De afwijzing van de ‘Kip van Morgen’ door de ACM stuurt politiek en bedrijfsleven terug naar start. Waar ligt dit aan, en wat kunnen we doen? Die vraagt stelt Jaco Geurts, Tweede Kamerlid voor het CDA in aanloop naar Foodlogs Grote Duurzaam Vlees Debat vanavond om 20h in de Aula van Wageningen UR.
Begin dit jaar oordeelde de Autoriteit Consument en Markt (ACM) negatief over het samenwerkingsverband ‘Kip van Morgen’ (KvM). Supermarkten, verwerkers en boeren wilden met dit samenwerkingsverband duurzamer kippenvlees op de markt brengen maar werden direct op de vingers getikt.
De verduurzaming van het voedselsysteem is een veel gehoorde maatschappelijke wens en ook de politiek pleit hiervoor. Gezamenlijke duurzaamheidsafspraken zijn nodig omdat alleen de vraag van de consument onvoldoende is voor een economisch haalbaar model. De consument heeft niet de tijd om zich in elk product te verdiepen en kiest bovendien ook vaak met de portemonnee voor het goedkopere product.
Al jaren spanning op vele terreinen
Maar duurzaamheidsafspraken blijken lastig. Er is al jaren spanning tussen duurzaamheidsafspraken en het mededingingsbeleid, eerst over garnalen en nu dus ook over de duurzame productie van vlees. De analyse van de ACM is dat de afspraken niet toegestaan zijn in het kader van de mededingingsregels. In mijn ogen laat de strenge benadering van de ACM onvoldoende ruimte voor de nodige en gewenste verduurzaming van de veehouderij. Maar ook voor andere sectoren waarin geprobeerd wordt om gezamenlijk stappen te zetten voor ecologische en economische verduurzaming, zoals afspraken over de aankoop van duurzame soja of vis, afspraken over het kopen van producten zonder kinderarbeid, om enkele voorbeelden te noemen.
Geen aandacht voor 'beleidsregel'
De analyse van de ACM schiet naar mijn oordeel vooral tekort, omdat duurzaamheidsvoordelen onvoldoende worden meegerekend. Om te beginnen is het opmerkelijk dat de ACM in haar analyse van de KvM niet refereert naar de vorig jaar opgestelde beleidsregel ‘mededinging en duurzaamheid’ die ingaat op de vrijstelling van het kartelverbod voor duurzaamheidsafspraken. In de analyse van de ACM over de KvM afspraken wordt restrictief gekeken naar de voordelen van de afspraak en worden niet eens de lange termijn voordelen expliciet benoemd. Het zwijgen hierover van de ACM doet geen recht aan het maatschappelijke belang van het verstandig verduurzamen van de keten en de politieke inzet op dit punt.
Het zwaartepunt van de analyse van de ACM over de samenwerking ligt bij de berekening van de voordelen van de KvM voor de consument door middel van een kostenbatenanalyse. Daarbij is het opvallend dat de ACM aanneemt dat de kosten die over jaren gemaakt worden als gevolg van de duurzaamheidsafspraken, bij iedere supermarkt geheel worden doorberekend aan de klant. Dat is onwaarschijnlijk. Daarnaast zijn bepaalde effecten niet goed meegerekend. De voordelen voor het milieu worden maar voor een beperkte periode meegewogen, tot 2020. Terwijl dan net de voordelen in volle omvang merkbaar worden. Tot slot zijn voordelen voor de volksgezondheid niet meegerekend door de ACM. In mijn ogen is de ACM dus te terughoudend in het meewegen van voordelen op de lange termijn en lichtvaardig in het aannemen van kosten en de doorberekening aan consumenten.
Afwijkend toepassingsbeleid Nederland
Daarom wil het CDA dat de ACM een andere opstelling kiest ten opzichte van duurzaamheidsinitiatieven. De ACM zou de beleidsregel duurzaamheid en mededinging moeten toepassen en specifiek moeten ingaan op de langetermijneffecten van duurzaamheidsafspraken. Ook de focus van de ACM op afspraken in de landbouw is mijn ogen buitenproportioneel. In andere Europese landen is er nauwelijks of geen discussie over duurzaamheidsafspraken en mededinging. In Nederland is de discussie en onzekerheid het gevolg van de restrictieve en actieve opstelling van de ACM. Ik vraag me af dan op de ACM de pijlen niet beter kan richten op andere sectoren waar kartelafspreken de consument en maatschappij wel benadelen. Bovendien is de primaire opdracht van de ACM om de concurrentie en daarmee de welvaart te bevorderen. Ik wil de ACM meegeven dat duurzaamheidsafspraken ook de welvaart bevorderen.
Spanningsveld moet worden opgelost
Het CDA wil dat maatschappelijke partijen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, of het nu gaat om verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn, afspraken over het voorkomen van kinderarbeid, of over duurzame aankoop. Om verduurzamingsafspraken echt mogelijk te maken moet het spanningsveld tussen gezamenlijk verduurzamen en mededinging ruimte en duidelijkheid worden gegeven. De ACM speelt hierin een cruciale rol.
