Staatssecretaris Dijksma kwam Prinsjesdag trots uit Luxemburg terug. Ons land heeft na Duitsland (bijna 70 miljoen) en Frankrijk (ruim 60 miljoen) de meeste individuele centen van de €500 miljoen steun voor beestenboeren in financiële nood weten binnen te halen. Ze kwam thuis met €30 miljoen. De varkensboeren toonden zich blij. De melkboeren zeiden niets. Begrijpelijk, want per saldo krijgen ze een grijpstuiver van honderd euro per boer.

De Nederlandse kranten meldden vorige week niet dat boeren uit protest hun melk in Luxemburg op straat hebben laten lopen. Hen zij het vergeven, want het was Prinsjesdag. Maar ook de internationale kranten lieten een steekje vallen.

In de Parijse burelen moet het gonzen: wat doen we als de boeren erachter komen dat we ze hebben belazerd?
Voortrekken
Toen Frankrijk afgelopen zomer eerst honderden miljoenen en begin deze maand zelfs 1 miljard voor zijn boeren beschikbaar bleek te hebben gesteld, was Europa te klein. Frankrijk zou daarmee voor concurrentievervalsing tussen de landen zorgen en zijn boeren voortrekken. De EU maakte vorige duidelijk dat individuele lidstaten zelf mogen beslissen over de centjes die ze uit de centrale EU-kas krijgen. Met geen woord werd er gerept over dat miljard dat Frankrijk al zelfstandig aan zijn landbouw had toegezegd.

Terugfluiten
Dat is merkwaardig want het land dat volgens de EU slechts recht heeft op een procent of 15 uit de Europese kas, beloofde zijn eigen boeren meer dan het dubbele dat heel Europa aan het ondersteunen van de totale landbouw wil besteden. Dat is te gek, want als Franse boeren recht op zoveel steun hebben, dan hebben alle Europese boeren dat. Je zou dus ook verwachten dat Europa Parijs zou terugfluiten en dat de kranten daarover zouden schrijven.

Niets is minder waar.

Geen verruiming
EU-landbouwcommissaris Phil Hogan zei vorige week slechts dat hij de regels voor steun aan boeren niet wil verruimen. Bovendien mogen steunmaatregelen niet gerelateerd worden aan prijs of productie. Boeren mogen alleen maar geholpen worden bij het beter verkoopbaar maken van hun producten. Dat heet in Brussels jargon ondersteuning op het gebied van Gemeenschappelijke Marktordening.

Dat klusje laten Brussel en boeren uit andere landen graag in Parijs liggen.
'Geen crisis'
Voor Hogan is er geen boerencrisis. Eerder zei hij met zoveel woorden de situatie in schatten als business as usual. Boeren die niet met de markt om kunnen gaan, moeten verdwijnen en niet worden geholpen. Dan blijft het immers aanmodderen.

Als dat zo is, dan krijgen de Franse boeren dus helemaal geen miljard om hun lasten te verlichten, zoals de overheid hen heeft beloofd. Vermoedelijk krijgen ze slechts gelden die de regels van de EU allang voor hen bestemd had en die voornamelijk voor die betere verkoopbaarheid moeten zorgen. Dat lost echter hun financiële problemen niet op. Er wordt in Europa teveel gemaakt. Daar zijn vooral de Franse boeren door in de problemen gekomen. Dat duurt nu al zolang dat ze geen financiële ruimte meer hebben om door te kunnen boeren. Hun vlees- en melkverwerkende industrie koopt namelijk liever goedkoop buitenlands product in om daar Franse kaas en vleeswaar van te maken.

Daarom is Frankrijk stil. De pers is vergeten naar dit puntje te vragen en blijft ook stil. Maar in de Parijse burelen moet het gonzen: wat doen we als de boeren erachter komen dat we ze hebben belazerd?

Als ze straks weer de straat opgaan, snap je nu alvast hoe dat is gekomen en waarom je er niemand over hoort. Het klusje dat nog geklaard moet worden, laten Brussel en boeren uit andere landen graag in Parijs liggen.

Fotocredits: Landbouwminister Stéphane le Foll licht steunmaatregelen aan de Franse landbouw toe, Elysée
Dit artikel afdrukken