Dat zegt LEI-landbouweconoom Krijn Poppe. In het eerste deel van een tweeluik zegt hij dat ingrijpen in landbouwmarkten niet verstandig is. Dat haalt het ondernemerschap en daarmee de innovatie en vooruitgang eruit.
We zijn al een tijdje zoekend naar de toekomst van de landbouw en onze voedselproductie, want blijkbaar gaat er iets niet goed. De diagnose over wat er niet goed gaat, bestaat uit een waslijst van ongewenste externe effecten op klimaat, milieu, natuur, volksgezondheid en dierwelzijn, maar ook van economische imperfecties (subsidies, scheve machtsverhoudingen), angst voor uitputting van schaarse hulpbronnen, gebrek aan weerstandsvermogen en nostalgie naar vroeger en kleinschaliger.
In veel opzichten is hier sprake van een gemeen probleem - een wicked problem - in die zin dat het maar lastig op te lossen is. Maar ook gemeen in de betekenis van een gemeenschappelijk probleem waarbij vele partijen betrokken zijn, die deels ook het probleem veroorzaken of veroorzaakt hebben. Stakeholders die vaak een heel verschillende opvatting hebben van wat het probleem is en ieder vanuit een ander wereldbeeld opereren.
Prijzen doen ertoe
Onlangs riep de landbouwethicus Stef Aerts op tot openbare afspraken in de keten over prijzen en tot een meer interventionistisch gemeenschappelijk landbouwbeleid. Overigens niet omdat hij vindt dat de overheid wat moet doen aan die ongewenste externe effecten, maar omdat de inkomens van boeren teveel onder druk staan, in het bijzonder in de intensieve veehouderij. Aerts denkt dat dit mogeiljk is zonder dat we weer boterbergen krijgen.
Helaas is de wereld niet zo simpel. Aerts onderschat de rol van prijzen in de samenleving. De natuurwetenschappelijke ingenieursopvatting lijkt sterk gebaseerd op de wetten van de thermodynamica die aangeven dat zonder management-interventies de wereld vervalt tot entropie en chaos. Daar kijken sociale wetenschappers heel anders tegen aan.
Sociale wetenschappers zoals historische antropologen zien dat mensen zich sinds de uitvinding van het vuur binnen gemeenschappen organiseren en specialiseren: de een is biologisch geroepen tot kinderen opvoeden en kan dan het vuurtje aanhouden en de maaltijd bereiden, waardoor de ander op langere afstand kan jagen. Die zo ontdekte specialisatie leidde in stamverband ook tot ruilen. En bij ruilen horen impliciete prijzen, ook zonder geld: jij krijgt dit van mij als ik dat van jou krijg.
Signaalfunctie bepalend voor inrichting samenleving
Die signaalfunctie is voor economen ook essentieel omdat hij de kern is van hoe mensen afspraken maken over de inrichting van de samenleving: via die prijssignalen vertellen ze elkaar wie wat moet produceren en op welke manier, welke specialisatie gewenst is, wat de toekomstkansen van een organisatie zijn. Centrale planning is daarbij niet nodig, sterker die is gevaarlijk want er worden tal van (onvoorziene) ongewenste effecten opgeroepen en de samenleving wordt minder flexibel. Zo'n centrale organisatie reageert te traag op ontwikkelingen en bewaakt teveel de status quo. Zo’n centrale organisatie is zelfs met de modernste computers niet van de juiste informatie te voorzien, en bovendien is dat niet gratis. Centralisatie gaat ten koste van de innovatie, een van de weinige bronnen van welvaart. Juist die innovatie is nodig om vanuit diversiteit de entropie en chaos tegemoet te treden die altijd op de loer ligt volgens de wetten van de thermo-dynamica.
Dit is het eerste deel van een analyse van de huidige landbouwcrisis die Krijn Poppe schreef voor de papieren editie van Foodlogpartner Vork. Foodlog Friends kunnen met korting een abonnement op het blad nemen. Het tweede deel verschijnt maandag aanstaande.
