Zij zijn al ruim 20 jaar bezig met het ontwikkelen van ‘het beste big’. Tijdens de opening van de vijfde editie van de Gastronomiebeurs spraken Brill en te Voortwis met passie over al het moois dat varkens ons te bieden hebben.

'Parels tussen de zwijnen'
Als omnivoor kunnen varkens alles eten. Het voer beïnvloedt de kwaliteit en smaak van het uiteindelijke stukje vlees.

“Dit is zowel een bedreiging als een kans”, zegt Dirco Te Voortwis. Alleen het juiste voer maakt van zijn beroemde Baambrugse Biggen een topproduct. Nick Bril gebruikt deze 'parels tussen de zwijnen' om er een culinair hoogstandje van te maken in zijn restaurant The Jane in Antwerpen.Van die samenwerking hebben ze beiden voordeel. De boer krijgt ademruimte omdat Bril hem graag goed betaalt voor niet zomaar 'een varken', maar voor een product van topkwaliteit.

"Smaak start vanaf het begin, de boer verdient daar credits voor"
Goed voor iedereen
Het Baambrugs Big is ondergebracht bij 4 varkenshouders en een aantal hobbyboeren. Naast aandacht voor voer en leefomstandigheden is er ook alle aandacht voor een mooie dood en slacht, ook al lijken er columnisten te zijn die denken dat je een dier nooit prettig uit het leven kunt halen.

Uiteindelijk proef je alles terug op het bord. Bril: "Smaak start vanaf het begin, de boer verdient daar credits voor". Hij vindt dat je als restaurant moet proberen rechtstreeks van de boer af te nemen. Het uitstekende leven van een Baambrugse Big is uiteindelijk goed voor iedereen. Voor de varkens, de boer, de chef en de gasten van het restaurant.

Het draait om de eindconsument
Nick Bril zegt waar hij in gelooft: “Boeren moeten weer voldoening krijgen en trots zijn op het product. Niet alleen het financiële plaatje is van belang.” Dat is lastig te veranderen, uiteindelijk gaat het volgens de chefkok om de eindconsument, wie koopt het. Mensen moeten open staan voor wat goede voeding is. Elke dag vlees eten hoeft niet. “Je kunt beter af en toe een mooi stukje vlees eten, in plaats van elke dag een goedkoop en smakeloos stukje”, meent Bril.

Fotocredits: Foodlog Media
Dit artikel afdrukken