De Dierenbescherming werkt aan een Beter Leven-sterrensysteem voor kaas en zuivelproducten.
Het Beter Leven-keurmerk prijkt volgend jaar behalve op vlees, ook op kaas en zuivelproducten. De vraag om extra certificering komt uit de zuivelsector zelf, zegt Frank Dales, directeur Dierenbescherming.
Sinds het loslaten van de melkquota dit voorjaar zijn melkveehouders meer melk gaan produceren en rukt schaalvergroting op. De sector heeft behoefte aan producten die zich onderscheiden en diervriendelijkheid sluit aan bij wat consumenten willen.
Beter Leven sterren
De Dierenbescherming ontwikkelde in 2007 het sterrensysteem voor het Beter Leven keurmerk op vlees. De toegekende sterren komen overeen met de mate waarin het dierenwelzijn gegarandeerd is. De consument kan zo in één oogopslag kiezen voor diervriendelijkere producten. Daar hangt een iets hoger prijskaartje aan, dat de investeringen van de veehouder compenseert. Eenzelfde systematiek ontwikkelt de Dierenbescherming nu voor zuivel en kaas.
Weidegang alleen niet voldoende voor 1 ster
De criteria zijn nog in ontwikkeling. Rond de jaarwisseling gaat de Dierenbescherming met de zuivelindustrie en wetenschap om de tafel om ze definitief vast te stellen. Dan is het aan de zuivelsector om de nodige investeringen te doen om aan de criteria voor 1, 2 of 3 sterren te voldoen. Dat er investeringen nodig zullen zijn, spreekt voor zich, omdat er onderscheiden melkstromen en productielijnen ingericht zullen moeten worden. Dales geeft aan dat alleen 'weidegang' niet voldoende zal zijn voor 1 ster. “Een enorm belangrijk criterium, maar er is veel meer dan dat, zoals de condities in de stal", zegt hij op De Levensmiddelenkrant.
'Iets duurder'
Voor de supermarkten gaat de introductie van het keurmerk tot iets duurdere zuivelproducten leiden. De meerkosten van de boer zullen immers verrekend worden. Daar staat tegenover dat de supers producten in de schappen krijgen die aansluiten bij de voorkeur voor diervriendelijke producten van veel - bewuste - consumenten. "Uit ons onderzoek blijkt ook dat consumenten best extra willen betalen voor goed eten”, besluit Dales.
Fotocredits: 'De Woude', inyucho
Dit artikel afdrukken
Sinds het loslaten van de melkquota dit voorjaar zijn melkveehouders meer melk gaan produceren en rukt schaalvergroting op. De sector heeft behoefte aan producten die zich onderscheiden en diervriendelijkheid sluit aan bij wat consumenten willen.
Beter Leven sterren
De Dierenbescherming ontwikkelde in 2007 het sterrensysteem voor het Beter Leven keurmerk op vlees. De toegekende sterren komen overeen met de mate waarin het dierenwelzijn gegarandeerd is. De consument kan zo in één oogopslag kiezen voor diervriendelijkere producten. Daar hangt een iets hoger prijskaartje aan, dat de investeringen van de veehouder compenseert. Eenzelfde systematiek ontwikkelt de Dierenbescherming nu voor zuivel en kaas.
Weidegang alleen niet voldoende voor 1 ster
De criteria zijn nog in ontwikkeling. Rond de jaarwisseling gaat de Dierenbescherming met de zuivelindustrie en wetenschap om de tafel om ze definitief vast te stellen. Dan is het aan de zuivelsector om de nodige investeringen te doen om aan de criteria voor 1, 2 of 3 sterren te voldoen. Dat er investeringen nodig zullen zijn, spreekt voor zich, omdat er onderscheiden melkstromen en productielijnen ingericht zullen moeten worden. Dales geeft aan dat alleen 'weidegang' niet voldoende zal zijn voor 1 ster. “Een enorm belangrijk criterium, maar er is veel meer dan dat, zoals de condities in de stal", zegt hij op De Levensmiddelenkrant.
'Iets duurder'
Voor de supermarkten gaat de introductie van het keurmerk tot iets duurdere zuivelproducten leiden. De meerkosten van de boer zullen immers verrekend worden. Daar staat tegenover dat de supers producten in de schappen krijgen die aansluiten bij de voorkeur voor diervriendelijke producten van veel - bewuste - consumenten. "Uit ons onderzoek blijkt ook dat consumenten best extra willen betalen voor goed eten”, besluit Dales.
