Ik was uitgenodigd op een ‘high tea’ in Nederland. Die vond eigenaardig genoeg plaats in de namiddag, en was ook niet zoals ik verwachtte. De namen van maaltijden verschuiven als een uurwerk.

Lang geleden, toen de dieren nog spraken, aten de mensen allicht gewoon wanneer de kans zich voordeed. Eenmaal het leven wat meer georganiseerd, moet de maaltijd zijn ontstaan. Men vermoedt één keer per dag. In veel culturen is dat vandaag nog de norm. Dan is men twee maaltijden per dag beginnen houden. Bij het eerste maal van de dag “breekt men de vasten”, in het Engels to break fast, in het Frans déjeuner. In de avond, voor zonsondergang, at men dan de inhoud van de ketel die heel de dag boven het vuur had hangen pruttelen: stoverij en soep, slow cooking waarin brood werd gesopt: het souper. Met de duisternis stopte alle activiteit, verlichting was onpraktisch en veel te duur. Men soupeerde dus vroeg, zeker in de winter.

Maar eten klaarmaken ‘s ochtends vroeg kost tijd, het vuur moet opgestookt, het water gekookt, dus hapslikt men vooraf iets om toch niet met lege maag de geiten en koeien te moeten melken: een voorontbijt zeg maar
'Voorontbijt'
Maar eten klaarmaken ‘s ochtends vroeg kost tijd, het vuur moet opgestookt, het water gekookt, dus hapslikt men vooraf iets om toch niet met lege maag de geiten en koeien te moeten melken: een voorontbijt zeg maar, een petit déjeuner. Wie ooit logeerde bij de landelijke Engelse middle class, heeft het vreemde gebruik meegemaakt om een kop thee met een koekje aangeboden te krijgen terwijl men nog in bed ligt: de early morning tea. In Britse hotels staat de waterkoker daarvoor klaar met theezakjes en een pot koekjes. Vroeger bracht de meid die thee, wanneer ze het kolenvuur kwam aanmaken in de kamer. Het echte ontbijt – de belangrijkste maaltijd van de dag – volgde dan later, na de eerste klussen. Het woord veranderde in dîner, wat gewoon een samentrekking is van déjeuner. “Qui dort dîne”, luidt het gezegde: wie uitslaapt heeft al ontbeten.

Adellijk ritme
Maar de Franse adel leefde bewust op een ander ritme, verschillend van het gewone volk en dienstpersoneel. Zij stonden op in de late ochtend, wanneer het huishoudwerk al was gedaan en déjeuneerden dus pas op de noen. De tweede maaltijd werd voor hen ‘s avonds klaargemaakt, zo kon de kok weer gaan slapen, die was al lang op. De avond werd hun middag. En daarom dineren Parijzenaars ‘s avonds, terwijl de rest van de francofonie dat ‘s middags doet!

Bij kaarslicht ging hun adellijke leven ‘s nachts verder. Na het theater of de speelzaal kregen ze weer honger en zo ontstond de mode van la medianoche, Spaans voor middernacht. Men serveerde brood met koud vlees na middernacht. Madame de Sévigné, de roddeltante van Versailles in de zeventiende eeuw, schreef er al over. De medianoche was des te belangrijk wanneer de voorbije dag een vastendag was geweest. Was dit gebruik meegekomen uit Spanje met de echtgenote van Louis XIV? Of met zijn moeder? Het is in dat (kunst)licht dat we ook de broodjes met koud vlees van John Montagu, Graaf van Sandwich moeten begrijpen. De man had veel gereisd en gokte tot een gat in de nacht.

Tussenmaaltijden
Op het veld of tijdens het werk kon de honger toeslaan en zo doken de tussenmaaltijden op: luncheon – recent schrijft men lunch – betekent een homp kaas, brood, vlees tussen de arbeid door, in de pub bijvoorbeeld. Naar school kregen wij een vieruurtje mee in de boekentas. Vandaag hoor ik praten over een tienuurtje, wat er in mijn tijd nog niet bij was. De school is vandaag om vier uur ook alweer dicht, tot wanhoop van de werkende ouders. De Britten spreken voor een tienuurtje van elevenses, hun klok staat een uur voor. Een tussenmaaltijd heet collation bij de Walen, Canadezen en Zwitsers, een term uit de kloosterwereld, maar gouter in Jacobijns Frankrijk.

Thee werd in ons land enkel gedronken door zieken
'Alles wat Brits was, werd mode'
Thee werd in ons land enkel gedronken door zieken. Een gezond mens drinkt koffie. De traditie van de thee in de namiddag tussen drie en vijf met een gebakje, kwam overwaaien met de bevrijding in september ‘44. Alles wat Brits was, werd toen mode. Mijn moeder herinnert zich lachend hoe je op de vitrines van sommige Brusselse cafés “five o’ clock à toute heure” kon lezen. De Antwerpse oudtantes van mijn eega gingen “faaiveklokke” op de De Keyserlei.

Om chic te kunnen theedrinken, vond de Britse adel het lage theetafeltje uit en bedacht men kopjes van fijn porselein. Daarbij hoorde zo’n three tiered tray (tien maal snel achter elkaar uitspreken!) zoals op de … stijlvolle foto. Op de onderste étage horen komkommersandwiches, daarboven scones om met clotted cream en/of jam te eten en helemaal bovenaan de cake.

"What are we having for tea?” betekent bij hen gewoon: 'Wat eten we vanavond?'
Protestantse (methodistische) arbeiders in Industrieel Engeland drinken thee bij alle maaltijden. “What are we having for tea?” betekent bij hen gewoon: 'Wat eten we vanavond?" Deze maaltijd hoorde klaar te staan bij het thuiskomen van de Mancunian (Manchesterse) textielarbeider of Sheffieldse staalwerker en werd gegeten aan de keukentafel. Arbeiders kruipen vroeg onder de wol. Om het onderscheid te maken met de afternoon tea is men dit high tea gaan noemen, omdat men hem eet aan een gewone, hoge eettafel en niet aan een laag theetafeltje. Op het menu gerookte vis met aardappelen of gebakken worst met puree. Niet wat ik in Nederland kreeg aangeboden. De tijden veranderen. Ook de maaltijden. Smakelijk.

Fotocredits: Nick Trachet
Dit artikel afdrukken