Omdat de Wageningse voedingsmiddelentechnoloog Tiny van Boekel opmerkte dat ‘er niets mis is met bewerkt voedsel’, laaide de discussie over de (on)gezondheid van eten uit de fabriek weer op in Nederland. Op Foodlog, Facebook, twitter en bij RTL Late Night ontstonden verhitte en emotionele discussies. Dat hoort er inmiddels bij in de discussie over gezondheid en veiligheid van ‘vers’ versus ‘verwerkt’ voedsel.

Nut versus pret
Hoewel het voor mensen die geloven in pure natuurlijkheid wellicht klinkt als vloeken in de kerk, is bijna al het voedsel dat we eten op de één of andere manier bewerkt. Dat gebeurt ergens in de keten tussen oogst of slacht en het bord. Sommige bewerkingen zijn nuttig en maken het voedsel langer houdbaar (dat zorgt voor minder voedselverspilling) en/of microbiologisch veiliger (wat goed is voor de volksgezondheid). Ook zijn er bewerkingen met wat ik noem ‘pretstoffen’. Die zijn vooral bedoeld om de consument een bepaald voedingsmiddel aantrekkelijker te laten vinden; denk aan kleur-, geur- en smaakstoffen. Weer andere bewerkingen zijn technologisch handig voor de bewaarbaarheid van voedsel maar maken het minder gezond. In die categorie vallen het toevoegen van zout en suiker als conserveringsmiddel en het (partieel) industrieel hydrogeneren van vetzuren. De laatste bewerking zorgt voor de vorming van de schadelijke transvetten.

Ultra-processed foods zijn voedingsmiddelen die hypersmakelijk en zelfs verslavend dan wel quasi-verslavend lekker zijn maar doorgaans een beperkte voedingswaarde hebben bij een relatief hoge energie-dichtheid
Indeling naar mate van bewerking
Geïnspireerd door het werk van de Braziliaanse voedingswetenschapper Carlos Monteiro heeft de Amerikaanse WHO (PAHO) voedsel ingedeeld in vier categorieën. De vierdeling is geordend naar de mate van bewerking in relatie tot de gezondheidsconsequenties van de betreffende bewerkingen. De tabel (zie hieronder) maakt het makkelijker en zinvoller om de discussie over de voor- en nadelen van ‘onbewerkt’ versus ‘bewerkt’ voedsel te voeren. De categorie waar we voor op moeten passen, is die van de ultra-processed voedingsmiddelen

Onvermijdelijk, hypersmakelijk, beperkt voedend
Ultra-processed foods zijn voedingsmiddelen die hypersmakelijk en zelfs verslavend dan wel quasi-verslavend lekker zijn maar doorgaans een beperkte voedingswaarde hebben bij een relatief hoge energie-dichtheid. Ze missen essentiële voedingsstoffen als vitamines, mineralen en zijn ook vezelarm. In zijn boek Salt, Sugar, Fat laat Michael Moss zien, dat de verkopers van deze categorie verwerkte producten aanzetten tot overconsumptie door even intensieve als agressieve marketing, onvermijdelijke beschikbaarheid (je kunt ze op stations, in winkelstraten en op benzinestations slechts met moeite ontwijken), lage prijs en een groeiende portiegrootte.

Met de veiligheid van deze voedingsmiddelen is microbiologisch gezien niets mis. Daar zorgen streng gecontroleerde processen en een hoge mate van kwaliteitscontrole voor. Wel dragen ze in buitensporige mate bij aan de consumptie van toegevoegde (vrije) suikers, zout en transvetten en daarmee aan de mondiale epidemie van welvaartsziekten.

Met verwerkte producten uit de andere categorieën is – zelfs uit de fabriek - weinig mis, al blijft het altijd goed om te letten op teveel zout, suiker en vet in verhouding tot de andere voedingsstoffen die ze je bieden
Ongezond veel moet ter discussie staan
Er valt eindeloos te kibbelen over de precieze plaats van de genoemde voedingsmiddelen in de WHO-classificatie. Een hamburger is bijvoorbeeld niet ‘ultraprocessed’ als je die zelf klaarmaakt, maar verreweg de meeste hamburgers die in de wereld worden gegeten, hebben een voedingswaarde die ze in de categorie ultraprocessed plaatst.

Mijn stelling: pas op met ultraprocessed foods omdat je daar gemakkelijk ongezond veel van eet. Zulk verwerkt voedsel moet ter discussie staan. Met verwerkte producten uit de andere categorieën is – ook als het uit een fabriek komt - weinig mis, al blijft het altijd goed om te letten op teveel zout, suiker en vet in verhouding tot de andere voedingsstoffen die ze je bieden.

Hieronder de vier voedselgroepen zoals die door de WHO in Amerika (Noord, Midden en Zuid) gehanteerd wordt:

monteiro_1
monteiro_2


Fotocredits: energie-aandeel ultraprocessed voedingsmiddelen, Carlos A. Monteiro
Dit artikel afdrukken