Fotocredits: Wicked!, mastermaq
Dit artikel afdrukken
In veel opzichten is hier sprake van een gemeen probleem - een wicked problem - in die zin dat het maar lastig op te lossen is. Maar ook gemeen in de betekenis van een gemeenschappelijk probleem waarbij vele partijen betrokken zijn, die deels ook het probleem veroorzaken of veroorzaakt hebben. Stakeholders die vaak een heel verschillende opvatting hebben van wat het probleem is en ieder vanuit een ander wereldbeeld opereren.
Prijzen doen ertoe
Onlangs riep de landbouwethicus Stef Aerts op tot openbare afspraken in de keten over prijzen en tot een meer interventionistisch gemeenschappelijk landbouwbeleid. Overigens niet omdat hij vindt dat de overheid wat moet doen aan die ongewenste externe effecten, maar omdat de inkomens van boeren teveel onder druk staan, in het bijzonder in de intensieve veehouderij. Aerts denkt dat dit mogeiljk is zonder dat we weer boterbergen krijgen.
Helaas is de wereld niet zo simpel. Aerts onderschat de rol van prijzen in de samenleving. De natuurwetenschappelijke ingenieursopvatting lijkt sterk gebaseerd op de wetten van de thermodynamica die aangeven dat zonder management-interventies de wereld vervalt tot entropie en chaos. Daar kijken sociale wetenschappers heel anders tegen aan.
Sociale wetenschappers zoals historische antropologen zien dat mensen zich sinds de uitvinding van het vuur binnen gemeenschappen organiseren en specialiseren: de een is biologisch geroepen tot kinderen opvoeden en kan dan het vuurtje aanhouden en de maaltijd bereiden, waardoor de ander op langere afstand kan jagen. Die zo ontdekte specialisatie leidde in stamverband ook tot ruilen. En bij ruilen horen impliciete prijzen, ook zonder geld: jij krijgt dit van mij als ik dat van jou krijg.
Die signaalfunctie van prijzen lokt toekomstig gedrag uit, en is daarmee veel belangrijker dan de functie van kostenvergoeding voor het verleden.Die prijzen worden door de meeste mensen vooral gezien als een kostenvergoeding voor geleverde prestaties. Als je het zo bekijkt kom in je in de verleiding om in die prijzen in te grijpen en de taart anders te verdelen. Maar prijzen hebben volgens een andere groep van sociale wetenschappers, de economen, bovenal een heel andere functie: ze zijn een signaal. Een prijs van 35 cent voor de melk is een signaal voor boeren dat er iemand bereid is melk te kopen tegen die prijs. Het is een prikkel om de productie vol te houden of uit te breiden als je kostprijs lager ligt. En een signaal om de productie te beëindigen als die kostprijs hoger ligt (of een signaal dat je de kostprijs moet verlagen). Die signaalfunctie van prijzen lokt toekomstig gedrag uit, en is daarmee veel belangrijker dan de functie van kostenvergoeding voor het verleden.
Signaalfunctie bepalend voor inrichting samenleving
Die signaalfunctie is voor economen ook essentieel omdat hij de kern is van hoe mensen afspraken maken over de inrichting van de samenleving: via die prijssignalen vertellen ze elkaar wie wat moet produceren en op welke manier, welke specialisatie gewenst is, wat de toekomstkansen van een organisatie zijn. Centrale planning is daarbij niet nodig, sterker die is gevaarlijk want er worden tal van (onvoorziene) ongewenste effecten opgeroepen en de samenleving wordt minder flexibel. Zo'n centrale organisatie reageert te traag op ontwikkelingen en bewaakt teveel de status quo. Zo’n centrale organisatie is zelfs met de modernste computers niet van de juiste informatie te voorzien, en bovendien is dat niet gratis. Centralisatie gaat ten koste van de innovatie, een van de weinige bronnen van welvaart. Juist die innovatie is nodig om vanuit diversiteit de entropie en chaos tegemoet te treden die altijd op de loer ligt volgens de wetten van de thermo-dynamica.
