Jager-verzamelaars zijn mogelijk al 11.000 jaar voor het officiële begin van de landbouw met gewassen telen begonnen. Dat leiden Israëlische wetenschappers af uit de vondst van onkruid in een jager-verzamelaarskampement van 23.000 jaar oud.
De oudste bewijzen voor de vroege landbouw dateren van zo'n 12.000 jaar geleden. Toen begonnen in 'de vruchtbare halvemaan' in het Midden-Oosten onze voorouders op vaste plaatsen gewassen te verbouwen en vee te houden in plaats van als jager-verzamelaars rond te trekken. Vanuit het Midden-Oosten verspreidde de landbouw, gekenmerkt door vaste verblijfplaatsen met permanente bewoning, zich vervolgens over Europa.
Nieuw onderzoek door Israëlische wetenschappers plaatst de vroegste landbouw zo'n 11.000 jaar eerder. Ze concluderen dat aan de hand van de aanwezigheid van onkruid.
Jager-verzamelaars kampement
Het onderzoeksteam onderzocht een in 1989 ontdekte, 23.000 jaar oude verblijfplaats van jager-verzamelaars, bij de archeologische vindplaats Ohalo II aan het Meer van Galilea. Ze analyseerden 150.000 teruggevonden plantenresten en keken vooral naar bewijs voor het verbouwen van oergranen en de aanwezigheid van (voorlopers van) onkruid.
"Uit onze recente onderzoeken blijkt dat de eerste aanwijzing voor de vroegste landbouw 23.000 jaar geleden op de oevers van het Meer van Galilea in Israël te vinden te zijn", zegt dr. Ehud Weiss, hoogleraar paleo-etnobotanica aan de Bar-Ilan University in The Huffington Post. "Dit is een van de meest verbazingwekkende vondsten waar een wetenschapper van kan dromen. Niemand heeft eerder ooit kunnen bedenken dat mensen al zo vroeg met landbouw zijn begonnen."
De rol van onkruid
De constatering is grotendeels gebaseerd op de vaststelling van de aanwezigheid van onkruid. In hun artikel leggen de wetenschappers uit dat onkruid zogeheten 'synantrope' planten zijn. Zij duiken op waar - door menselijke activiteiten - een ecosysteem of habitat verstoord raakt. Daarom wordt onkruid door wetenschappers al langere tijd als een 'bijproduct' van landbouwactiviteiten beschouwd.
De moderne definitie van onkruid - in het Engels: 'weeds' - luidt: planten die in landbouwgewassen aanwezig zijn, meestal met nadelige gevolgen voor het gewas en dus de teler. Voor dit onderzoek, gepubliceerd in PLOS One, gebruiken de wetenschappers een specifiekere definitie van onkruid: 'planten die het functioneren en de samenstelling van natuurlijke ecosystemen en door mensen veranderde omgevingen verstoren of veranderen'.
Menselijk ingrijpen leidt tot onkruidinvasies
Eerder archeologisch onderzoek naar de leefwijze van onze voorouders heeft al aangetoond dat ver vóór de 'landbouwrevolutie' mensen in wisten te grijpen in hun directe leefomgeving.
De vele aanwijzingen voor onkruid, gekoppeld aan de vondst van stenen werktuigen die gebruikt zouden kunnen zijn om oergranen te oogsten en te malen, laat de wetenschappers concluderen dat dit jager-verzamelaarskampement naar alle waarschijnlijkheid het eerste bekende voorbeeld is van kleinschalige landbouw.
"Waar de 'echte' landbouw zich pas veel later ontwikkelde, laat onze studie zien dat het uitproberen zelf gewassen te verbouwen veel eerder begon dan voorheen gedacht werd", voegt co-auteur dr. Marcelo Sternberg toe. "Die vroege voorouders waren slimmer en vaardiger dan wij wisten."
Fotocredits: 'Zeer vervelend onkruid', Wannes Verhoogen
Dit artikel afdrukken
Nieuw onderzoek door Israëlische wetenschappers plaatst de vroegste landbouw zo'n 11.000 jaar eerder. Ze concluderen dat aan de hand van de aanwezigheid van onkruid.
Jager-verzamelaars kampement
Het onderzoeksteam onderzocht een in 1989 ontdekte, 23.000 jaar oude verblijfplaats van jager-verzamelaars, bij de archeologische vindplaats Ohalo II aan het Meer van Galilea. Ze analyseerden 150.000 teruggevonden plantenresten en keken vooral naar bewijs voor het verbouwen van oergranen en de aanwezigheid van (voorlopers van) onkruid.
Dat wijst er op dat er een 'door mensen verstoorde omgeving' bestond. Een dergelijke omgeving is een indicatie voor landbouwactiviteitenZe constateerden dat de jager-verzamelaars zo'n 140 verschillende plantensoorten verzameld en gegeten hadden. Ze vonden maalresten van wilde tarwe en gerst. De verrassing was dat ze ook 13 ook nu nog bekende onkruidsoorten (of hun voorgangers) aantroffen temidden van zaden van wilde emmer, rogge en haver. Dat wijst er op dat er een 'door mensen verstoorde omgeving' bestond. Een dergelijke omgeving is een indicatie voor landbouwactiviteiten.
"Uit onze recente onderzoeken blijkt dat de eerste aanwijzing voor de vroegste landbouw 23.000 jaar geleden op de oevers van het Meer van Galilea in Israël te vinden te zijn", zegt dr. Ehud Weiss, hoogleraar paleo-etnobotanica aan de Bar-Ilan University in The Huffington Post. "Dit is een van de meest verbazingwekkende vondsten waar een wetenschapper van kan dromen. Niemand heeft eerder ooit kunnen bedenken dat mensen al zo vroeg met landbouw zijn begonnen."
