In plaats van een eigen app te maken, kan de overheid beter helpen de informatie boven tafel te krijgen om bestaande apps te vullen. Met alle plussen en minnen, betoogt Gustaaf Haan, wetenschappelijk directeur van Questionmark, die al zo'n app uitbrengt.
Staatssecretaris Van Dam lanceerde vorige week een plan om de herkomst van ons voedsel transparanter te maken. Consumenten moeten via een app direct kunnen zien waar hun eten vandaan komt. Een goed streven, maar de uitwerking bepaalt het succes.
Krijgen we straks informatie óver de voedingsindustrie, of alleen informatie ván de voedingsindustrie?
Transparantie-apps
Etiketten in de supermarkt vertellen nauwelijks waar een product vandaan komt of hoe het gemaakt is. Wie heeft uw banaan geplukt en hoe is die plukker behandeld? Wat heeft het varken in uw frikandel eigenlijk zélf gegeten? Zelfs voor wie moeite doet om geen ongezonde, onduurzame producten te kopen, is het moeilijk te bepalen wat door de beugel kan en wat niet. Er is daarom al een handvol transparantie-apps, waaronder de app van stichting Questionmark, die supermarktproducten beoordeelt op duurzaamheid en gezondheid.
Dat de overheid deze ontwikkeling nu wil steunen is goed nieuws. Organisaties als Questionmark, die opgericht zijn om consumenten te informeren, zijn in praktijk onevenredig veel tijd kwijt aan het bij elkaar sprokkelen en verifiëren van informatie over producenten en supermarkten.
Veel bedrijven werken graag mee, andere zijn huiverig voor transparantie. Die twee groep bepaalt liever zelf wat de consument mag weten: de pluspunten wel, de minpunten niet. Boven het winkelschap hangt dan een zonnige foto van de boer die de spruitjes of de melk heeft geleverd. Marketeers noemen dat 'storytelling'. Storytelling is iets anders dan transparantie. Voor transparantie moet ook bekend zijn welke pesticiden er op de spruitjes zijn gebruikt, en of de koeien met antibiotica zijn behandeld. En iemand moet aan de consument kunnen uitleggen wat die plussen én minnen betekenen.
En daar schuilt ook de uitdaging voor het plan van Martijn van Dam. Want in de aankondiging gaf de Staatssecretaris aan dit project te willen uitvoeren 'met de industrie’. Die zou, via een branchevereniging, zelf een app lanceren die transparantie moet brengen. Gelukkig zijn er veel bedrijven die niks te verbergen hebben en graag laten zien waar hun producten vandaan komen. Maar de consument heeft er juist baat bij om ook het verhaal achter die ándere bedrijven te horen.
Risico
Het risico is dat dit goede plan dezelfde uitwerking krijgt als ‘het vinkje’, ook een samenwerking van overheid en bedrijfsleven: gezonde producten krijgen een stempel van goedkeuring, maar op ongezonde producten staat niks. Zo gaat de belangrijkste boodschap - wat je níet moet kopen - verloren.
Als we vlees willen keuren, moeten we niet alleen afgaan op wat de slager vertelt. Wat we nodig hebben is een databank waarin de beschikbare informatie over samenstelling, herkomst en certificering van producten openbaar toegankelijk is. Als ruwe data, niet bewerkt of gefilterd door belanghebbenden. Voor zo'n databank is de overheid de aangewezen initiator. Onafhankelijke partijen kunnen daarmee consumenten sneller en accurater helpen bij bewust boodschappen doen: de app speciaal voor mensen met een glutendieet, de journalist die wil weten hoeveel 'streekproducten' werkelijke uit de streek komen en ook de supermarkt die foto's van lachende boeren wil laten zien.
Als Van Dam voor transparantie wil zorgen, betrekt hij in zijn plan zeker de voedingsindustrie, maar geeft hij journalisten, NGO’s, keurmerken en het maatschappelijk middenveld een even grote rol. De herkomst van ons voedsel moet openbaar opvraagbaar zijn. Alleen dan kan de Nederlander écht zien wat hij eet.
Fotocredits: Questionmark
Dit artikel afdrukken
Krijgen we straks informatie óver de voedingsindustrie, of alleen informatie ván de voedingsindustrie?
Transparantie-apps
Etiketten in de supermarkt vertellen nauwelijks waar een product vandaan komt of hoe het gemaakt is. Wie heeft uw banaan geplukt en hoe is die plukker behandeld? Wat heeft het varken in uw frikandel eigenlijk zélf gegeten? Zelfs voor wie moeite doet om geen ongezonde, onduurzame producten te kopen, is het moeilijk te bepalen wat door de beugel kan en wat niet. Er is daarom al een handvol transparantie-apps, waaronder de app van stichting Questionmark, die supermarktproducten beoordeelt op duurzaamheid en gezondheid.
