Boer zei: „Als je als boer in staat bent een kwalitatief beter en origineler product in de markt te zetten, zijn wij mogelijk geïnteresseerd om het in het assortiment op te nemen", zegt hij in een reactie op de lage rendementen die boeren in ons land op dit moment maken. „Afgelopen week las ik in deze krant een verhaal over een Limburgse boer die met een kloostervarken kwam: Livar. Consumenten weten dat te waarderen en willen daar meer voor betalen dan voor een regulier stukje varkensvlees. Bij de consument zit ook precies de oplossing voor de zorgen over de winstgevendheid in de primaire sector. Die moet het weer meer gaan waarderen.”
Goed getimed
De woorden lijken goed getimed. Op 7 september komen de ministers van Landbouw van de EU bij elkaar om oplossingen te bedenken voor de boerencrisis die Europa treft. In Frankrijk heeft de regering gepoogd supermarkten en verwerkers meer te laten betalen voor een Frans varken en Franse melk dan die op de markt waard zijn. Die poging is weinig gelukt.
Afgelopen week gaf Eurocommissaris Phil Hogan in een opiniestuk te verstaan dat wrevelige boeren in Europa niet op steun moeten hopen maar in ketensamenwerkingen moeten stappen. Ze moeten hun banden met verwerkers en supermarkten nauwer en toekomstgerichter aanhalen. Het is dan ook denkbaar dat Europese retailers druk gaan ontmoeten vanuit hun overheden om dergelijke processen niet moeilijker te maken dan nodig is.
Franse supers en verwerkers gaven vorige week aan het boerenprobleem niet te kunnen oplossen voor hun regering. Het wordt immers veroorzaakt door prijsdumping van onder meer Nederlands en Duits product op hun markten. Dat geldt zowel voor zuivel- als voor varkensvlees(waren).
Ahold lijkt alvast aan te geven dat het best wat wil doen voor onze boeren, maar alleen iets kan doen als die iets te bieden hebben dat verkoopt omdat het origineler moet zijn. Dat is onderhandelingstechnisch een verstandige zet. In tegenstelling tot Frankrijk dat bijvoorbeeld nauwelijks meer varkens produceert dan het zelf opeet, heeft Nederland een dekking van 260%. Dat betekent dat we fors meer maken dan we zelf gebruiken. Om die reden kunnen de Nederlandse supers het probleem van de Nederlandse varkensboer niet oplossen; zijn heil is immers voornamelijk verbonden met zijn export. Daarbij komt ook nog eens dat moeilijk te begrijpen valt hoe de massale productie die achter dat cijfer schuilgaat, ooit voor consumenten 'origineel' te maken valt voor een succesvolle ketensamenwerking.
Fotocredits: Dick Boer, still, Ahold
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Boeren zijn voedselproducenten die bijzondere en origin-ele producten maken. En er zijn voedselproducenten die bulk maken. Er zijn geen boeren die bulk maken, er zijn geen voedselproducenten die bijzondere producten maken.
In de toekomst zullen er in Europa dan ook nog heel weinig boeren zijn*. In ieder geval niet genoeg om met hun tractor weer files in Brussels te veroorzaken. Er zullen ook niet zoveel voedselproducenten zijn. Wellicht wel veel ex-boeren die in dienst van de voedselproducenten werken.
Bovenstaande oefening helpt mij bij het kunnen duiden van al die berichten over boeren. Boerzijn is kennelijk een roeping, de boernaam is een containerbegrip. Wat ik lastig te begrijpen vindt is een voedselproducent die -om zijn/haar commerciele onvolkomenheden te bedekken- de boernaam gebruikt om sympathie op te wekken.
Goed dat Hogan dan ook "producteurs" gebruikt en niet "fermiers". Misschien is het goed om in het Nederlands ook steeds meer verschil te maken tussen die twee begrippen?
(*Onvoorziene omstandigheden voorbehouden als oorlog, pestilentie, en economische ineenstorting van bolwerk Europa)
Ik kan niet zoveel met het stuk van Dick Boer. Hij heeft het over nieuwe producten. Toevallig is afgelopen week varkenskaas op de markt gebracht. Dat is een nieuw product. En ook in de tuinbouw zijn er veredelaars die in een klein hoekje van de kas zitten te hobbyen en na een aantal jaren een nieuwe kleur bloem op de markt weten te brengen. En zo komt er ook wel eens een nieuw aardappelras op de markt. Maar voor de meeste bedrijven is dat niet weggelegd. Maar niet getreurd, die hobby en die kennis hoef niet ieder bedrijf zelf in huis te hebben. Daarvoor hebben we een eeuw geleden de coöperaties al opgericht. Daarmee bundelen we onze krachten, onze expertise en wat we aan kennis niet hebben halen we van buiten. Loop je door de supermarkten dan zie je prachtige merken, allemaal geboren uit het verlengstuk van onze bedrijven.
Meer samenwerken roepen de Boer en Hogan in koor. Op het moment dat boeren willen samenwerken dan sturen ze mededingsautoriteiten op ons af om te voorkomen dat we marktmacht krijgen. Neelie Kroes draaide hoogstpersoonlijk vanuit Brussel de toegevoegde waarde van de fusie Friesland-Campina de nek om. De boeren zouden eens een haartje (een voet is te groot) tussen de duur van de supers krijgen en daardoor ietsjes marge.
Ik ben vóór. Ben je misschien ook eens af van dat mensonterende gezeul met beesten. Varkens levend naar Italië om daar te slachten, de hammen roken en dan hop over de weg weer terug naar Nederland met je Parmaham. Er zijn wel meer voorbeelden.
Met kaas halen we ook dat soort toeren uit.
Ik zag als consument een inspirerend kook programma van Yvette van Boven, die een heerlijk lente bokje klaarmaakt en voor de geitenkaas sector een lans brak, omdat nu de bokjes allemaal naar Spanje en Italie verzeult worden omdat er in Nederland geen markt is voor het vlees.
Er is best markt voor, maar je kunt het nergens kopen. Ik zou zeggen AH doe je best.
Een beter product? Goed idee, meneer Boer!
Wat zou u denken van kip met minder dan 100% ESBL, Salmonella en Campylobacter? Of van varkens- en kalfsvlees zonder MRSA?
Zijn ze in Denemarken en Zweden al ver mee gevorderd.
Wat kunnen boeren leren van de Bordeauxboeren?