Fotocredits: Witte Kip, Kitty Terwolbeck
Dit artikel afdrukken
De verduurzaming van het voedselsysteem is een veel gehoorde maatschappelijke wens en ook de politiek pleit hiervoor. Gezamenlijke duurzaamheidsafspraken zijn nodig omdat alleen de vraag van de consument onvoldoende is voor een economisch haalbaar model. De consument heeft niet de tijd om zich in elk product te verdiepen en kiest bovendien ook vaak met de portemonnee voor het goedkopere product.
Al jaren spanning op vele terreinen
Maar duurzaamheidsafspraken blijken lastig. Er is al jaren spanning tussen duurzaamheidsafspraken en het mededingingsbeleid, eerst over garnalen en nu dus ook over de duurzame productie van vlees. De analyse van de ACM is dat de afspraken niet toegestaan zijn in het kader van de mededingingsregels. In mijn ogen laat de strenge benadering van de ACM onvoldoende ruimte voor de nodige en gewenste verduurzaming van de veehouderij. Maar ook voor andere sectoren waarin geprobeerd wordt om gezamenlijk stappen te zetten voor ecologische en economische verduurzaming, zoals afspraken over de aankoop van duurzame soja of vis, afspraken over het kopen van producten zonder kinderarbeid, om enkele voorbeelden te noemen.
Geen aandacht voor 'beleidsregel'
De analyse van de ACM schiet naar mijn oordeel vooral tekort, omdat duurzaamheidsvoordelen onvoldoende worden meegerekend. Om te beginnen is het opmerkelijk dat de ACM in haar analyse van de KvM niet refereert naar de vorig jaar opgestelde beleidsregel ‘mededinging en duurzaamheid’ die ingaat op de vrijstelling van het kartelverbod voor duurzaamheidsafspraken. In de analyse van de ACM over de KvM afspraken wordt restrictief gekeken naar de voordelen van de afspraak en worden niet eens de lange termijn voordelen expliciet benoemd. Het zwijgen hierover van de ACM doet geen recht aan het maatschappelijke belang van het verstandig verduurzamen van de keten en de politieke inzet op dit punt.
De ACM zou de beleidsregel duurzaamheid en mededinging moeten toepassen en specifiek moeten ingaan op de langetermijneffecten van duurzaamheidsafsprakenVoordelen onvoldoende meegewogen
Het zwaartepunt van de analyse van de ACM over de samenwerking ligt bij de berekening van de voordelen van de KvM voor de consument door middel van een kostenbatenanalyse. Daarbij is het opvallend dat de ACM aanneemt dat de kosten die over jaren gemaakt worden als gevolg van de duurzaamheidsafspraken, bij iedere supermarkt geheel worden doorberekend aan de klant. Dat is onwaarschijnlijk. Daarnaast zijn bepaalde effecten niet goed meegerekend. De voordelen voor het milieu worden maar voor een beperkte periode meegewogen, tot 2020. Terwijl dan net de voordelen in volle omvang merkbaar worden. Tot slot zijn voordelen voor de volksgezondheid niet meegerekend door de ACM. In mijn ogen is de ACM dus te terughoudend in het meewegen van voordelen op de lange termijn en lichtvaardig in het aannemen van kosten en de doorberekening aan consumenten.
Afwijkend toepassingsbeleid Nederland
Daarom wil het CDA dat de ACM een andere opstelling kiest ten opzichte van duurzaamheidsinitiatieven. De ACM zou de beleidsregel duurzaamheid en mededinging moeten toepassen en specifiek moeten ingaan op de langetermijneffecten van duurzaamheidsafspraken. Ook de focus van de ACM op afspraken in de landbouw is mijn ogen buitenproportioneel. In andere Europese landen is er nauwelijks of geen discussie over duurzaamheidsafspraken en mededinging. In Nederland is de discussie en onzekerheid het gevolg van de restrictieve en actieve opstelling van de ACM. Ik vraag me af dan op de ACM de pijlen niet beter kan richten op andere sectoren waar kartelafspreken de consument en maatschappij wel benadelen. Bovendien is de primaire opdracht van de ACM om de concurrentie en daarmee de welvaart te bevorderen. Ik wil de ACM meegeven dat duurzaamheidsafspraken ook de welvaart bevorderen.
Spanningsveld moet worden opgelost
Het CDA wil dat maatschappelijke partijen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen, of het nu gaat om verbeteringen op het gebied van dierenwelzijn, afspraken over het voorkomen van kinderarbeid, of over duurzame aankoop. Om verduurzamingsafspraken echt mogelijk te maken moet het spanningsveld tussen gezamenlijk verduurzamen en mededinging ruimte en duidelijkheid worden gegeven. De ACM speelt hierin een cruciale rol.
Fotocredits: Witte Kip, Kitty Terwolbeck
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Meneer Geurts toch! Wat een onsamenhangende wartaal. Paar puntjes:
1. Als supers de meerkosten van de KvM niet aan de consument gaan doorberekenen,
wie draait daar dan voor op? De super? De boer, waarvoor u zegt op te komen?