De rol van onkruid
De constatering is grotendeels gebaseerd op de vaststelling van de aanwezigheid van onkruid. In hun artikel leggen de wetenschappers uit dat onkruid zogeheten 'synantrope' planten zijn. Zij duiken op waar - door menselijke activiteiten - een ecosysteem of habitat verstoord raakt. Daarom wordt onkruid door wetenschappers al langere tijd als een 'bijproduct' van landbouwactiviteiten beschouwd.
De moderne definitie van onkruid - in het Engels: 'weeds' - luidt: planten die in landbouwgewassen aanwezig zijn, meestal met nadelige gevolgen voor het gewas en dus de teler. Voor dit onderzoek, gepubliceerd in PLOS One, gebruiken de wetenschappers een specifiekere definitie van onkruid: 'planten die het functioneren en de samenstelling van natuurlijke ecosystemen en door mensen veranderde omgevingen verstoren of veranderen'.
Menselijk ingrijpen leidt tot onkruidinvasies
Eerder archeologisch onderzoek naar de leefwijze van onze voorouders heeft al aangetoond dat ver vóór de 'landbouwrevolutie' mensen in wisten te grijpen in hun directe leefomgeving.
Die vroege voorouders waren slimmer en vaardiger dan wij wistenZe brandden begroeiing af, vingen allerlei soorten dieren (en vis), hakten bomen om en maakten 'vuilstortplaatsen' in de buurt van hun kampementen. Daarmee maakten ze de weg vrij voor de voorlopers van ons hedendaagse onkruid. Zogenoemde synantrope planten hebben functionele en adaptieve eigenschappen waarmee ze juist profiteren van verstoorde habitats en kunnen snel de overhand krijgen in ecosystemen die door snelle natuurlijke of menselijke invloeden veranderen. Synantrope planten zijn invasief, nemen snel water op (vooral in droge habitats), vermeerderen zich snel en doen het goed in gebieden waar de bodemnutriënten veranderen.
De vele aanwijzingen voor onkruid, gekoppeld aan de vondst van stenen werktuigen die gebruikt zouden kunnen zijn om oergranen te oogsten en te malen, laat de wetenschappers concluderen dat dit jager-verzamelaarskampement naar alle waarschijnlijkheid het eerste bekende voorbeeld is van kleinschalige landbouw.
"Waar de 'echte' landbouw zich pas veel later ontwikkelde, laat onze studie zien dat het uitproberen zelf gewassen te verbouwen veel eerder begon dan voorheen gedacht werd", voegt co-auteur dr. Marcelo Sternberg toe. "Die vroege voorouders waren slimmer en vaardiger dan wij wisten."
Fotocredits: 'Zeer vervelend onkruid', Wannes Verhoogen
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Bij het lezen over artikelen over 'onkruiden' vraag ik me soms wel eens af: wat als we ons meer op onkruiden als landbouwproduct zouden richten? Qua groeieigenschappen hebben ze vele voordelen. Het hangt dan vooral af van de mogelijke toepassingen (lang niet alles wordt immers als 'voedsel' gebruikt).
Wanneer spreek je eigenlijk van onkruid, behalve dan dat ze zich thuis voelen op kale grond en dat de boer en tuinier er last van heeft? Het verbaasde mij indertijd dat bijna alle lastige onkruiden in keniaanse tarwe- en bonenvelden import uit Noord Amerika was. Hier op straat zie je altijd ook weer dezelfde planten tussen de stoeptegels. Ook onkruid? Tot voor kort (en in de arme landen nog steeds) bestond 3/4 van alle veldwerk van de boer uit wieden(van de weeds dus). Jesus was tegen dat wieden, hij vond dat je het tot de oogst moest laten staan, en pas daarna het gewas van dat onkruid moest scheiden (hij was natuurlijk ook geen boer, meer een herder)! Misschien was de beslissing om eindelijk eens flink en grondig te gaan wieden wel cruciaal voor het succes van de landbouw! En werd het zweet des aanschijns voortaan onvermijdelijk.
Paul, met: "Bij het lezen over artikelen over 'onkruiden' vraag ik me soms wel eens af: wat als we ons meer op onkruiden als landbouwproduct zouden richten? Qua groeieigenschappen hebben ze vele voordelen. Het hangt dan vooral af van de mogelijke toepassingen (lang niet alles wordt immers als 'voedsel' gebruikt)." , zeg je in feite boeren zijn dom. Realiseer je je dat wel?
Neen Hendrik Paul is niet dom en dat bedoelt hij ook niet. Jij kent de onkruiden beter dan wie ook hier, en weet dus dat ze allerlei eigenschappen hebben die we ook graag in het gewas zouden willen terugzien dat we zo verwennen en beschermen en opjutten. Ze worden nooit ziek bijv. en worden veel minder door insecten belaagd. En groeien als kool, beter zelfs. Plus dat ze vaak allerlei gezonde of lekkere stofjes aanmaken. Boeren in Kenia en Mexico wieden ook nooit alle onkruid (als ze met de hak werken), maar laten bepaalde nuttige onkruiden (zoals de amaranth en nachtschades) staan om ze als spinazie te oogsten. Veredelaars zouden er hun voordeel mee kunnen doen , denk nu ook eens aan de lange termijn(nooit het sterkste punt van boeren en tuinders)
Dus de veredelaars zijn ook dom, Dirk?