Fotocredits: 'De Woude', inyucho
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Nu huisdieren nog!
Maar serieus, ben toch wel benieuwd naar de criteria. Vooral ten aanzien van de kalveren. Bij vleeskoeien moet de boer zijn kalveren minstens drie maanden bij hun moeder laten zogen. Dat zouden drie kostbare maanden voor de melkveehouder zijn.
De zuivel, heeft lees ik uit de woorden van Dales, zelf om certificering gevraagd. Prima, dat de Dierenbescherming meedenkt en eventueel voorstellen doet, maar om ze de regie te geven? Ik ben bang dat idealisme en nostalgie het dan wint van kennis. Weidegang prima. Met een grote huiskavel is het zelfs met robot te doen. Maar met die prachtige stallen waar het klimatologisch meer dan 100% oké is blijven koeien vaak liever binnen bij wat afwijkend weer dan dat ze buiten in de hete zon of in de slagregen gaan staan. Hoe beoordeeld de Dierenbescherming dan een dergelijke stal waarbij de staldeuren wel open staan maar het gros van de koeien binnen?
Worden er nog koppelingen gemaakt met het aantal hectares die de veehouder in eigendom en/of pacht heeft met het oog op komende wetgeving over melkvee en fosfaat? Ik kan me voorstellen ontwikkeld worden die haaks op praktijk en toekomstige wetgeving staan. Ik ben benieuwd wat er uit komt rollen
Gerrit, op dagen met hete zon kun je de koeien óf binnen houden óf 's nachts laten weiden.
En ik denk niet dat de Dierenbescherming de koeien bij zware regen graag buiten ziet.
Maar pas op met die zogenaamde "vrije keuze" stallen: de koeien gaan meestal daar heen waar ze voer krijgen. Dus als ze royaal voer op stal krijgen zullen ze eerder binnen blijven. Om dan te zeggen: zie je wel, ze WILLEN niet naar buiten, is krom. Het gaat vaak meer om een gestuurde dan om een vrije keuze.
Goede ontwikkeling dat zuivel nu ook onder het Beter Leven sterrensysteem komt te vallen. Dan is het wel zaak ook de kwaliteit van het natuurlijk leven (aka biodiversiteit) in de weiden mee te wegen. Het doet er voor consumenten steeds meer toe of de melk afkomstig is van een boerenbedrijf dat ook weiden heeft waar nog vlinders, bijen, bloemen en weidevogels kunnen leven. Uit een recent onderzoek van Motivaction blijkt dat 62 procent van de Nederlanders meer natuurvriendelijk geproduceerd voedsel wil. Het is allang niet meer dierenwelzijn alleen dat de agenda van de consument bepaalt.
De natuurlijke kwaliteit van het boerenland is voor steeds meer mensen een doorslaggevend argument aan het worden in de aankoopbeslissing van zuivel - alleen worden ze nog nauwelijks bediend, alle grutto's, kieviten en wulpen op de melkpakken ten spijt.
Wordt er dan in de melkveehouderij geen rekening gehouden met de biodiversiteit van de weiden? Op papier heeft Friesland Campina bijvoorbeeld er wel enige aandacht voor, maar dat vertaalt zich nog niet in de praktijk van de zuivelproductie, en ook niet in sturend beleid van de coöperaties.
Wel zijn er al enkele honderden melkveehouders die echt rekening houden met weidevogels door een serieus percentage van hun land met goed weidevogelbeheer in te richten. Dus hogere waterstand in het voorjaar, lagere bemesting waardoor een kruidenrijke weide mogelijk is, en aangepast maaibeheer totdat de gruttokuikens veilig weg kunnen vliegen. Melk van deze bedrijven wordt nu nog grotendeels op de grote hoop gegooid, maar zou als kwaliteitsproduct met drie sterren in het schap zijn waarde kunnen bewijzen, en de boer een ruime beloning op kunnen leveren voor zijn goede zuivel en natuurlijker weiden.
Wouter, het voeraspect zal bij de koe haar afwegingen om binnen te blijven of naar buiten gaan ongetwijfeld een rol spelen. Echter een systeem moet meestal geborgd worden en de (on)verwachte controleurs rijden van 9 tot 5 en een koe die 's nachts haar kostje buiten scharrelt levert geen punten op