Dit is het eerste deel van een analyse van de huidige landbouwcrisis die Krijn Poppe schreef voor de papieren editie van Foodlogpartner Vork. Foodlog Friends kunnen met korting een abonnement op het blad nemen. Het tweede deel verschijnt maandag aanstaande.
Fotocredits: Wicked!, mastermaq
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Innovatie en vooruitgang? Ik zie al jaren geen innovatie en vooruitgang meer in de landbouw! Wordt dit niet verward met het proces van toenemende efficiency.
Ik zag laatst nog een boer voor het eerst zijn bieten bespuiten met een middel tegen schimmelziektes. Vooruigang? Achteruitgang misschien toch? De bieten zijn net gerooid met een giganto mammoet machine. Het land is stevig aangereden. Vooruitgang? Wel efficiency! Maar vooruitgang nee! Kortom innovatie en vooruitgang zijn al lang geen termen meer om de huidige processen in de landbouw te beschrijven.
ik kijk uit naar jullie reacties. Voor wie meer wil lezen en de goede orde [voordat ik van plagiaat of genialiteit wordt beschuldigd]: de signaalfunctie van prijzen is excellent uiteen gezet door Nobelprijswinnaar Friedrich Hayek in zijn boek Road to Serfdom (1944) en de passage over themodynamica en chaos is uitgewerkt in het recente boek van Cesar Hidalgo (MIT): Why Information grows - the evolution of order, from atoms to economies.
Het is wat lastig om een reactie te geven op je stuk, Krijn. Het klopt en geen speld tussen te krijgen. Maar omdat je er naar uitkijkt :-) deze: meubels zonder meubelmaker, auto's zonder monteur, voeding zonder boeren.
Zeer interessant artikel, wat ook voor mij de vinger op de verkeerde plek legt - maar precies vanaf de andere kant gezien. Prijzen worden weergegeven als een signaal voor de prijs die mensen bereid zijn te betalen. Echter, sinds de genoemde verdeling van arbeid en door de bijbehorende invoering van geld, is de afstand tussen product, waarde en prijs groter geworden. Daardoor zijn mensen vervreemd van datgene waar de prijs daadwerkelijk voor staat: het zicht op de waarde van een product is vertroebeld. Vanuit die positie is het bijzonder moeilijk een waarachtig oordeel te geven over wat een product waard is, waardoor de signaalprijs die mensen kiezen niet betrouwbaar is. Daarbij is deze relatie sowieso niet zo simpel: de prijs voor een enkel product wordt bepaald in een groter verband van de waardering voor andere producten, prioriteiten, cultuur, enzovoorts.
Kortom: prijs en waarde zijn van elkaar verwijderd, waardoor de prijs die men wil betalen en het signaal dat daarmee wordt afgegeven geen goede weergave van de werkelijkheid zijn en daarmee geen goede weergave van de gewenste werkelijkheid. Daar komt bij dat prijs geen morele of ethische waarde vertegenwoordigt: het gedrag dat gestimuleerd wordt heeft daarom betrekking op wensen op de korte termijn (goedkope melk) en minder met wensen op lange termijn, wensen die voorbijgaan aan het eigenbelang of wensen die moeilijk in een prijs zijn weer te geven (dierenwelzijn, milieu, eerlijke lonen, innovatie, enzovoorts). Dit gebrek aan morele waarde, in combinatie het vertroebelde zicht op de daadwerkelijke waarde van een product, heeft denk ik juist geleid tot de huidige landbouwproblematiek.
Samenvattend: wanneer je prijzen ziet als signaal dat gedrag uitlokt, is dat dan niet juist een reden om in te grijpen?
Ik ben benieuwd naar het vervolg!
Prijzen zijn de resultante van afspraken. Prijs goed, dan zijn de afspraken daarvoor ook goed geweest. Echter wanneer de prijs niet goed geacht wordt kan men zich gaan afvragen waar en wie geen goede afspraken hebben gemaakt.