Het 'paleodieet' is inmiddels behoorlijk populair. Terwijl drie decennia geleden nog maar een handjevol wetenschappelijk onderzoeken naar het paleolithische voedingspatroon gedaan waren, heeft het zich inmiddels ontwikkeld tot een serieus vakgebied.

Het paleodieet moet geleid hebben tot het meest belangrijke wezenskenmerk van de mens: zijn grote brein. Veel onderzoek naar de vraag hoe dat kon ontstaan, richtte zich op de invloed van vleesconsumptie of van de rol van koken.

Zetmelen
Een groep onderzoekers stelt nu dat de rol van koolhydraten voor de ontwikkeling van ons brein te weinig is onderzocht. In een artikel in The Quarterly Review of Biology stellen ze dat er aanwijzingen zijn dat koolhydraten, en met name zetmelen, een belangrijke rol hebben gespeeld in de groei van onze hersenen. Ze geven daar vijf argumenten voor:

1. Het brein is grootverbruiker van energie en gebruikt circa 60% van de beschikbare glucose. Alhoewel glucose ook uit andere bronnen gemaakt kan worden, is dat niet zo efficiënt en zijn koolhydraten de meest directe bron.

2. Tijdens zwangerschap en lactatie is de behoefte aan glucose nog groter. Een te laag bloedsuikerniveau is nadelig voor de gezondheid van moeder en kind.

3. Zetmelen waren ruim beschikbaar uit knollen, zaden, bepaalde soorten fruit en noten.

4. Rauw zijn zetmelen slecht verteerbaar, maar gekookt worden het veel beter verteerbare bronnen van koolhydraten.

5. De meeste primaten hebben slechts twee kopieën van het speeksel-amylase-gen, maar de mens meer - gemiddeld zes. Daardoor kunnen koolhydraten beter verteerd worden. Wanneer deze genetische veranderingen hebben plaatsgevonden is niet zeker, maar er zijn aanwijzingen dat dit in de afgelopen miljoen jaar gebeurd is. Het is niet onaannemelijk dat ons vermogen om koolhydraten beter te verteren gelijk op is gegaan met ons beheersing van vuur om te koken. Alleen koken - zo stellen de onderzoekers - is een plausibele verklaring voor de selectie van onze amylase-genen en zorgde voor de ontwikkeling van ons grotendeels op glucose draaiende brein.

40%
Veel schattingen van de macronutriënten in het paleolithisch patroon, zoals van Boyd Eaton en Remko Kuipers, kwamen altijd al uit op een aandeel van circa 40% koolhydraten. Desondanks is er een grote groep mensen die lowcarb en paleo samentrekken. De combinatie van argumenten in dit onderzoek lijkt er op te wijzen dat zetmeelrijke koolhydraten wel degelijk een belangrijke rol hebben gespeeld in het paleolithisch voedingspatroon en mogelijk zelfs bij de evolutie van ons grote brein.

Toegevoegd (zaterdag 22 augustus 2015, 13.00h) de bekende paleotheoreticus Tim Noakes weerlegt de hypothese met een theoretische pennestreek:



Fotocredits: The path to paleo, Michael Rammell
Dit artikel afdrukken