De Brabantse varkenshouderij heeft een roeping: de wereld voeden. De Brabantse boeren doen daar hun stinkende best voor. En dat doen ze allemaal tegelijk. Met een tomeloze inzet. Dat valt steeds minder goed. Binnenshuis, omdat ze er allemaal samen voor zorgen dat de prijzen steeds lager worden. Buitenshuis, omdat door de toenemende concentratie van dieren en stallen de gemoederen in Brabant steeds hoger oplopen. Zelfs Brabanders kunnen nu eenmaal niet de andere kant op ruiken.

De bulk-spiraal
Niet alleen burgers, maar ook bestuurders maken zich zorgen over de schaduwen die de bedrijvigheid van de sector om zich heen werpt. Overlast, milieuschade en gezondheidsrisico’s worden de bio-industrie steeds nadrukkelijker aangerekend. Tegelijkertijd blijven de prijzen dalen. In plaats van de klassieke varkenscyclus met z’n periodieke up’s en downs, maakt een nieuwe economische wetmatigheid furore: de neerwaartse bulk-spiraal. Hoe meer er geproduceerd wordt en hoe harder de prijzen dalen, des te hardnekkiger zetten de boeren in op groeiende omzetten en krimpende kosten om die prijsdaling weer op te vangen. En-dat-gaat-alsmaar-door.

Zondagse burgers, doordeweekse consumenten
Deze meer-voor-minder industrie woekert voort op onze halfslachtigheid. Voor de supers is het kleurloos, merkloos en ‘waarden’-loos vlees welkom. Het is hun wisselgeld om klanten te lokken en te binden. Immers. Als je burgers enquêteert, hebben ze een weloverwogen standpunt. Ze zijn zich bewust van knelpunten op het gebied van dierenwelzijn. Ze hebben ook weet van de lasten die al die industriële bedrijvigheid op het platteland met zich meebrengt. Ze onderkennen de schade aan natuur, milieu en derde wereld. Maar diezelfde zondagse burger is tegelijk 'hybride'. Hij is ook een doordeweekse consument. En als hij in die functie achter zijn karretje door de super loopt, laat hij zich leiden door de alledaagse platte logica van de knip in de kontzak. De boer krijgt daardoor steeds minder. Daarom produceert steeds weer wat meer.

Elke normale bedrijfstak heeft vrijdenkers en verkenners die de ontwikkelingen in de gaten houden, trends signaleren, prognoses opstellen en lange termijn perspectieven aanreiken. Onze boeren niet. Die zijn vooral volhardend. Ze hebben oog voor techniek, maar een blinde vlek voor marketing
Inburgeringsvarkens
Op het Brabantse Foodlog-debat in Den Bosch was iedereen het eens over de diagnose: de sector ligt er beroerd bij. En er is geen zicht op verbetering. De aldaar verzamelde Brabantse voormannen kwamen niet tot een remedie. De term bulk werd opgewaardeerd tot premium-volume.

Dat was een mooi staaltje verbale wendbaarheid van de voormannen. Maar mooie woorden bieden geen soelaas. En bij gebrek aan heldere richtinggevende uitspraken van hun leiders, blijven de varkensboeren in het veld volhardend koersen op meer voor minder. En ze blijven leuren met koelwagens en containers vol varkensvlees. En ze stouwen vrachtenwagens vol biggen die na een korte inburgeringsperiode elders bijvoorbeeld als Viande de Porc Français of echte Italiaanse vleeswaar over de toonbank gaan. Maar zelfs ondanks dergelijke staaltjes kunst- en vliegwerk, lukt het de vleesindustrie niet om de balans op de overladen vleesmarkt te herstellen.

Alle meters in het rood
De vraag is of dat ooit nog zal lukken. Alle meters staan in het rood. Niet alleen de Fransen, maar ook de Engelsen en de Duitsers willen eigen bacon en eigen Bratwurst. De Russen zouden ons vlees best lusten. Maar Poetin is tegen. De Chinezen gaan zelf hun varkens fokken. Ze kijken de kunst af van Canadezen, Amerikanen en Brazilianen die al drie keer goedkoper zijn als het erom gaat de wereld te voeden.

Volhardend blind voor marketing
Elke normale ondernemer houdt de markt in de gaten, signaleert bedreigingen en speelt in op nieuwe kansen en mogelijkheden. Elke normale bedrijfstak heeft vrijdenkers en verkenners die de ontwikkelingen in de gaten houden, trends signaleren, prognoses opstellen en lange termijn perspectieven aanreiken. Onze boeren niet. Die zijn vooral volhardend. Ze hebben oog voor techniek, maar een blinde vlek voor marketing.

Voltijd of deeltijd-vegetariërs
Want de feiten liegen er niet om. Bosjes Nederlanders zijn al vanwege de vraagtekens rond onze vleesindustrie voltijd-veganist of deeltijd-vegetariër geworden. De publiciteit rond de kaalslag van regenwouden voor de sojateelt en de dreiging door resistente micro-organismen zorgden voor een stabiele aanwas. Het plantaardig aandeel in het Nederlandse voedingspatroon stijgt met elk nieuwtje over de negatieve effecten van vleesconsumptie, zoals de WHO over het kanker-risico, de FAO over broeikasgassen en onze eigen Gezondheidsraad over de hernieuwde schijf van vijf. Er komen er gegarandeerd nog meer.

Varkensmijders
De toekomst wordt nog donkerder als we kijken naar de kale feiten van de demografische ontwikkeling. Nederland en ook de rest van Europa krijgt steeds meer supermarktklanten met een andere waardenoriëntatie. Zij dragen niet hun portemonnee maar hun Koran na aan het hart. Die doelgroep groeit, om diverse redenen, harder dan elke andere groep consumenten. Ze zijn ook standvastiger in hun overtuiging. En dus ook in hun consumptiepatroon. Je hoeft weinig verstand te hebben van data-analyse om de grafiek van de niet-varkensvlees-eters door te trekken. De conclusie is dat de cumulatieve lijn van alle varkensmijders vandaag of morgen de bulklijn zal snijden. Maar dan is het te laat. Dan raakt de bio-industrie zijn ‘premium quality’ zelfs aan de straatstenen niet meer kwijt.

Hoe lang nog?
Bio-industriëlen? Gooi het roer om. Word weer boer. Herstel de binding met je land en je klant.

Burgers? Koop met je hart. Geef de boer een eerlijke prijs voor een eerlijk product.

Beleidsmakers? Bied duidelijkheid. Geef richting. De markt gaat een andere kant op voor Brabantse varkensboeren. Maak preventief beleidsruimte voor nieuwe bestemmingen van vrijkomende agrarische bebouwing. Wijs de weg naar andere bedrijvigheid. Stimuleer alternatieven als algenteler, groene kinderopvang, zonneboer, insectenteler, zorgboer, buitenboer, wormenkweker, appartementenmelker, windboer, mestverwaarder, vezelteler, altzheimer-opvang of kies uit een van de 1001 andere mogelijkheden die zich aandienen. Het barst van de alternatieven. Hoe lang moet het nog duren eer die kansen worden opgepakt of iemand hen helpt die op te pakken?

En als je echt niets anders wilt, word dan internationaal consultant. Probeer dan eens om niet nog meer varkens, maar om je know how over varkens te verkopen in de rest van de wereld. Daar waar de vraag naar vlees nog wel groeit.

Fotocredits: sarahlinde
Dit artikel afdrukken