Dat de overheid deze ontwikkeling nu wil steunen is goed nieuws. Organisaties als Questionmark, die opgericht zijn om consumenten te informeren, zijn in praktijk onevenredig veel tijd kwijt aan het bij elkaar sprokkelen en verifiëren van informatie over producenten en supermarkten.
Storytelling is iets anders dan transparantie. Voor transparantie moet ook bekend zijn welke pesticiden er op de spruitjes zijn gebruikt, en of de koeien met antibiotica zijn behandeld. En iemand moet aan de consument kunnen uitleggen wat die plussen én minnen betekenenPlussen én minnen
Veel bedrijven werken graag mee, andere zijn huiverig voor transparantie. Die twee groep bepaalt liever zelf wat de consument mag weten: de pluspunten wel, de minpunten niet. Boven het winkelschap hangt dan een zonnige foto van de boer die de spruitjes of de melk heeft geleverd. Marketeers noemen dat 'storytelling'. Storytelling is iets anders dan transparantie. Voor transparantie moet ook bekend zijn welke pesticiden er op de spruitjes zijn gebruikt, en of de koeien met antibiotica zijn behandeld. En iemand moet aan de consument kunnen uitleggen wat die plussen én minnen betekenen.
En daar schuilt ook de uitdaging voor het plan van Martijn van Dam. Want in de aankondiging gaf de Staatssecretaris aan dit project te willen uitvoeren 'met de industrie’. Die zou, via een branchevereniging, zelf een app lanceren die transparantie moet brengen. Gelukkig zijn er veel bedrijven die niks te verbergen hebben en graag laten zien waar hun producten vandaan komen. Maar de consument heeft er juist baat bij om ook het verhaal achter die ándere bedrijven te horen.
Risico
Het risico is dat dit goede plan dezelfde uitwerking krijgt als ‘het vinkje’, ook een samenwerking van overheid en bedrijfsleven: gezonde producten krijgen een stempel van goedkeuring, maar op ongezonde producten staat niks. Zo gaat de belangrijkste boodschap - wat je níet moet kopen - verloren.
Wat we nodig hebben is een databank waarin de beschikbare informatie over samenstelling, herkomst en certificering van producten openbaar toegankelijk isDatabank
Als we vlees willen keuren, moeten we niet alleen afgaan op wat de slager vertelt. Wat we nodig hebben is een databank waarin de beschikbare informatie over samenstelling, herkomst en certificering van producten openbaar toegankelijk is. Als ruwe data, niet bewerkt of gefilterd door belanghebbenden. Voor zo'n databank is de overheid de aangewezen initiator. Onafhankelijke partijen kunnen daarmee consumenten sneller en accurater helpen bij bewust boodschappen doen: de app speciaal voor mensen met een glutendieet, de journalist die wil weten hoeveel 'streekproducten' werkelijke uit de streek komen en ook de supermarkt die foto's van lachende boeren wil laten zien.
Als Van Dam voor transparantie wil zorgen, betrekt hij in zijn plan zeker de voedingsindustrie, maar geeft hij journalisten, NGO’s, keurmerken en het maatschappelijk middenveld een even grote rol. De herkomst van ons voedsel moet openbaar opvraagbaar zijn. Alleen dan kan de Nederlander écht zien wat hij eet.
Fotocredits: Questionmark
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zou het niet goed zijn als de overheid zo'n toegankelijke database optuigt zonder oordeel? Geen plussen en minnen. Gewoon feiten. Dit zit erin, hier komt het vandaan, deze middelen zijn gebruikt om het te laten groeien, deze toevoegingen hebben een natuurlijke oorsprong, deze een kunstmatige.
Dan mogen vervolgens organisaties deze data verwerken in hun apps en er een oordeel over vellen.
#1 mee eens, Aart, dat is precies wat ik bedoel. De database moet ruwe data bevatten, onbewerkt door belanghebbenden. Onafhankelijke organisaties, journalisten, etc kunnen de data dan interpreteren en analyseren voor consumenten.
Zou heel leuk kunnen worden, maar staat en valt met de echt onafhankelijke "vulling" en (berekening van) relevante items in die database. Het lijkt nogal monnikenwerk om de Questionmark-database met echt onafhankelijke info te voeden.
De verleiding om dan af te gaan op de cijfers van de producenten is dan uiteraard groot. Het bekende slagers-keuren-eigen-vlees syndroom.
Leuk hoor, zo'n 5 voor "milieu" en een 7 voor "mensenrechten".
Maar info over bacteriële veiligheid schittert weer door afwezigheid.