2. De voordelen voor de volksgezondheid zijn wél meegerekend. Die zijn 0,0:
" Ten slotte is er geen positief effect voor de volksgezondheid, namelijk nul eurocent per kilogram kipfilet. Dit laatste komt omdat de doelstelling voor verminderde antibiotica al onafhankelijk van de duurzaamheidsafspraken over ‘De Kip van Morgen’ gehaald wordt"
(En dan moet er nota bene nog verder gereduceerd worden!)
"ACM heeft gekeken of deze maatregelen door de consument worden gewaardeerd.
Daaruit blijkt dat de consument voor dierenwelzijns- en milieumaatregelen wel wil betalen, maar niet voor de beperkte verbeteringen van de Kip van Morgen.
Per saldo levert die de consument geen voordeel op."
3. Afspraken over duurzame soja worden niet door de ACM tegengehouden, maar door de sector simpelweg niet nagekomen.
Niemand legt de sector initiatieven ter bevordering van dierwelzijn of minder antibioticagebruik ook maar een haarbreed in de weg.
Al jaren wordt gewaarschuwd dat kip onveilig is. Vijf jaar geleden de eerste gedocumenteerde ESBL-dode. Professor Mevius die meldt dat ESBL van kip komt.
Denemarken laat al jaren zien dat het mogelijk is om bacterieel gezondere kip te produceren, waar de volksgezondheid WEL bij gebaat is. Wanneer leert de sector daar iets van?
Mevrouw Hertzberger pleit hier vanwege de onveiligheid van kip zelfs voor chloreren.
Waarom komt dan bijvoorbeeld zo'n AH niet met echt antibioticavrije kip, zoals ze met Nature's promise bij Stop & Shop ("You asked, we listened") in de VS wél doet?
Men blijft in de sector nu al vijf jaar met het vingertje naar anderen wijzen.
Nu heeft de ACM het weer gedaan.
De sector zoekt voortdurend excuses om de - ten dode opgeschreven - status quo te kunnen handhaven en verbeteringen te traineren. Hakken en kop in het zand. Het antibioticagebruik in de pluimveehouderij blijkt de laatste tijd niet gedaald te zijn, maar met maar liefst 21% gestegen.
De schade door de vogelpest is in Nederland nog beperkt gebleven, maar in de VS met inmiddels reeds 45.000.000 "geruimde" kippen, eenden en kalkoenen een biosecurity-issue.
Stallen met meer dan 5 miljoen kippen worden geruimd. Intussen dramt men hier door met dat giga-NGB, met zijn 1.1 miljoen kippen en meer dan 30.000 varkens, terwijl de GGD waarschuwt niet zoveel kippen en varkens (en mensen!) dicht bij elkaar te houden.
Misschien kunt u, meneer Geurts, eindelijk een keer echt aan de bak gaan om de kwaliteit van pluimveeproducten te verbeteren en de gevaren voor de volksgezondheid te reduceren, of dan tenminste de moeite nemen het ACM-rapport een keertje goed te lezen alvorens baarlijke nonsens te debiteren?
Ik kan u "Bird flu: a virus of our own hatching" eveneens (GRATIS!) ten zeerste aanbevelen.
BTW:
Mocht de volgende uitbraak van vogelpest in Nederland tot een pandemie leiden, laat de sector eventuele slachtoffers dan opnieuw in de kou staan, net zoals dat het geval was bij de Q-koorts?
Of heeft men inmiddels een collectieve verzekering tegen dit soort zoönotische calamiteiten afgesloten om te voorkomen dat de externe kosten van de vee- en pluimveehouderij
opnieuw op de maatschappij worden afgeschoven?
Dick, dat was je polariserende modus. Zou je nu eens de moeite willen nemen om te begrijpen wat Jaco eigenlijk bedoelt. Gewoon koel, als een socioloog. Zonder gescheld. Af en toe, lucht dat op. Ik weet het. Maar nu ff cool dus.
Dick, ik heb er wat moeite mee als volksvertegenwoordigers een incorrecte voorstelling van zaken geven. De heer Geurts staat als ex-NVV-secretaris in de lange sociaal-economische traditie van
belanghebbende CDA-kamerleden en landbouwministers die met hun continue kortzichtige gedram voor "ruimte om te ontwikkelen" mede verantwoordelijk zijn voor de onmogelijke situatie waarin de Nederlandse kippen- en varkenshouderij nu beland is, en waar ook de melkveehouderij in dreigt te raken. We schieten nú al door dat "fosfaatplafond", en zelfs de EU pleit nu ook al voor het ontkoppelen van voorschrijven en verkoop van antibiotica.
Zo'n 14 jaar terug werd hiervoor al in het rapport "Toekomst voor de veehouderij, agenda voor een herontwerp van de sector" gewaarschuwd. Die is men aan het verknallen.
Dan word ik wel eens wat fel, en dat zeker bij een partij die rentmeesterschap claimt,
al dacht ik geen onparlementaire taal gebezigd te hebben.
Een kartel maak je ook samen.
Ik ga er even van uit dat de ACM in het belang van de consument is opgetreden. En de ACM ziet dat belang niet.
Jan Peter, aan wiens belang refereert jouw laatste woord 'belang'?