebben onze kippen inderdaad door toedoen van consumenten en maatschappelijke organisaties door de jaren al een beter leven gekregen.
Het begint ergens op te lijken, maar we zijn er nog niet. Supermarkten wringen zich in allerlei bochten, uit angst voor een slechte naam. Het blijft echter bij een niche-markt. Soms worden ze zelfs teruggefloten omdat ze concurrentievervalsend bezig zijn, wat dan weer 'onweer in het kippenhok' veroorzaakt.
Voor de wet is iedere kip gelijk
Dat de keuze van de consument voor de ultieme duurzaamheid gaat zorgen, is inmiddels een mythe gebleken. Natuurlijk is het prima dat er consumenten zijn die zich druk maken om dierenleed. Een voorhoede is altijd nodig om bewustwording te scheppen. Maar doorslaggevend is altijd de wetgever. Een wet geldt namelijk voor ieder mens en ieder dier. Alleen met een duurzaamheidswet zijn alle kippen die in Nederland geconsumeerd worden, verzekerd van een drie-sterren bestaan.
Is dit betutteling en moeten consumenten meer vrije keuze voor plofkip uit de VS, Brazilië en de Oekraïne hebben? Als je dat vindt, leg me dan uit waarom dat in ons belang is.3. De consument
Een toenemend aantal consumenten heeft de buik vol van keurmerken en nietszeggende 'vinkjes', zo blijkt uit de krant. Op twitter kwam ik zelfs een poll tegen waarin een meerderheid aangaf voorstander te zijn van algemene duurzaamheidsregels. Dat was geen representatieve poll, maar toch....
Met een duurzaamheidswet hoeven consumenten zich nooit meer af te vragen of 'hun' kip –van welke prijs dan ook – wel een goed leven heeft gehad. Zoals we ons nu ook niet hoeven af te vragen of er paardenvlees in ons rundvlees zit. Als dat namelijk wel zo blijkt te zijn, dan krijgt de betreffende ondernemer een boete of verdwijnt achter de tralies. Dat vleesverwerkers of etenswarenverkopers altijd tegen wetgeving zijn is overigens een sprookje. Het zorgt juist voor een gelijk speelveld waar zulke ondernemers baat bij hebben.
Dat wordt toch onbetaalbaar?
Misschien gaat de prijs van kip in de winkel door mijn voorstel wel 40% omhoog. Maar hoe erg is dat en zal dat überhaupt wel zo'n vaart lopen? Supermarkten en slagers zijn inventief en innovatief. Ze willen echt geen omzet verliezen. En komt het niet uit de lengte, dan wel uit de breedte. Dat kunnen we met een gerust hart aan hen overlaten.
Intussen kunnen de kippenboeren vast op zoek gaan naar internationale nichemarkten met consumenten die grif willen betalen voor duurzaam kippenvlees. Zoals ook Hollandse melkpoeder voor baby’s gretig aftrek vindt onder rijke Chinezen vanwege de goede naam van onze melkveehouderij en zuivelfabrieken.
Duurzame kiloknaller
Een wet die supermarkten en slagers verplicht om minimaal aan de wettelijke welzijnseisen van 3-sterren te voldoen, verzekert onze boeren van een gegarandeerde afzetmarkt en biedt de consument de zekerheid van duurzaam en betaalbaar vlees. Zo krijg je dus een duurzame kiloknaller nieuwe stijl en maakt het zelfs niet meer uit of we al dan niet een associatieverdrag met de Oekraïne sluiten!
Is dit betutteling en moeten consumenten meer vrije keuze voor plofkip uit de VS, Brazilië en de Oekraïne hebben? Als je dat vindt, leg me dan uit waarom dat in ons belang is.
Fotocredits: Buitenkip, Martin de Witte
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Heel tijdig en relevant relaas, ik liep ook al te denken, hoe gaan onze kippenboeren stemmen op 6 april? Die zouden wel gek zijn om het paard van Troje binnen te halen met een JA. Maar in zo'n internationaal duurzaamheidscriterium geloof ik niet erg, dat levert teveel heibel,wantrouwen en misleiding op bij de inspecties. Beter is: grenzen dicht voor dieren, niet alleen voor papagaaien en reptielen, ook voor kip en varken, dan krijg je automatisch de hoge standaarden zoals in Zwitserland, Oostenrijk en Zweden. Gisteren, in de reeks Voedsel voor Morgen, weer twee chefs van Ahold en een wetenschappelijk bureau in het Academiegebouw van Utrecht, die voor een volle zaal studenten ijskoud beweren dat de producten id schappen van de supers aan duuurzaamheidscriteria (sociaal, dierenwelzijn, ontbossing in Brazilie en Indonesie) eigenlijk al net zoveel belang hechten als aan de winst en de wensen van aandeelhouders. Over vakbonden en strenge milieuwetgeving werd niet gerept, (dierenwelzijnsorganisaties wel), alsof de supers dat allemaal al uit zichzelf deden, omdat ze dat belangrijk vonden voor hun reputatie. De zaal slikte dat als zoete koek, gezien het uitblijven van kritische vragen (er was een oude bioboer die toch een vraag stelde over die oprechtheid). Waar gaat dat heen, waar gaat dat heen? Het mooiste was nog, vanaf het podium werd toegegeven dat die nieuwe ethiek in voedselindustrie, supers en aandeelhouderij niet moest komen van de consumentengeneratie van nu, maar van de jongeren die enkele graadjes verantwoorder en bewuster zouden gaan leven (maar het glazig kijkend aanhoorden, dus geen instemmend gejuich), ik heb zelden zoveel wishful thinking op een avond gehoord! De universiteit niet langer een waakhond, maar een hond aan de lijn van!!
Mooie eerste reactie! By the way: ik pleit niet voor internationale wetgeving, maar voor Nederlandse wetgeving. We denken altijd dat dat niet kan, maar dat kan heel goed, zolang het proportioneel is en het niet om concurrentievervalsing gaat. Wi, als Nederlandse consumenten, willen gevrijwaard zijn van een slecht geweten, of het nu om dierenwelzijn, kinderarbeid of andere duurzaamheidskwesties gaat.
Maar Janneke Donkerlo zoals het hier door jou geschetst wordt gaat het toch vooral om dierwelzijn!
Voor wat betreft de andere genoemde duurzaamheidscriteria (milieu en arbeidsomstandigheden en er zijn er natuurlijk meer) durf ik te betwijfelen of de kip van buiten nederland of van buiten de EU hier slechter op scoort.
Ja Harold, #3 het gaat om het welzijn van de dieren die WIJ eten. En een duurzaamheidswet is niet in 1 keer af, maar je moet ergens beginnen. Ik pleit ervoor om te beginnen met kip. Nu worden consumenten al beschermd tegen onveilig eten, onveilig (geimporteerde) kinderspeelgoed. De volgende stap is om ons, consumenten, te vrijwaren van medeplichtigheid aan dierenleed. Zoals we ook niet bij elke Nederlandse aardbei ons hoeven af te vragen of voor de pluk kinderen van school gehouden zijn om hun familie in hun onderhoud te voorzien. Dat is namelijk wettelijk geregeld. Voel je hem?
Van de schijf van vijf moeten we 25 gr noten per dag gaan eten, dat betekent dat de kinderen in de achterlanden van Turkije helemaal niet meer toekomen aan school in het hazelnotenseizoen, elke dag rapen en sorteren (en beetje verdienen) voor de export, Erdogan ziet ons aankomen als we daar vragen over gaan stellen, wat? alweer die mensenrechten?? Ongeveer zelfde verhaal voor cashewnuts en paranoten.