Als van Dam Questionmark echt serieus neemt, zou hij infoverzameling- en verstrekking over voedselveiligheid niet langer overlaten aan de Consumentenbond en bezorgde microbiologen.
Eigenlijk natuurlijk ook meer iets voor Schippers, maar die is zó druk met het organiseren van grote resistentiecongressen, dat ze er nog steeds niet aan toe is gekomen om zelfs maar maxima te stellen aan besmetting met resistente bacteriën.
Alle prachtige Nieuwe-kip verhalen ten spijt, we hebben nog niet één iota van haar mogen vernemen over de cijfers qua bacteriële besmetting van die kip.
Zelf niet over inkoopvereisten. Over transparantie gesproken...
Zit er nu ESBL op 25% of op 75% van de AH-kip, Simone Hertzberger ?
Als ik dan zie dat een van de vaste Questionmark-partners het "Sustainability Consortium" is, een grote greenwashingmachine met alle Coca Cola's en BASF's van de wereld die je maar bedenken kunt, dan geeft dat toch te denken.
En dat zeker als ook Suzanne van der Pijll, managing partner van Schuttelaar
-"Transparantie is het begin van verandering"- weer in het comité van aanbeveling blijkt te zitten.
Waarom zit niet gewoon de Consumentenbond in het bestuur van Questionmark, meneer Haan? Of een onafhankelijk voedselveiligheidsdeskundige als Velzeboer?
Als u niet uitkijkt, ontaardt uw Questionmark in een mobiel Allerhande.
Waarmee ik overigens niets kwaads over Allerhande wil zeggen... ;-)
Ik zie dat ik je laatste alinea niet goed heb gelezen, Gustaaf. Je zegt hetzelfde inderdaad.
Heb je een idee over welke onderdelen allemaal in zo'n database opgenomen zouden moeten worden? Dick #3 suggereert al bacteriële veiligheid.
Hoe meer onderdelen, hoe complexer de database en hoe moeilijker het zal worden de database compleet te krijgen en te houden natuurlijk. Wat zou er minimaal in moeten staan?
Prima stuk. Inderdaad zou een app alle informatie moeten faciliteren voor zowel consument als inkoper als journalist. En zou het ook als marketingmiddel kunnen fungeren als de verkopende partij trots is op de herkomst.
Maar in de bestaande apps zitten forse weeffouten. Ten eerste gaan ze allemaal uit van 'expert opinion' als input. Hoewel er nog steeds ruimte is voor experts en hun mening, is de maatschappij inmiddels verschoven naar peer2peer, ofwel we vertrouwen onze buurman of clubgenoot meer dan overheden, experts en marketeers. In alle andere aankopen zie je dat terug, denk aan vergelijk.nl iens.nl kieskeurig.nl en meer, honderden meer. Iedereen zal het herkennen: wat doe je als je wasmachine is overleden? Online vergelijken, keuze maken en vervolgens online aanschaffen (voor de prijskopers) of onze lokale witgoedwinkel blij maken met een bestelling. Maar in voedsel en voeding niet. Gek, want we zijn met zijn allen reteslim. Wiki bevat ruim minder fouten dan Encyclopedia Britannica, 's werelds beste encyclopedie in het offline tijdperk.
Dus zal een nieuwe app moeten gaan voldoen aan deze maatschappelijke eis. Eventueel aangevuld met expert opinion, maar niet leidend.
Als tweede zijn lappen tekst niet meer van deze tijd. Als iemand de moeite neemt om een product te scannen, moet hij of zij niet naar letters en cijfers worden verwezen, maar naar leuke content. Film dus. Die het (journalistiek) verhaal doet over het ontstaan van dit product. Alle verdere informatie kan (zelfgekozen) na het filmpje worden ingezien. Doe je het niet, maak je wéér een oplossing voor steeds dezelfde 4 to 5% van de bevolking die nu al bovenmatig geïnteresseerd is in zijn of haar eten. Dat is niet de juiste groep.
Bovenstaande heb ik al eerder eens getest in praktijk met een aantal Nederlandse partijen via catering en online. Het werkt, mits... Leuke content is absoluut noodzakelijk om een grote groep van de bevolking aan te spreken.
Als laatste nog Global G.A.P. Dat is 's werelds grootste track-and-trade database en (in mijn ogen) het winnende model voor wat betreft droge stof die alleen de inkopers van grote bedrijven interesseert. In plaats van datzelfde nogmaals te doen voor postzegel Nederland, lijkt het me wijs om aan te sluiten bij Global G.A.P. en die aan te vullen voor Nederland. Dat maakt het voor grotere partijen (Unilever, Ahold) logischer en aantrekkelijker om aan te haken.