Een anekdote: Felix Rottenberg leidt in De Rode Hoed in Amsterdam een debat met Sharon Dijksma over verdeling van de marges in de vleeskolom. Veerman zit op het balkon en kan zich na diverse hele en halve onwaarheden niet langer bedwingen. Hij staat op en neemt het woord. Rottenberg kent Veerman wel en antwoordt gevat: 'Dames en heren, Jezus spreekt tot u.'
Veerman grijnst als hij dit vertelt, maar tegelijk zit er ook een serieuze ondertoon in. Hij ziet voor zichzelf een rol weggelegd om de voedingsector te prikkelen met zijn vaak ongemakkelijke waarheid. Boeren vertelt hij rustig dat ze geen ondernemers zijn. "Ze worden inmiddels niet meer boos. Sterker nog, ze vragen me steeds weer terug. Kennelijk is er behoefte aan zo’n rol."

Wat is voor jou de meest markante gebeurtenis van 2015?
"De landbouwcrisis is dit jaar ten volle begonnen. Lage opbrengstprijzen, overproductie en geen ruimte voor boeren om nog te investeren. Hun protesten deze zomer tegen hun benarde situatie zijn in decennia nog niet zo diep en Europees breed gedeeld geweest.
"Ik denk dat je terug moet gaan tot het vierde kwart van de 19e eeuw, toen we kampten met een grote landbouwcrisis die door een eeuw overheidsgestuurd landbouwbeleid is gekeerd."

Je zegt landbouwcrisis. Is het geen dip in de spreekwoordelijke varkenscyclus dan?
"Nee, het zit veel dieper. Boeren kunnen niet omgaan met de liberalisering van het landbouwbeleid. Na decennia van beleids-, prijs- en inkomensondersteuning worden ze nu in het diepe van de vrije markt gegooid . Dat kunnen ze niet aan."

Wie is daar verantwoordelijk voor?
"De beleidsmakers in Brussel hebben van boeren een type ondernemers willen maken dat ze niet zijn. Met name Nederlandse boeren kunnen goed en goedkoop produceren, maar nu moeten ze zich ook nog onderscheiden met een vergroenende productie. Het zijn productiechefs, maar geen marketeers.
"Tegelijk moeten ze opboksen tegen megabedrijven in Oost-Europa. Mét Europese subsidies werken die West-Europa er op het gebied van akkerbouw en veehouderij uit omdat ze veel goedkoper kunnen werken. De boerenbedrijven in West-Europa kunnen daar niet tegenop en concurreren elkaar nu de tent uit."

Het einde van het familiebedrijf is een onbespreekbaar taboe
Is het iemand aan te rekenen?
"Ondanks alle – let wel: terechte - praat over de ecologisering van de landbouw, voltrekt zich de finale gang naar een volledige geïndustrialiseerde. De boer moet zijn geld verdienen vanuit Europa’s noodzakelijk open markten.
"Hoewel mogelijk over circa 15 jaar al zal blijken dat die visie ecologisch uiterst schadelijk is, is hij economisch juist. Hij is echter nú al dodelijk voor de zogenaamde boerenlandbouw. Het einde van het familiebedrijf is een onbespreekbaar taboe."

Waarom doet niemand dan iets?
"De waarheid is te hard. De mondialisering van de grondstoffenmarkten heeft de West-Europese boerenlandbouw in feite al tien jaar geleden ingehaald. Grootschalige productie is in Europa maar voor een handjevol echte ondernemers weggelegd en wat doe je dan met al die boeren?"

Wat is jouw rol in dit geheel?
"Oud-politicus Arie van den Brand noemde me ooit een moderne nar aan het hof van koning food en agri. De klassieke nar maakte de alleenheerser duidelijk welke ongemakkelijke waarheden hij toch maar beter niet uit de weg kon gaan. Met zelfspot en door zichzelf in de maling te nemen, anders verloor hij z’n kop. Iemand moest het doen, tegensprekers ontbraken.
"Ik beschouw de Europese landbouw ónze landbouw. Als die faalt, is er echt een probleem. Het maakt me razend als mensen die analyse niet kunnen of willen maken, terwijl het gebeurt."

Waar liggen de oplossingen?
"Boeren zijn technisch handig, maar weten er geen commercie van te maken. Dat hebben ze honder jaar niet hoeven doen. Maar als ze geen markt maken voor zichzelf, zijn ze stuk.
"Europa heeft behoefte aan een superieure voedselkwaliteit die wordt gemaakt in een volhoudbare productieketen. Net als de Amerikanen met hun schone auto's en Silicon Valley - die beide het product zijn van nadrukkelijk industriebeleid - kan de EU een omgeving creëren waarin zich een food- en agricluster vanuit een eigen focus kan ontwikkelen zonder voortdurend overstroomd te worden met goedkoper product van buiten de EU."

Ik noem niet voor niets het industriebeleid van de VS, de vader van de mondialisering en motor achter vrijhandel in de wereld
Is dat wel realistisch als je ziet dat iedereen juist bezig is met meer vrijhandel?
"Nou en of. Ik noem niet voor niets het industriebeleid van de VS, de vader van de mondialisering en motor achter vrijhandel in de wereld. Juist met het oog op TTIP en al die andere vrijhandelsverdragen is het van belang. Waarom zouden we niet op een specifieke focus inzetten en die nadrukkelijk als de onze naar voren brengen? Wel zijn we rijkelijk laat.

Wat kan de boer zelf doen?
"Europese premiumbulk heeft alle toekomst, maar minder dan 5% van de boeren is in staat die te maken door zogenaamde operational excellence. Stel vast of je daarbij hoort of wilt horen.
"Genoeg anderen maken een kans. Zowel supers als het hele leger nieuwe aanbieders sluiten hun ketens met primaire producenten. Ze willen het vertrouwen van consumenten winnen via hun boeren door ze met naam en toenaam te noemen omdat ze na alle voedselschandalen van de afgelopen jaren geen twijfel aan hun grondstoffen meer dulden. Daar moet je als producent bij willen horen. Ik zou zeggen: rennen! Wie tussen die wal en het schip valt, verzuipt. Of je moet gaan voor de 3% van de nichemarkten."

Dit interview verscheen op 19 december in de eindejaarseditie van Nieuwe Oogst.

Fotocredits: winterdag in Nijkerk, FaceMePLS
Dit artikel afdrukken